William Fitzsimmons - De schoonheid van een gebroken hart

Botanique, 15 oktober 2018

William Fitzsimmons - De schoonheid van een gebroken hart

Van sommige artiesten hoop je stiekem dat ze nooit echt gelukkig zullen worden. William Fitzsimmons is één van hen. Ook 's mans nieuwe plaat barst niet van de vrolijkheid. Na de opnames van een album met één van zijn oudste, muzikale kompanen ontdekte William dat die kompaan en zijn vrouw een relatie hadden. Plaat de vuilbak in en opnieuw beginnen dus. Uiteindelijk zou het prachtige ‘Mission Bell’ weer een onvervalste, deprimerende scheidingsplaat worden.

Om geen misverstand te laten ontstaan over de teneur van de avond opende William Fitzsimmons met het prachtige If You Would Come Back Home. Geen nieuw nummer, maar eentje uit ‘The Sparrow And The Crow’, die andere echtscheidingsplaat van tien jaar geleden. Fitzsimmons grapte er zelf over. Dat hij op een bepaald moment wel zou stoppen met het opnemen van “divorce shit”, dat het scheiden toch goed was voor zijn muzikale carrière en dat hij nu op de vrijgezellenmarkt beschikbaar was, een veertigjarige, kalende vent die eruit ziet als een seriemoordenaar.

Het was humor als schild, want als hij een liedje inzette, raakte dat altijd meteen de juiste snaar en zong hij op die kenmerkende ingehouden manier van hem. Huidige single Angela bijvoorbeeld is een mooi en verslavend kleinood; de mooiste single van het moment en één van de mooiste van het jaar. Opvallend daarbij is de tweede stem van Abby Gundersen, een stem die zowat op heel ‘Mission Bell’ terug te horen is. Ook in het duet I Don’t Feel It Anymore (Song Of The Sparrow), oorspronkelijk ingezongen door Priscilla Ahn, liet Abby horen dat ze een zangeres is om te koesteren.

De twee scheidingen ten spijt maakten wel dat heel veel van de songs thematisch bij elkaar aansloten. I Don’t Feel It Anymore (Song Of The Sparrow) en Never Really Mine waren respectievelijk tien jaar oud en nieuw, even hartverscheurend en thematisch aanverwant. Bij de laatste song bleven trouwens de lichte elektronische drums achterwege, wat in dit geval een voordeel was.

Tegelijkertijd was de liefde nog heel erg voelbaar. Voordat hij Leave Her inzette, benadrukte de bebaarde zanger dat hij de scheiding niet wilde neerzetten als een eenzijdige schuld. Ja, wat zij deed was “fucked up shit”, maar ook hij was niet altijd correct geweest, gaf hij toe. Het sierde hem. Het enige lichtpuntje zat in Just Not Each Other, het laatste nummer van de reguliere set. De liefde zal wel terugkeren, zo zingt hij daar, alleen niet bij elkaar.

Het tempo ging maar heel zelden omhoog en dat was prima. Second Hand Smoke werd iets trager gebracht dan op plaat. Fortune werd uitgekleed. En er was zelfs een trage coverversie van Sweet Home Alabama, waaraan Fitsimmons naar eigen zeggen heel hard had moeten werken om ook van dat nummer een triest stukje muziek te maken.

Het maakte dat de intieme en ingetogen sfeer wel een uur en een kwartier behouden bleef en dat, wanneer Fitzsimmons speelde, het muisstil was; iets waarvoor hij ons, Belgen, zeer erkentelijk was. “Ik ben oprecht: het is niet overal zo”, zei hij.

Hij leek inderdaad oprecht dankbaar, toen hij het podium afwandelde. Veel te vroeg.  Hij kwam nog terug om Passion Play te spelen, midden in het publiek met de fans in een cirkel om hem heen. Daarna kwamen Abby Gundersen, bandlid en producer Adam Popick en ook voorprogramma Joshua Radin terug uit de coulissen om samen een mooi Learning To Fly (Tom Petty & The Heartbreakers) te brengen. Nooit was een bandnaam, van wie een cover gebracht werd, zo toepasselijk als daar.

Het was een raadsel waarom de Orangerie allesbehalve uitverkocht was. William Fitzsimmons deed uiteindelijk gewoon wat hij al meer dan tien jaar doet: concerten geven die door merg en been gaan met het ene liedje al triester dan het andere. Het is goed zo. Nu kan de heling beginnen, maar we hopen hem wel snel terug te zien.

17 oktober 2018
Geert Verheyen