Vampire Weekend - Net niet
Koninklijk Circus, Brussel, 23 november 2013
Je bent niet helemaal overtuigd van een concert, maar de ochtend erna zie je wel je dochter zingend door de keuken dansen. Dan twijfel je toch of objectiviteit niet overschat wordt. En dat was precies wat er gebeurde de ochtend na het concert van Vampire Weekend in het Koninklijk Circus in Brussel.
Begrijp ons niet verkeerd: het was een goed concert en Vampire Weekend heeft de liedjes om je tot in het ruggenmerg te verwarmen. Dat gebeurde ook. Vanaf het moment dat Diane Young werd ingezet en drummer Chris Tomson zijn veelzijdigheid mocht showen, zat het goed. En al helemaal toen de eerste zes nummers één lang,zij het bescheiden feestje werden.
De bijzonder aanstekelijke, Afrikaanse ritmes van Cape Cod Kwassa Kwassa, het Spaanse gitaartje en het onvermijdelijke, witte orgel van gitarist-toetsenist Rostam Batmanglij in Unbelievers, Holiday, dat al meteen het begin van de kerstvakantie leek in te luiden, … Zes nummers lang zag je het publiek op een wolk rondzweven. Bovendien zorgde bassist Chris Baio voor enig vertier op het podium, door het publiek bij de nummers te betrekken en schokschouderend over de plankenvloer te stuiteren.
Maar dat extra vonkje, die sprankel, de adrenalineshot om de boel echt in brand te zetten was er niet. Op het podium leek alles als normaal beschouwd te worden (en misschien is dat voor hen ook wel zo). En het publiek schuddebolde wel mee in de maat, maar ging niet echt kolken en schuimen.
Als het dan al niet blijkt te kunnen met zes (radio)hits, dan kan je er vergif op innemen dat een nummer als Finger Back daar weinig verandering in brengt. Let wel: wij houden van dat nummer. Net als van het verderop in de set geparkeerde Ya Hey of nog Obvious Bicycle, allemaal nummers die afwijken van wat op de eerste twee albums van Vampire Weekend staat. Niet toevallig werden voor die twee laatste nummers de gitaren (niet de bas) even opzij geschoven en kreeg de piano het hoogste woord.
Dat tweede deel van de set was dan ook mooier dan die resem meezingsongs, maar het publiek leek daarmee – niet eens onlogisch, gezien ook het tempo merkelijk lager lag – helemaal in zijn schulp te kruipen. Af en toe waren er nog wel opstootjes als Oxford Comma of het onvermijdelijke A-Punk, maar ook die konden niet vermijden dat het concert langzaam uitdoofde, in tegenstelling tot de luchter op de gigantische, als projectiescherm fungerende Sneeuwwitje-spiegel die tijdens de pauze voor de bisronde oplichtte.
Met Hannah Hunt, One, waarmee de fans luidkeels “Blake’s got a new face” konden meescanderen, en het hyperkinetische Wallcott, werd in de bis nog een poging gedaan om het optreden terug leven in te blazen en dat lukte vrij aardig, zonder opnieuw een storm te veroorzaken.
Uiteindelijk zagen wij een goed concert. Daarover zal iedereen het eens zijn. Alleen dat extraatje om er een onvergetelijke show van te maken ontbrak nog. Maar wij zijn dan ook gewoon cynische klootzakken.
23 november 2013