Vestrock 2014 - Met medewerking van de weergoden

Vestrock, Hulst, 9 juni 2014

Vestrock werd vijf dus werd het wel eens tijd om een kijkje te gaan nemen. Kunnen ze daar net over de grens in Hulst een deftig feestje bouwen?

Vestrock 2014 - Met medewerking van de weergoden



De weergoden hadden er alvast zin in. Lekker zwoele temperaturen werden er voorspeld en die kregen we op de zaterdag alvast in overvloed. Toch viel het aantal halfnaakte lijven nog mee (of tegen zo u wil) wanneer wij de wei betraden. De enigen die echt al in het zweet baadden waren de jongens van Horses On Fire die aftrapten voor een hoogtewerker, maar aan het eind van hun potje stevige rock toch de ondertussen ietwat volgelopen wei aan het meezingen kregen.

Ook veel overgave bij het Nederlandse Town Of Saints. Een van de bands die onze aandacht opeisten de voorbije weken met een puike debuutplaat en lovende woorden die ze oogstten bij eerdere live shows. De band koppelde een relaxte attitude aan opzwepende folkrock en liet zich niet uit het lood slaan toen het amper wakkere publiek de hoge noten van meezinger Carousel niet haalde. Met violiste Heta Salkolahti en Harmen Ridderbos heeft het kwartet twee opvallende frontfiguren. Zij, een Finse met haar in bijna dezelfde kleur als haar vurenhouten instrument en hij, met de looks van Pilou Asbæk uit Borgen, zogen het meeste aandacht naar zich toe. En toen Ridderbos bij Curtains gewoon de wei indook en het publiek zich in een grote kring rond hem schaarde, ging iedereen overstag.

Nog meer Scandinavisch geweld kwam van Reptile Youth, de band die een paar jaar eerder al een steenworp verderop op Crammerock speelde en toen het publiek compleet verraste met zijn hyperkinetische zanger. Ook deze keer dook Damsgaard Kristiansen het publiek in alsof de synthpunk die hij en zijn kompanen produceren nog niet ophitsend genoeg was. Op plaat komen deze jongens er niet zo overtuigend uit, maar live blijft dit een belevenis, zeker wanneer de bijna uitgeputte Krisiansen blijft springen en zo uiteindelijk languit op zijn bek gaat. Complete overgave heet dat.

Daarvoor joeg Taymir ons met zijn keihard gespeelde in sixties rock gedrenkte bluesrock en de woorden “feestje of vechten” naar de Club Acoustic waar Wolf in Loveland mag openen, maar daar gingen we even snel weer lopen. We willen niet in de wonde roeren, want de organisatie zal ondertussen zelf wel beseffen dat de nieuwe locatie zowat het slechtste idee was sinds de gaskamers, maar we kunnen het ook niet onvermeld laten. Om op te tornen tegen het geweld op de veel te nabije hoofdpodia, kreeg het publiek een hoofdtelefoon op (wel even op het juiste kanaal zetten of je hoorde Brusselmans vuile praat verkopen), maar het werkte voor geen meter. Zanger Minnaard maakte er wat minzame grapjes over genre “ik vind het wel eens leuk om een stemmetje in je hoofd te zijn, ik heb ook altijd stemmen in mijn hoofd”, maar wij bedankten hiervoor.

Nog erger was het bij de Ierse grootheid Doctor Millar. Die heeft in zijn meer dan twintig jaar durende carrière al heel wat rare dingen gedaan, maar dit was er zeker één van. Terwijl nog geen honderd meter verderop Peter Pan Speedrock de vesten van Hulst bijna deed barsten, probeerde deze bard zijn kleine singer-songwriterliedjes te spelen. Je zag de man gewoon zijn hersenen pijnigen hoe hij dit moest oplossen. Uit respect voor Millar bleven we zitten en merkten we hoe hij toch met typisch Brits flegma zich een web baande door de hel. Hij zorgde zelfs voor hét moment van deze dag. Voorafgaand aan You’re Not Paranoid vertelde hij het verhaal van hoe hij in 1995 te gast was in een radioshow op een zondagmorgen. De dj zei dat hij meteen moest beginnen spelen na het reclameblok en dat deed Millar ook, maar de dj zelf vergat de afspraak en vroeg: “Séan, what did you do last night?” De eerste woorden van het lied zijn: “last night I was fucking your wife”. En zo kregen er aldus Millar die ochtend over heel Ierland verspreid boeren die net van de mis terugkwamen een auto-ongeluk.

Daarna viel er ook nog heel wat leuks te beleven aan de hoofdpodia. Intergalactic Lovers speelde fris en monter zijn eerste zomerfestival van het jaar en Lara Chedraoui verleidde moeiteloos het Nederlands/ Belgische publiek. De zangeres ziet er uit als de mooiste vleermuis die we ooit mochten aanschouwen. Helemaal in het flodderig zwart, de haren onderaan lichter gekleurd danst en kronkelt ze over het podium terwijl de beste en meest bekende nummers uit de twee albums voorbij komen. “I’m dressed to kill tonight” zingt ze in Howl en menig man biedt zich als gewillig slachtoffer aan. Mooi opgebouwde set ook met Shewolf  als eerste hoogtepunt, maar uiteraard passeren ook Islands en Delay de revue. Enige minpunt: doordat we in de ban bleven van Chedraoui misten we Lili Grace in de Club Acoustic en laat dit volgens de collega van 3 voor 12 nu net het enige optreden geweest zijn waar de bassen van de hoofdact niet te luid doorkwamen.

Soit, in – toen nog – zalige onwetendheid dansten we mee op de set van de weirdo’s van De Staat: Rocco oogt als een duistere prins achter zijn keyboards, zanger  Florim lijkt wel een geschifte domineeszoon, drummer Van Delft heeft echt de looks van Animal, bassist Van Summeren lijkt weggelopen uit Teddiedrum en gitarist Mircetic is de Mauro van dienst. Ah I See, het openingsnummer van ‘Machinery’ (het vorige album) zette de boel meteen op zijn kop en het nieuwe All Is Dull  was gewoon gelogen. Saai was dit helemaal niet. De vrolijke gekte bereikte een hoogtepunt met Sweatshop en Old MacDonald Don’t Have No Farm No More, maar was nooit ver weg. Zelfs toen Refugee  uit de nieuwste ‘I_CON’ naast een oudje als The Fantastic Journey Of The Underground Man werd gezet of “een kutnummer” als Talk Dirty werdt gecoverd. Zelfs de zon die zich een uurtje verstopt had, kwam terug meegenieten.

Noem ons dwaas of koppig, maar nog één keer trokken we terug naar de hoofdtelefoons van Club Acoustic om de beloftevolle jonkies van I will, I swear te proberen horen. Bijna Mission Impossible met de beukers van Limp Bizkit op de achtergrond, maar toch raakten we hier diep ontroerd en dat was ook de hoop vooraf. Tijdens de – veel te korte – set liet zangeres Fien Deman niets merken en gesteund door haar kompaan Jonathan Van Landeghem en de rest van de band (op viool, cello, gitaar en drums) werkte ze een foutloos parcours af. Alleen vergat ze aan het eind dat wij alles konden horen wat ze tegen elkaar zeiden en haar diep gezuchte “dit nooit meer” vatte het mooi samen. Parels als SleepLong DaysMess en covers als Blue Blood (Laurel) en Flaws (Bombay Bicycle Club) verdienden beter dan dit. Afspraak op Boomtown, jongens!

Dan toch maar nog een groot deel van de set van Fred Durst en Co. meegepikt en het dient gezegd: ook al werd de show soms onderbroken door lange interacties met het (vooral vrouwelijke) publiek – dat mee het podium op mocht – was het moeilijk ontkomen aan de energetische show met de onvermijdelijke hits als My WayMy GenerationRollin’ en Behind Blue Eyes en de obligate covers van o.a. Nirvana. Opgelicht door de gigantische lichtshow ging de massa enthousiast op en neer. Hulst daverde andermaal op zijn grondvesten. Verjaardagsfeestje dag 1: geslaagd, zeker voor wie voor de ambiance kwam.

9 juni 2014
Marc Alenus