Viet Cong - Trance

Botanique, Brussel, 19 februari 2015

Door omstandigheden weggestopt in de Witlof Bar bleek Viet Cong nog steeds het vuur uit te dragen. Net zoals ze dat enkele maanden geleden in de AB deden. En wij waren maar wat blij om getuige te kunnen zijn van deze korte, maar zo krachtige set.

Viet Cong - Trance



Nee, de Witlof Bar van de Botanique is niet de ideale zaal voor een uitverkocht concert, maar een kniesoor die daarover valt en voor een band als Viet Cong willen wij al wel eens tot in de Brusselse catacomben afzakken. Bovendien hadden de Canadezen nog een paar landgenoten bij zich die ook meer dan te genieten waren.

Absolutely Free – ontstaan uit de ruïnes van MM/DD/YYYY - heette het trio dat mocht openen, maar goedkoop was het nergens. Het leuke aan zo'n jonge bands is de frisheid en het enthousiasme waarmee ze voor de dag komen. Dat was hier niet anders. Het drietal speelde alsof zijn leven ervan afhing, waarbij vooral drummer Moshe Rozenberg bij momenten amper in te tomen was.

De percussie was trouwens van levensbelang voor deze band. Maar er was meer. Zanger-gitarist Matt King herinnerde ons aan James Mercer en de combinatie met de elektronica doet dan algauw de lijn doortrekken naar het toch wat mislukte Broken Bells. Alleen leken de Bells in deze versie wel hersteld met een stevige injectie krautrock. Het resultaat was dansbaar, maar toch ook lekker pikant. En dat is al heel wat meer dan je van een doorsnee voorprogramma te horen krijgt.

Maar voorprogramma's zijn er om weggespeeld te worden. En dat is precies wat Viet Cong deed daar in die te hete, te kleine zaal. Het was het laatste optreden van een veertiendaagse, Europese tournee en de wildgroei aan baardhaar en de diep liggende ogen waren daarvan de beste getuigen. Dat nam nochtans niet weg dat de groep er honderd procent voor ging.

De aanvang was nog behoorlijk ingetogen met het melodieuze Throw It Away, waarin zanger-bassist Matt Flegel zijn op schuurpapier geslepen stem al meteen tot aan de limiet dreef. De Afrogitaarsolo die Monty Murno uit zijn twaalfsnarige instrument perstte deed de rest.

Die gitarist deed zijn bandnaam ook alle eer aan. Zijn instrument hield hij voortdurend als een Kalashnikov in de aanslag en af en toe leek het erop of hij de massieve pilaren van de Witlof Bar zou gaan bestormen.

En dan moesten de echte hoogtepunten nog komen. Want vanaf het moment dat Bunker Buster werd aangekondigd bij middel van de conversatie tussen gitaar en bas tot het moment dat er met een imposant en schier eindeloos Death werd afgesloten, stond de zaal op ontploffen. Je voelde gewoon de spanning opgebouwd worden tot je bijna in trance was.

Die trance werd aangekondigd door de “beiaard”, die werd gesimuleerd door de beide gitaristen en uiteindelijk zou uitmonden in een stroomversnelling waarbij drummer Mike Wallace zijn kwaliteiten uitbundig demonstreerde. En tussendoor passeerden dan nog een verslavend nummer als Continental Shelf of het onwaarschijnlijk ongewone en boeiende – die magische drumintro! – March Of Progress.

Maar na Death volgde het bijna logische, grote niets. Zoals dat hoort. Ook al weet je zelfs dat niet eens zeker met een band als Viet Cong.

19 februari 2015
Patrick Van Gestel