Woodkid - Dansmeester van Vorst Nationaal

Vorst Nationaal, Brussel, 22 februari 2014

Vorst Nationaal opende donderdagavond de deuren voor een meute van smaakvolle hipsters. Want Yoann Lemoine speelde er. En Yoann Lemoine is een Franse clipmaker, die al werk afleverde voor onder andere Moby en Lana Del Rey. Maar Lemoine is vooral Woodkid, een veelbelovende artiest die in 2013 met ‘The Golden Age’ een meer dan degelijke neofolkplaat afleverde.

Woodkid - Dansmeester van Vorst Nationaal



De electropop van Thomas Azier moest de nog vrij lege zaal opwarmen. Hij begon met zijn hitje Ghostcity, een bonzende opener met een hoogst aanstekelijk refrein, waarin hij zijn stemkunsten kon tentoonspreiden. Hoewel de paar nummers best smaakten, stak de steeds weerkerende muzikale opbouw na een tijdje tegen: een snijdende bas, minimale synth en (weliswaar) een dijk van een stem.

Overigens had Azier het niet zo gemakkelijk aangezien zijn honderdenvierjarige grootvader de nacht voor het concert overleed  Hij werd geëerd met een emotionele versie van het schijnbaar op maat gemaakte Verwandlung.

Met een legertje van muzikanten aan zijn zijde – inclusief blazers, strijkers en percussionisten – en onder het geluid van een brommende tuba betrad Woodkid dan het podium. Openen deed de kleine Fransman met een reeks kalme, warme nummers als Baltimore FirefliesThe Golden Age en Where I Live, die dankzij zijn unieke vibrato het publiek omvormde tot één deinende massa.

Dat Woodkid van hiphop houdt was niet alleen te merken aan zijn eeuwige pet of de afgespeelde hiphopnummers voor de show, maar ook aan de ritmische drums in Ghost Lights tegen de achtergrond van Lemoines typische, zwart-witte, symmetrische beelden.

Vervolgens schakelde hij een versnelling hoger met eentje "pour les garçons". Single I Love You kon rekenen op veel bijval van het publiek, dat luidkeels zijn liefde beantwoordde.

Na een versie van Brooklyn waarop hij zijn Franse accent botvierde, vreemd genoeg best charmant bij dit nummer, en een atmosferisch Conquest Of Spaces met epische introleidde een korte pianosolo een percussiegestuurd dancenummer in. En toen grote hit Iron hierop volgde, ging het hek helemaal van de dam. Het concert in Vorst Nationaal werd omgetoverd in één groot dansfeest.

Een verlengde uitvoering van het eerste bisnummer Run Boy Run, nog zo’n pareltje, bracht nog meer stampende beats mee tot zelfs het standbeeld op het scherm achter hem afbrokkelde. Terwijl de toeschouwers nog zwetend stonden uit te hijgen, zette Woodkid een punt achter de show met het samenvattende en vooral hypnotiserende The Other Side. Dat was echter buiten het scanderende publiek gerekend dat de backingvocals van het nummer bleef herhalen totdat de jongeman zich genoodzaakt zag om de boxen nogmaals omver te blazen.

Een staande ovatie en voetengestamp waren dan ook de enige mogelijkheden als beloning voor een knaller van een show. Woodkid is volwassen geworden en mag zich naast regisseur en artiest nu ook dansmeester noemen.

22 februari 2014
Michiel Verplancke