William Fitzsimmons - Niet verrassend, wel bloedmooi

Botanique, Brussel, 21 juni 2011

Het lijkt wel of William Fitzsimmons altijd op zoek is naar een evenwicht tijdens zijn shows. Tegenover de vaak intrieste songs staan bindteksten die bulken van de humor en waarin dan vooral de ironie hoogtij viert. Dat dat werkt hebben wij al twee keer aan den lijve ondervonden. En toch was er nu iets veranderd.

William Fitzsimmons - Niet verrassend, wel bloedmooi



Voorprogramma Slow Runner zou uiteindelijk ook dienst doen als backing band voor de bebaarde bard. Hun show vooraf was niet meteen wereldschokkend, hield het midden tussen Air Traffic (de stem van frontman Michael Flynn) en Ben Folds (band zonder gitaar) en getuigde van vakmanschap zonder te pieken. Er is meer nodig om boven de middenmoot uit te steken. Meest opvallende factor was multi-instrumentalist, maar voornamelijk drummer, Josh Kaler, die bij momenten overal leek te zijn.

Ook de muziek van William Fitzsimmons, wiens haar nu helemaal naar de kin gemigreerd lijkt te zijn, is misschien niet van dien aard om de wereld stil te doen staan. Maar met zijn - naar eigen zeggen - "velvety" stem slaagt hij er toch keer op keer in je in gedachten te doen verzinken. Soms lijkt de pijn er zo vanaf te stralen. De arrangementen op zijn laatste plaat 'Gold In The Shadow' mogen dan wat uitbundiger zijn, de ondertoon is er nog steeds één van onontkoombare tristesse.

Maar er is dus wel degelijk iets veranderd. Want de songs op die laatste plaat draaien niet allemaal meer rond de ondraaglijkheid van het bestaan. Er zitten al eens liefdjesliedjes tussen of nummers zoals het korte, maar prachtige Beautiful GirlI, dat al heel vroeg in de set zat, alsof hij wou bewijzen dat het die avond niet allemaal kommer en kwel moest zijn.

Intussen zorgden de heren van Slow Runner ervoor dat ook de oudere songs werden voorzien van die rijkere arrangementen, waardoor de schoonheid van nummers als Find It In Me en het schitterende Everything Has Changed als bijzonder welriekende olie kwam bovendrijven. Alsof de banjo, pedalsteel en piano de pijn van de wonde die door die liedjes werd geslagen, al meteen verzachtten.

De humor was net als bij de vorige optredens bijzonder aanwezig: over de keelontsteking die hij hier, net als bij zijn vorige passage, vreesde op te doen, over de prijs van de openbare toiletten in Duitsland, over de ironie van zijn aanwezigheid op festivals, over Assfuck Maniac als alternatieve titel voor You Broke My Heart,... Na bijna elke song volgde er wel een grappige uiteenzetting over één of ander onderwerp terwijl hij uitgebreid zijn gitaar stemde.

En toch slaagde hij er keer op keer in de teneur van zijn liedjes meteen door te geven en de glimlach op je gezicht te doen bevriezen. Of dat nu met band dan wel solo was, elke song deed de temperatuur (die bijna tropisch was in de Orangerie) meteen dalen. Voor Tied To Me legde hij voor een keer de gitaar terzijde, waardoor hij met zijn handen even geen blijf leek te weten. Eerder had hij ook al enkele nummers solo gespeeld.

Voor de bisnummers haalde hij naast twee nummers van zijn laatste plaat (Fade And Then Return en The Winter From Her Leaving) ook nog twee covers boven. Vooral Heartland van Kanye West leek hem op het lijf geschreven, terwijl Lynyrd Skynyrds Sweet Home Alabama meer als een grapje beschouwd moest worden en daardoor toch ook weer in de show paste.

Echt verrassend kan je een show van William Fitzsimmons niet meer noemen, ook al laat hij zijn liedjes nu meer openbloeien dan voorheen. Maar dit blijft meer dan gewoon entertainment. Daarvoor zijn de liedjes van de baardman immers veel te diepgaand.

21 juni 2011
Patrick Van Gestel