Vampire Weekend - Op en neer

Ancienne Belgique, 18 november 2019

Vampire Weekend  - Op en neer

Zou het een feestje worden? Of zou de laatste plaat de overhand halen en een stevige stempel op dat concert van Vampire Weekend drukken? En wat zou dat dan geven? We gingen de AB in met nogal wat vragen.

Maar voor de band rond Ezra Koenig eraan zou beginnen, mochten we eerst proeven van de Denen van Liss. Het was aandoenlijk hoe ongemakkelijk ze daar op dat grote podium stonden. Alsof ze niet wisten waar kruipen. Maar eens de muziek dan ingezet werd, viel alles in de plooi. Drummer Tobias Laust leek zowat de enige die geen last had van zenuwen, maar als dan de soul – zeg maar een mix van iets minder dansbare Jamiroquai en iets meer soulvolle Avi Buffalo – uit de boxen schalde, verdween die nervositeit, die bij de bindteksten – ze stelden zich na de eerste twee nummers twee keer voor - dan toch weer de kop opstak. Leuke introductie, nu eens discodansbaar, dan weer soulgenietbaar. Ze slaagden er in elk geval in om het publiek uit de babbelkokon te halen. Op zich al een hele prestatie.

Voor Vampire Weekend lagen de kaarten toch enigszins anders. Zij hadden een groot deel van het publiek al voor zich gewonnen, toen ze nog maar het podium op kwamen. En als je dan een show inzet met een fris in het geheugen liggend This Life, lijkt het pleit sowieso meteen gewonnen. De (af en toe) draaiende wereldbol, afgelijnd met een reeks spots, die Pink Floyd-gewijs alle kanten op flitsten en zo mooie effecten creëerden, moesten voor het visuele aspect zorgen. De zaal was klaar voor een dansfeestje.

Maar dat was zonder Ezra Koenig gerekend. Die had duidelijk geen zin om de hitjes af te rammelen, maar stelde het publiek op de proef door steeds weer elke euforie af te kappen met minder voor de hand liggende nummers. En dat was al zo vanaf het begin van het optreden. Want na de eerder vermelde opener volgde dan wel Unbelievers, maar daarna werd met Sympathy een heel wat soberder Latin-sausje over de zaal uitgesmeerd. Dat is nog zoiets dat deze band zo typeert: de songs zijn een smeltpot van allerlei invloeden die ze uit de meest uiteenlopende genres oppikken. Dat kan flamenco zijn, de van hen gekende Afrikaanse ritmes – de percussie nam ook on stage het meeste plaats in – of het pop-frame waarin al die invloeden werden gestopt. Bambina was zo’n voorbeeld van de smeltpot die ze van songs konden maken.

Het waren trouwens niet enkel de songs uit ‘Vampires Of The City’, waarmee de groep toch enigszins uit het - muzikaal althans -opgewekte keurslijf brak dat hen was aangemeten onder invloed van Rostam, en ‘Father Of The Bride’, waarmee de trein werd afgeremd. Ook uit de twee eerdere platen leken met opzet de meer downtempo songs te zijn gekozen.

Opvallende aanwezigen in de setlist waren ongetwijfeld Finger Back, dat de punk in Ezra Koenig losweekte, en Sunflower, dat op gesmaakte wijze uitgeleide werd gedaan met een uitgebreide jam, waarin leadgitarist Brian Robert Jones alle spots terecht op zich gericht kreeg. Want het mag dan wel Koenig zijn die de plak zwaait, hij betoonde zijn muzikanten het nodige respect en bleef op die momenten gewoon in de schaduw. Misschien is hij ook gewoon te braaf om een egotripper te zijn.

Zo kregen wij een concert voorgeschoteld dat ons het ene moment naar extase voerde en het volgende om introspectie vroeg. Uiteraard werd er volop gedanst op songs als Harmony Hall en A-Punk, maar het applaus bij de minder voor de hand liggende nummers was eerder beleefd dan verrukt. Ach, let u maar niet te veel op ons, want ook wij hebben ons uitstekend geamuseerd. En zo af en toe de rem ingedrukt houden heeft nog niemand kwaad gedaan. Alleen die cover van Dylans Jokerman was een beetje overbodig en zat duidelijk niet op zijn plaats, zo helemaal achteraan de reguliere set.

Dan was er nog die bisronde, waarin het publiek verzoekjes mocht doen. M79 en Mansard Roof waren voor de hand liggende keuzes, Diplomat’s Son (slechts gedeeltelijk gespeeld, want te lang) en Ottoman waren dat een stuk minder. En dat thema van de serie ‘Seinfeldt’ had voor ons evenmin gehoefd. Met Walcott werd dan uiteindelijk toch nog een vrolijk punt gezet achter toch bijna dertig songs, die ons door het gebergte van Ezra Koenigs emoties hadden gevoerd. Soms was het up, soms was het down, altijd was het de moeite. Wat zeuren we dan nog?

19 november 2019
Patrick Van Gestel