Villagers - Net niet legendarisch
Botanique, Brussel, 7 maart 2013
Villagers zijn het beu om bij folkbands als Mumford &Sons gerekend te worden. Ze hebben er, naar eigen zeggen, weinig affiniteit mee. Vastbesloten om deze stelling kracht bij te zetten trokken ze naar een uitverkochte Botanique om te bewijzen dat ze veel meer zijn dan enkel een akoestische sound.
Voor zij het podium bestegen was het eerst de beurt aan Luke Sital-Singh. Een jongeman, afkomstig uit Londen die, enkel vergezeld van gitaar, zijn ding doet. Je kan je afvragen of de muzieksector nog zit te wachten op singer-songwriter nummer zoveel, maar Sital-Singh bewees dat het antwoord een volmondig JA is.
Met een stem, die gepolijst lijkt met een lichtgrof schuurpapier, speelt hij met tempo en volume. Het geluid dat hij uit zijn snaren tovert maakte zijn hartzeer bijna tastbaar. Zo tastbaar dat de Orangerie muisstil was, iets wat de jongeman duidelijk niet gewend was. Met klanken die soms deden denken aan Neil Young en The Tallest Man On Earth heeft hij zeker nieuwe fans gemaakt.
En dan was het tijd voor een vijfkoppige machine aangevoerd door frontman Conor O’Brien, de verpersoonlijking van Filiberke. “I am greatful for your company.”, heette hij zijn publiek welkom in Greatful Song, maar ook “I am thankful for the misery”. De toon was gezet.
Onder een dikke, gele mist werd Home ingezet, goed voor het eerste hoogtepunt van de avond. Het werd meteen duidelijk hoe hard O’brien zich inleeft als hij zingt. Alsof hij, bij alles wat hij zingt, zijn ziel open en bloot legt.
Met de hoes van ‘{Awayland}’ op de achtergrond passeerden, met niet meer dan wat thank you’s tussen, Set The Tigers Free en Passing A Message. Maar het was door The Meaning Of The Rituals dat we terug bij de keel werden gegrepen. De breekbaarheid in Conor O’Briens stem, in combinatie met het aanzwellend orgelgeluid, maakte deze klaagzang memorabel.
De set ging onverminderd door tot er een probleem was met de synthesizer. Pianist Cormac Curran stelde voor om het er toch op te wagen. De juiste keuze zo bleek, want de versie van Earthly Pleasure was fantastisch. Half stotterend, vol frustratie en met echo op O’Briens stem leidde hij de song naar een zenuwachtige, muzikale chaos.
In een broeierige hitte en op een onderbelicht podium zwol het meest elektronische nummer van de groep, The Waves, aan tot iets bombastisch. Het was de enige keer dat O’Brien zich echt helemaal liet gaan. Al springend werd het microstatief alle richtingen uit geslingerd. En ook bij afsluiter Ship Of Promises werd nog eens alles uit de kast gehaald.
Villagers speelden een sterke set waarbij geput werd uit beide cd’s. Een zeer goed optreden, maar hoewel het allemaal overtuigend overkwam, was het net iets te gecontroleerd, te stereotiep. Als ze zich in april, bij hun passage in de Handelsbeurs in Gent, zich van een ruwere, ongecontroleerde kant kunnen laten zien, dan staat er het publiek iets legendarisch te wachten.