Van Dyke Parks - Betoverend nostalgisch

Arenbergschouwburg, Antwerpen, 12 mei 2013

Wanneer levende legendes ons land aandoen, leidt dat niet iedere keer tot sites die het massale dataverkeer niet kunnen verwerken en teleurgestelde fans die na vijf minuten moeten vaststellen dat het hele gebeuren hopeloos uitverkocht is. Van Dyke Parks – een man wiens naam een snor verplicht – mag alle grote namen uit de muziekwereld tutoyeren, van Brian Wilson over Bob Dylan tot Randy Newman en Ringo Starr, maar in Antwerpen stond hij gewoon in de kleine zaal van de Arenberg, voor een publiek van nog geen honderd man.

Van Dyke Parks - Betoverend nostalgisch



De piano op het podium werd omringd door drums, een cello, een contrabas en een harp, dus van bij het begin werd duidelijk dat dit niet het typische avondje rock-’n-roll zou worden. Van Dyke is er intussen zeventig, en hij is het soort muzikant dat grossiert in muziek en levenslessen uit lang vervlogen dagen.

De instrumentale intro leek een opwarmertje, om de vorm van de muzikanten af te tasten. De enige vaste muzikant die Parks meeneemt is immers zijn drummer. Voor de rest van de bezetting doet hij beroep op lokale, klassiek geschoolde musici. Avontuurlijk, maar geen onberekend risico, want de Nederlanders van dienst kweten zich uitstekend van hun taak.

Hits heeft Parks nooit gehad, misschien omdat hij muziek speelt die lijkt te dateren uit een ander tijdperk, van voor de revolutie die rock-’n-roll teweegbracht. Opportunity For TwoCome AlongOrange Crate Art, stuk voor stuk nummers met ijzersterke melodieën, opgebouwd rond de piano die Van Dyke virtuoos bespeelt. Het soort van liedjes waar Brian Wilson of Paul McCartney de mosterd vandaan gehaald lijken te hebben.

Tussendoor spreidde de man zijn eruditie tentoon met verhaaltjes, telkens met een historische inslag, waaruit zijn brede interessesfeer doorschemerde. Het was alsof we een vriend hadden uitgenodigd om te komen zingen in onze woonkamer, zo intiem en – opgelet, zeer oncool – gezellig.

Parks, een rasechte Southern gentleman, grasduinde door de Amerikaanse folktraditie. We werden getrakteerd op covers van John Hartford (Delta Queen Waltz) en twee liedjes van meer dan honderdvijftig jaar oud, van de hand van Louis Moreau Gottschalk uit New Orleans.

Na twaalf liedjes en twee bissen, waaronder Sailin’ Shoes van Lowell George, moesten we afscheid nemen van Parks. Van de muziek dan toch, want de man nam achteraf nog de tijd om aan de uitgang iedereen de hand te drukken en achteraf in de foyer een praatje te slaan en platen te signeren. Dit was een avond om te koesteren, dankzij een ondergewaardeerde held uit Mississippi.

12 mei 2013
Andreas Hooftman