Willy Mason - Twee buitenbeentjes

Ancienne Belgique, Brussel, 8 november 2008

Het was wonderkind Ryan Adams die Jesse Malin een duwtje in de rug gaf. Hij nam hem als voorprogramma mee op tournee en produceerde één van zijn platen (‘The Heat’). Maar deze jongeman heeft voldoende kwaliteiten om het ook zonder die ruggesteun te maken. Onlangs gooide hij zijn nieuwe, derde cd ‘Glitter In The Gutter’ voor de leeuwen en uiteraard komt hij dit werkstuk nu in de verf zetten.

Willy Mason - Twee buitenbeentjes

Hij is bijzonder goedgeluimd en graag bereid om zijn nummers uitvoerig toe te lichten. Zo doet hij bijvoorbeeld zijn beklag over de regering Bush (voorzover dat nog nodig is) en klaagt hij terloops ook de Amerikaanse homofobie aan vooraleer een strakke versie van prijsnummer Brooklyn ten beste te geven. Hij weet ook de setlist interessant te houden door nooit verschenen nummers als Promises boven te halen.

Malin brengt stevige rockversies van zijn nummers, wat de fans ten zeerste bekoort. Van bij de aanvang van het optreden vliegt de band er meteen goed in, maar voor Modern World Aftermath worden de sluizen pas echt opengezet en proberen Malin en zijn muzikanten het kwaad met alle voorhanden zijnde middelen uit te bannen. Om af te koelen wordt tenslotte afgesloten met een akoestische versie van Living In The Aftermath, als wil hij zijn publiek op een zachte noot verlaten.

Een heel ander paar mouwen is Willy Mason, een jongeman uit een exotisch plaatsje met de naam Martha’s Vinyard, met een erg eigenaardige stem, die klinkt alsof hij twintig jaar ouder is dan zijn werkelijke leeftijd. Het geeft zijn nummers een ongelooflijke doorleefdheid, waardoor hij een publiek zonder probleem op sleeptouw kan nemen.

Wanneer hij, enkel gewapend met zijn laaggestemde akoestische gitaar, het podium opkomt en de set begint met We Can Be Strong, worden de rumoerige achterste rijen met een luid “ssstt” het zwijgen opgelegd, wat zowaar een glimlach om de lippen van Mason tovert. Maar tijdens dat eerste nummer komt de rest van zijn groep hem bijstaan zodat dat probleem automatisch wordt opgelost. In tegenstelling tot Jesse Malin is Willy Mason geen rocker. Hij is een singer-songwriter die de nadruk op het gevoelsmatige legt. En dat gevoel weet hij moeiteloos over te brengen. Zijn jonge groep ondersteunt hem daarbij trouwens uitstekend en de band amuseert zich duidelijk.

Als uitschieters kunnen o.a. een heerlijk I Got Gold evenals een sensueel Riptide tellen. Maar het is pas echt genieten wanneer Mason zijn eerste bisnummer Hard Hand To Hold solo speelt. Ademloos wordt er geluisterd hoe hij een auditieve ervaring omzet in pure emotie. Hier is een gevoelig man aan het werk, die gevleid wordt door de luide bijval die hij van zijn publiek krijgt.

Willy Masons eerste optreden op Belgische bodem mag een succes genoemd worden. Niet dat de voor Jesse Malin opgedoken rockliefhebbers meteen over de streep zullen worden getrokken, maar hij heeft het voor hem opgedaagde publiek ongetwijfeld steviger aan zich gebonden.

8 november 2008
Patrick Van Gestel