Wilco - Wilco will love you, baby

De Roma, 24 september 2019

Wilco - Wilco will love you, baby

Toen Tweedy met zijn solotour ongeveer een jaar geleden passeerde in het OpenLuchtTheater in Deurne, werd ons halverwege de set in de oren gefluisterd dat “onze” Jeff zonder Wilco meer bevrijd speelde. En dat klopt. Tal van de trademark Wilco-nummers, zo zorgvuldig opgebouwd in sounds en lagen, bleven overeind en wonnen aan expressie net omdat ze die avond door de zanger helemaal werden uitgekleed. Geen geluids- of lichteffecten nodig. Ballast afgooien werkt altijd als je zuivere kwaliteit in handen hebt.

Het verbaasde ons dus niet dat de Wilco-set-up in Roma bescheiden leek tegenover de vorige shows. Geen Kotche op een hoger podium. Een al bij al eenvoudig drumstel had die weergaloze muzikant opgesteld (het zo vaak onderschatte kloppende hart en bindweefsel van de groep). Verder geen racks met keyboards en ook niet al te veel gitaarversterkers of effecten te bespeuren. De heren van Wilco stonden haast op een rij, naast elkaar. Gelijk. Egoloos. Bevrijd.

Voor ons was de verrassing dat ze zich met die meer eenvoudige set-up niet meer schaamden om gewoon een rock-‘n-rollband te zijn, hoewel ze zo moeilijk in een hokje te stoppen zijn. Maar de albums liggen zo ver uit elkaar dat je ze moeilijk nog countryrootsrockers kunt noemen. Ook daar trokken ze zich weinig van aan.

Hoewel frontman Tweedy pas na vier à vijf nummers het publiek toesprak, toen hij grappend toegaf dat hij eruit zag als iemand die wel wat aanmoediging kon gebruiken, waren we ondertussen allang in zijn ban want verwend met twee uitstekende, vrij rechttoe rechtaan nummers uit het nieuwe album (Bright Leaves en Before Us) - en twee klassiekers uit het magnum opus ‘Yankee Hotel Foxtrot’: het vrolijk richting de dood dansende War On War en een bijzonder lijdzaam gespeeld I Am Trying To Break Your Heart, dat de ladderzatte ik-figuur in het nummer nog meer liet lallen en zwalpen in zelfhaat.

Daarna trok Wilco alle mogelijke blikken open. Van de perfect gecontroleerde chaos in Via Chicago naar de harmonieuze gitaren van Impossible Germany. Handshake Drugs klonk zowaar fris en explosief, terwijl If I Ever Was A Child beeldschone introspectieve countryfolk bracht.

Onmogelijk om verder hoogtepunten op te noemen uit een set die continu piekte, ook met de nieuwe songs, tenzij we nummers zouden moeten noemen om persoonlijke redenen. Zelfs werk uit de eerder matige - naar Wilco-normen dan toch - albums tussen ‘Sky Blue Sky’ en ‘Schmilco’ stònden: Random Name Generator ging heerlijk rechtdoor, geen hoofd of been dat stil kon blijven bij die vette groove en Bull Black Nova werd zo meeslepend en strak gespeeld dat we ons even de moordenaar waanden die de song zo griezelig neerzet, de wanhoop dreunend in onze ziel gekrast. Whole Love werd een krachtige, warme liefdesverklaring zonder meer met alleen maar goede intenties die recht naar de buik en het hart gingen.

En wat een zanger is Tweedy. Zei iemand dat al? In al dat gitaargeweld zouden we vergeten hoe gelaagd en veelzijdig zijn stem is en hoe essentieel voor het kleurenpalet van elk nummer. Van de McCartney-achtige classic rock-‘n-roller in I Got You (At The End Of The Century) en de troostende crooner in How To Fight Loneliness tot de gebroken singer-songwriter in Reservations. Jawel, dat komt allemaal uit één man, die gekke, glimlachende meneer daar vooraan met een bril op de neus en een muts op het hoofd.

Wilco was meer Wilco dan ooit tevoren. Dubbelzinnig. Veelzijdig. Nooit helemaal wat we verwachtten. Schrikwekkend soms, te zien aan de mevrouw voor ons die bij een onverwachte sound-uitbarsting in Laminated Cat, mogelijk de weird rockende verrassing en piek van de avond, haast uit haar zitje viel. Zo bleven we die hele avond toch op het puntje van de stoel zitten, op de hoede voor verrassende wendingen, schoon en lelijk. Muziek is leven, quoi.

Ze hadden het eerste deel kunnen afsluiten met Wilco (The Song) om alvast het afscheid in te zetten met de troostende lijn “Wilco will love you, baby”, maar in plaats daarvan gooiden ze So Misunderstood de zaal in, kwestie van nog eens lekker “I’d like to thank you all for nothing”, te kunnen schreeuwen en vooral geen misverstanden uit de weg te gaan.

Daarna volgden nog gouwe ouwes als bisnummers, waaronder Jesus Etc., met meer hoop dan droefenis gespeeld, en het folky California Stars dat ons al even liet dromen van de nacht.

En, kijk, zo sloten de meesters toch nog af met een vette knipoog naar zichzelf door The Late Greats te brengen als allerlaatste: een grappige, bijtende ode aan de muziekliefhebber die zichzelf onderscheidt door van de meest obscure bands te houden. Zo zullen we nooit doorbreken, leken ze te zingen. Gelukkig hoeft dat al lang niet meer. Ook die ballast heeft Wilco lang geleden afgegooid.

“In godsnaam!”, wilden we de fan toeroepen die wanhopig probeerde zijn rubberen kip gesigneerd te krijgen door de bescheiden musici op het podium die alles hadden gegeven, “Wat wil je nu nog meer dan een avond als deze waarop je je langer dan twee uur in de hemel mag wanen? Wanneer is het ooit voldoende?”

Ja, het was zo’n avond waarop we weer weten dat het mag en kan, met ons hele hart van deze band houden, zonder cynisme en zonder twijfel. Alle redenen om uit te kijken naar dat nieuwe album ‘Ode To Joy’ begin oktober, hoewel iets ons zegt dat dat niet alleen plezierig zal zijn.

26 september 2019
Gerrit Janssens