We Are Open 2014 - Op niveau

Trix, Antwerpen, 25 februari 2014

Logisch dat je op een Belgisch showcasefestival andere artiesten tegenkomt. Om de concurrentie uit te checken misschien. Of gewoon omdat ze de muziek van deze lichting muzikanten wel zien zitten. Ook wij zagen dat op de eerste dag van We Are Open de standaard best hoog lag, tenminste bij wat wij zagen. Niet hartritmestoornisvewekkend hoog, maar toch op niveau.

We Are Open  2014 - Op niveau



Jong en onversneden, nog gelovend in het leven. Of juist niet. Misschien kan het hen allemaal geen zier schelen. Maar rocken, dat willen ze wel. En dus geven The Glücks van jetje. Meer dan een rudimentair drumstel, een elektrische gitaar en een vallei vol echo heb je daar immers niet voor nodig.

Drumster Tina Ghillebert zong met open vizier en wisselde daarin af met gitarist Alex Glück, die zijn ogen verborg achter een helm van haren. Het was nog vroeg, het publiek nog fris en een tikkeltje onverschillig, maar dat deerde niet. The Glücks stonden hier in de eerste plaats voor zichzelf. En wij mochten gewoon meegenieten van het enthousiasme. Een avondje doorzakken begin je met het leggen van een stevige fond. En dat was precies wat The Glücks hier deden.

Die fond was nodig om de bieren van hoge gisting die Evil Invaders schonken aan te kunnen. Muzikaal zochten ze een evenwicht tussen The Darkness en Motörhead. Wat showgehalte betreft schrokken ze er niet voor terug de kitsch van de ene band (doodshoofden met rode lichtjes als ogen, microfoonstandaarden uit kettingen, veel tanden en tongen, hoge stemmetjes) en de sérieux (rammen maar!) van we andere te vermengen. En daar kwamen ze nog goed mee weg ook. De start was een beetje stram, maar na enkele songs kwam de trein op stoom en flitste het landschap voorbij. De grens nooit te ver overschrijden en verder loopt dat vast wel los.

Het showgehalte lag een stuk lager bij Go March, maar de groove en de intensiteit maakten hier dan weer veel goed. De instrumentale nummers reden op de gestroomlijnde golven van drummer Antoni Foscez. En die golven werden dan verder opgezweept tot instrumentale watermassa's. De ene keer waren het de toetsen van Hans De Prins, die daarbij dominerden, de volgende keer was dan weer de gitaar van Philip Weies Aan de beurt. Het totaal deed ons af en toe denken aan Ratatat, zij het iets minder exotisch. Maar heerlijk surfen was het elke song opnieuw.

Voor Psycho 44 lagen de kaarten anders. In tegenstelling tot voorgaande bands hebben zij al een langspeler uit en kunnen ze prat gaan op heel wat live-ervaring. En dat was er ook aan te zien. Het duurde een tweetal nummers eer die kaarten allemaal gerangschikt waren, maar dan was het keer op keer royal flush of full house. Het mag gerust gesteld worden dat Psycho 44 helemaal In Control was. No Metaphor ging steeds sneller, maar werd toch nog in snelheid gepakt door Tamiko, dat met een rotvaart door de zaal denderde. En dan moesten All My Demons Have Distortion en Dance MTHRFCKR Dance nog komen. Het was dan ook niet onlogisch dat de kaarttafel uiteindelijk omgekieperd werd een plaats moest ruimen voor een moshpit(je). Het maakt ons hoe langer hoe meer benieuwd naar het vervolg dat hieraan zal gegeven worden.

Twee keer zagen we hem nu al aan het werk. Twee keer waren we onder de indeuk van Arne Leurentop. Of tenminste: van zijn alter ego And They Spoke In Anthems. Met schijnbaar sprekend gemak schakelt hij over van country naar pop om dan weer bij gospel aan te belanden. Hij zorgt voor zijn eigen achtergrondzang en speelt ondertussen ook nog eens basdrum. En telkens weer weet hij dat met een berbazingwekkende kracht te brengen. Of hoe heel klein toch ook weer machtig groot kan zijn.

Hij heeft het duidelijk nog niet verleerd, Dieter Sermeus. Intussen is hij met The Go Find al toe aan zijn vijfde plaat en ook deze klinkt weer aangenaam. Misschien is de sound iets donkerder geworden. Die indruk hebben wij toch als we de nieuwe nummers zo hoorden tussen het andere werk.

Voor dit optreden had Sermeus een uitgebreide band bij zich. Drie gitaristen, hemzelf incluis, een bassist, een toetsenist en een drummer zorgden voor een vol geluid, waarin steeds opnieuw nuances werden gelegd. In Dictionary mocht de gitaar zich te buiten gaan aan een gruizige, knarsende solo, in een volgende song waren de toetsen aan de beurt. Het hield de luisteraar scherp.

Sermeus zelf maakte, wanneer hij zich niet liet beperken door een gitaar om zijn nek, vreugdedansjes. Hij leek blij dat hij eindelijk nog eens op een podium mocht staan. Het resultaat was een concert vol bitterzoete songs, gebracht door een band, die ons alvast uitnodigde voor een volgende keer.

Nee, Horses zijn niet langer dat verlegen drietal, dat wij ooit het voorprogramma van The Ghost Of A Saber Tooth Tiger hoorden volspelen. Toen vroegen we ons toch ergens af of dit goed zou komen. Nu stellen we ons die vraag niet meer. Het schriftje is gebleven, maar de band is gegroeid en dat was er aan te horen. Misschien moeten ze wel nog op zoek naar een meer origineel geluid, want aan de schaduw van Sophia lijken ze voorlopig niet te kunnen ontsnappen. Maar er is nog tijd. En dus ook hoop.

Met Shun Club sloten wij een lange dag af. Zij hebben het voor pop. En dat gaat hen uitstekend af. Niet dat ze meteen iets wereldschokkends doen, maar ze hielden ons wel attent op dat late uur van de eerste dag van We Are Open en dus geloven wij in hen.

De eerste dag van We Are Open 2014 was er één vol afwisseling en werd dus gesmaakt. Het toont aan dat er ruimte is voor dit festival, dat moge duidelijk zijn.

25 februari 2014
Patrick Van Gestel