Zita Swoon - Love the rhythm?
Rivierenhof, Deurne (Antwerpen), 8 november 2008
Een band die een festival kan doen swingen met een stevig en dansbaar optreden. Een band die zijn publiek eveneens kan verwennen met lekker intieme akoestisch gebrachte muziek. Zita Swoon, een band die hoge verwachtingen heeft gecreërd. Hoge verwachtingen die des te moeilijker in te vullen zijn dus.

Getalenteerd, jong, een lust voor oor en oog. Het publiek stond er, net als Zita Swoon die de hoofdact van de niet zo zomerige zomeravond was, goed voor met Trixie Whitley als voorprogramma. Amper twintig jaar geleden in Gent geboren als dochter van inmiddels overleden rocker Chris Whitley en toch heeft deze artistieke jongedame al wat achter de rug. Haar eerste decennium woonde ze voornamelijk in New York waar ze in haar vaders gezelschap regelmatig meerdere opnamestudio’s bezocht. Later keerde ze samen met haar moeder terug op haar stappen en belandde zo weer in België. De drumstokken nam ze op toen ze elf was en een jaartje later vergezelde ze al verschillende muziektheatergezelschappen op hun reizen doorheen Europa. Nog wat later legde ze zich eveneens toe op DJ’en en draaide onder andere in het SMAK. Ook de hoofdtent van Dour festival kon haar al aan het werk zien. Alsof dit alles nog niet genoeg is, vertrok ze op zeventienjarige leeftijd alleen terug naar New York waar ze zichzelf in twee jaar piano leerde spelen. Nu woont ze ondertussen weer even in België.
Dat ze kan zingen en pianospelen wordt al snel duidelijk. Haar lage intense stem, het pianospel en de sterk op herhaling leunende lyrics creëren een aparte sfeer. Met Favourite Stranger, één van de eerste nummers, toont Trixie meteen hoe ze de aandacht van haar publiek kan vasthouden met haar belangrijkste instrument, haar stem. Wanneer we even later Ain’t Got Nothing, een nummer dat ze schreef op vijftienjarige leeftijd, te horen krijgen is het duidelijk dat het een dame met talent is. Niet dat Ain’t Got Nothing zozeer een moeilijk nummer is, het spreekt vooral heel erg aan omwille van het gevoel dat in de song vervat zit. Ook onder de douche is Whitley blijkbaar artistiek. Waiting For Tomorrow is immers gebaseerd op wat ze daar ooit verzon. Knappe muziek van een knappe dame.
Zita Swoon voorstellen is ondertussen overbodig geworden. Wie daar alsnog aan twijfelt, wordt met twee uitverkochte optredens in het Openluchttheater Rivierenhof wel overtuigd. Zowel het trouwe festivalpubliek als de toeschouwers die speciaal hiervoor afzakken naar Deurne, zijn niet al te moeilijk warm te krijgen voor een avondje dansen op de deunen van de Vlaamse band. Misschien net daarom zo spijtig dat Zita Swoon het ditmaal weer zachter aanpakt.
Shall I Let This Good Man In, Me And Josie On A Saturday Night en Think About You All The Time zijn drie songs die de revue passeren tijdens de eerste helft van hun optreden. Goede songs, degelijk gebracht en toch een domper op de verwachtingen van het publiek. Zita Swoon zingt dan wel “You gotta shake your hips ‘till the early morn’”, veel nummers om op te swingen voorziet de band deze keer niet. Haast alsof ze het zelf beu zijn, springt Stef Kamil Carlens halverwege de show naar voren op het podium en toont eigenhandig hoe het moet met een danssolootje. Amper twee nummers krijgt het publiek de tijd om te dansen, dan toomt de band zichzelf wederom in en grijpt naar de tragere songs. Big City en Dare to Love sluiten het eigenlijke optreden af, maar ondanks een twijfelachtige prestatie laat het publiek de band niet zomaar gaan. Tot tweemaal toe worden ze terug het podium opgeroepen. Publieksfavoriet van de avond is I Feel Alive In The City, een nummer dat nog even blijft nazinderen. Volgende keer beter?