Vestrock 2014 - Zoals een zomerse zondag hoort te zijn
Vestrock, Hulst, 9 juni 2014
Vestrock werd vijf dus werd het wel eens tijd om een kijkje te gaan nemen. Kunnen ze daar net over de grens in Hulst een deftig feestje brouwen? Deze vraag werd gisteren al beantwoord, maar ook op dag twee tekenden we present.
Het ging op zondag zoals dat met zomerse zondagen hoort te gaan. De boel kwam traag op gang. Maar een mens kan niet blijven stilstaan en toen de hitmachine van Mintzkov op gang werd getrokken werd het laatste restje sloomheid (een mix van bier, te laat opblijven en drukkende warmte) afgeschud.
De eerste tonen van All Names Have Been Changed (gespeeld op de dikke E-snaar van de gitaar) klonken dan wel nog loom. Daarna volgden de hits elkaar in sneltreinvaart op: Author Of The Play, One Equals a Lot, Finders Keepers, Opening Fire, Ruby Red en ga zo maar door.
De band kan natuurlijk putten uit een catalogus die tien jaar aan het rijpen is. Een veel betere festivalband kan je bij ons niet vinden. Beetje jammer, maar begrijpelijk putte de band weinig uit het laatste, nochtans goede album ‘Sky Hits Ground’. Telkens dat wel gebeurde, viel de puntige gitaar van Daan Scheltjens op. Uiteindelijk kregen we ook nog de Stromae-cover Formidable en die titel vat het goed samen. Zo mogelijk nog toepasselijker was de afsluiter Return & Smile, want de Lierenaars keerden terug naar Vestrock (hier ook al in 2012) en wij glimlachten omdat het goed was.
De Britse band Lonely The Brave werd vooraf sterk gehypet door de organisatie. Zij gingen natuurlijk uit van de lofbetuigingen in de overzeese pers en je moet uiteraard volk lokken, dus een beetje overdrijven kan nooit kwaad.
Aanvankelijk waren wij ook danig onder de indruk. Het plaatje klopte: alle muzikanten op de drummer na strak op één lijn en iedereen in het zwart, behalve zanger David Jakes. Over die zanger is al veel gezegd en geschreven, maar voor de laatste keer: de man beschikt over een stem waarop Eddie Vedder jaloers op zou zijn, maar op de demonen in ’s mans hoofd zijn we niet afgunstig. Jakes hield constant de onderkant van zijn shirt vast en liet de rol van frontman liever aan gitarist Mark Trotter. Hij is letterlijk en figuurlijk een schaduwkopman die zonder zijn band helemaal verloren zou zijn.
Muzikaal situeert de band zich ergens tussen grunch rock en indie rock en tapt ze naar onze smaak iets teveel uit hetzelfde vaatje waarin emotioneel zwaar beladen lyrics ronddrijven in een stevige nineties-rock-soep. We mogen natuurlijk niet vergeten dat dit vijftal nog maar pas komt piepen. De debuutplaat is pas uit en daarop staan toch minstens enkele winners. In het oog houden dus toch maar.
Dat dit de vijfde editie was van Vestrock moest en zouden we geweten hebben. Eerst werden De Kraaien losgelaten voor het soort gekte dat wij Belgen wel nooit zullen snappen en daarna kwam het echte feestje met… een coverband.
Dat wij dit toch vernoemen, is omdat onze mond bij tijden openviel van verbazing (en dat bedoelen we positief). Bram van den Berg, Henk Jan Heuvelink, Lees Lewiszong en Joost van Haaren vormden de basis van de Vestrock Allstars Band en samen met een pleiade aan vooral Nederlands talent brachten zij echt straffe versies van klassiekers. Hoe Michael Devlin (Guild Of Stags) Led Zeppelin terug tot leven bracht was straf en ook de inbreng van Thijs van der Klugt (Baskerville) brachten een meerwaarde. Minder was de bijdrage van Torre Florim (De Staat). Hij haalde de lont uit Firestarter en op Dracula van ZZ En De Maskers zaten we echt niet te wachten.
Linda Van Leeuwen (Bombay Show Pig) trok daarna de boel wel weer feilloos recht en ook Douwe Bob mocht nog eens etaleren over hoeveel talent hij beschikt. Alles kwam uiteindelijk samen in The Weight van The Band waarbij iedereen nog eens mee mag komen doen behalve dan St. Cecilia uit Kloosterzande, de harmonie (jawel) die het feestje mocht openen.
Noem ons elitair, maar wij genoten wel van Thomas Azier (uitspreken zoals het er staat). Deze jongeman week uit naar Berlijn, timmerde daar langzaam aan de weg en kwam dit jaar met ‘Hylas’, een album waarin hij elektronica verzoent met emotie.
Zijn vocalen zijn verzorgd, weemoedig en dromerig, maar op zijn muziek is het even vaak en even goed dansen dan wegdromen. De eerste pijl die hij afschoot was het van heimwee druipende Fire Arrow en ook Shadow Of The Sun is ook eerder wiegend dan beukend, maar nummers als Metropolitan Tribe en vooral Ghost City zijn prima clubvoer. Denk New Order en Depeche Mode aan het begin van de jaren tachtig en je zit al een eind in de goede richting
Dat Thomas Azier en Robin Hunt met hun tweetjes het grote podium moesten vullen, bleek geen bezwaar. De expressieve, stijlvolle kroonprins van de elektropop wist zelfs bijna te verdoezelen dat de sax in Red Eyes zoals al de rest van zijn muziek uit een doosje kwam. Het wordt tijd dat wij Belgen deze jongeling ontdekken, maar als zelfs het gros van de Vestrockers dit niet vatte, zal het nog even duren. Aan de andere kan onbegrijpelijk voor iemand die een nummer als Verwandlung schreef.
Hoe moeilijk het is om de grens over te steken, ondervond ook Blaudzun. Ondertussen even populair als je gulste suikertante en nu overal verzekerd van een grote opkomst, maar al jaren aan de weg timmerend.
Blaudzun deelt geen geld uit, maar zijn muziek krijgen wij even graag. In het begin van de set was het dan ook even slikken toen de stem van Johannes Sigmond verdronk in de muziekbrij. Geen euforie bij Euphoria dus, maar een bang hartje.
Gelukkig was dit euvel van de baan vanaf Streets Of Babylon en dat was toch nog maar de derde song in een reeks van veertien. Toch duurde het nog even langer eer de extase het publiek vastgreep. Het was Flame On My Head dat – hoe toepasselijk op deze Pinksterzondag – de boel in vuur en vlam zette en het pad effende voor Halcyon, Solar, Elephants, She Took The Wheel en nog veel meer fraais.
Wat ons wel opvalt: het zijn de oudere nummers die het meest bijval kennen op een knap afsluitend Promises Of No Man’s Land na.
Van een Nederlandse topper naar een Belgische topartiest is op Vestrock altijd maar een kleine stap. Daan mocht de Sena-stage afsluiten en hij deed dat met de hem kenmerkende manier.
Eerst nog zwaar steunend op zijn microfoonstandaard alsof hij wou zeggen: “yep, ik ben even zwaar in de wind als jullie.” Maar even later bleek dat slechts pose en maakte Daan duidelijk dat de dagen dat de Belgen naar Hulst kwamen voor seks en drugs achter de rug lagen.
De set van Daan was voor wie hem vaker aan het werk ziet wel wat voorspelbaar, maar hij heeft ondertussen ook echt wel enkele klassiekers op zijn naam. Met La Crise, Exes, The Player, Everglades, Victory en natuurlijk ook de oudjes Housewifes en Swedish Designer Drugs (als duet met Isolde) plantte Daan de Belgische driekleur stevig op de verdedigingswal van Hulst. Twee foutjes slechts: zijn bindteksten leken (weer) op gewauwel en Icon was dan wel een slimme bis, Chemical was dat veel minder wegens voor Nederlanders te onbekend.
Tijd voor de grote afsluiter dan en die vervulde zijn rol met glans. White Lies gaat dan wel gebukt onder een bedenkelijke live-reputatie en een minder album (die moeilijke tweede, weet je wel), maar dit was bijna net zo goed als in november in de AB.
Alleen al de manier waarop McVeigh het podium opkwam verraadde zijn “goesting” en zestien nummers later mocht hij fier op zijn borst kloppen: opdracht volbracht. Alleen tijdens Street Lights en een te lang uitgesponnen The Power And The Glory (allebei uit jawel… ‘Ritual’) ging het even mis, maar op zulke momenten kon je dan nog nog je hart ophalen aan de lichtshow. Die was niet zo indrukwekkend als in Brussel, maar toch best knap.
Vestrock editie 2014 zit er op. Conclusie: strak georganiseerd verjaarsdagsfeestje, met als enige schandvlek de Club Accoustic en een paar – naar onze mening – te geinige acts. Dit werd echter goedgemaakt door een paar mooie ontdekkingen en stevige bevestigingen.