Amanda Bergman - Docks
INGRID
Voormalig mevrouw Matsson (The Tallest Man On Earth) gooit met ‘Docks’ alle dekmantels van zich af en presenteert zich vanaf nu onder haar eigen naam: Amanda Bergman.
Amanda Bergman is geen nieuwkomer in de muziek. Ze startte haar carrière onder het pseudoniem Hajen (haai), noemde zichzelf even Jaw Lesson en van 2010 tot 2014 trad ze op onder de naam Idiot Wind (naar de song van Bob Dylan). Sinds 2013 speelt ze bij de superband Amason met leden van Miike Snow en Dungen en ze was ook te horen op ‘I Never Learn’ van Lykke Li. Samen met haar voormalig echtgenoot Kristian Mattson (The Tallest Man On Earth) maakte ze de soundtrack voor de film ‘Once A Year’.
Ook op deze plaat staat nog een nummer waaraan Mattson meeschreef: Flickering Lights. Hij speelt er eveneens gitaar, klarinet en piano op. Op Fire Hits The Snow is hij dan weer te horen op synth. De twee bleven ondanks de breuk vrienden, zijn nog bijna buren en ook muzikaal liggen de twee niet ver uiteen.
‘Docks’ ademt de rust en verlatenheid uit van Noord-Zweden, waar Bergman leeft en werkt. De instrumentatie is weids, maar ook heel organisch. Zo zijn er op opener en topper Falcon bijvoorbeeld maar liefst vijf violen, twee altviolen en twee cello’s te horen. Dit mag dan wel een soloplaat heten, toch werkten hier twintig muzikanten aan mee.
De bedoeling van Bergman was niet om vlot in het oor liggende popnummers te maken. Ze houdt duidelijk van atmosferische, filmische sferen die ze met veel liefde voor detail schept. Daarvoor heeft ze als belangrijkste wapen die fantastische stem: een warm, sterk, maar ietwat doorrookt geluid waarmee ze heel verleidelijk uit de hoek kan komen; zoals in het prachtige Questions waarin een paar pianodruppels het licht binnen laten.
Met al die strijkers, warme blazers, die stem en ook de synthslierten, die soms over haar songs hangen, klinkt Bergman zelfs in een opgewekter nummer als Taxis wat melancholisch. En door de vriendelijke, nooit opdringerige, nooit dramatische klanken, dreigt dit album wat onopgemerkt voorbij te kabbelen. Maar door die fantastische stem blijf je toch luisteren en ontdek je beetje na beetje de subtiele nuances en de diepere laagjes.
En zo zullen, na de voor de hand liggende hoogtepunten Falcons, Taxis en Sirens, ook de andere nummers na een poosje aanvoelen als een comfortabel, warm deken en zal je ‘Docks’ook over een jaar of tien nog met veel plezier op je draaitafel leggen.