Unknown Mortal Orchestra - Geen onvergetelijke Waitangi Day

Trix, Borgerhout, 9 februari 2013

Met verwachtingen die hoger gespannen waren als een regenboog trokken we naar Trix om daar getuige te zijn van de passage van de auteurs van één van de beste platen die we de laatste tijd hoorden. Die andere januarifavoriet Foxygen slaagde er de dag ervoor in om de verwachtingen in te lossen volgens collega (ah). Zou UMO ook toetreden tot het kransje “helden van de toekomst”?

Unknown Mortal Orchestra - Geen onvergetelijke Waitangi Day



Wel, die vraag blijft vooralsnog onbeantwoord. De redenen hiervoor zijn divers, gaande van slechte sandwiches tot een ietwat rare setlist, maar voor we daar dieper op ingaan eerst een woordje over Spectral Park, het voorprogramma.

Dit vijftal uit Southampton staat nog maar aan het begin, met enkel een veelbelovende debuutplaat ‘Ornaments’ op hun actief. Hun in vele effecten gedrenkte psychpop bereikte live helaas niet het gewenste effect omdat de bandleden enorm geconcentreerd en dus een beetje zielloos stonden te musiceren. Frontman Donovans stem werd ook dermate vervormd dat je geen woord begreep wat hij zei, laat staan dat je verstond wat hij zong.

We misten vooral de heerlijke chaos die wel van hun plaat afdruipt. Op 'Ornaments' speelt Donovan dan ook alle instrumenten zelf en wellicht moest zijn live band nog wat meer inlopen. We houden ze verder in het oog!

Genoeg gewacht echter. Het kon niet snel genoeg tijd zijn voor UMO. Veel moest er gelukkig niet van instrumenten gewisseld worden: de drumkit bleef gewoon staan, maar er werd wel een vuilnisbak naast gezet en ook de pedaltrains bleven liggen. Dan gitaar en bas inpluggen en ready to go.

Het half Nieuw-Zeelandse trio ging trippy van start met Little Blu House. Alle drie de bandleden waren ziekjes en dat had niets te maken met de hoeveelheid hallucinerende dampen die ze ingeademd hadden, maar alles met een sandwich uit het tankstation die hen misvallen was. Meteen werd ons ook duidelijk dat de vuilnisbak als wachtbekken voor kots moest dienen.

Al van bij de eerste noten viel op dat zanger/ gitarist Ruban Nielson geen gitarist was waarvan er dertien in een dozijn gaan. Terwijl de funky bas van Jake Portrait onverstoorbaar een lekkere groove aanhield, drapeerde Nielsen daar de ene na de andere fantastische solo en lekkere licks overeen. Wat die man uit zijn Fender Jag Stang met nylon snaren toverde, zette menigeen in de zaal met open mond.

Over Bicycle fietste het trio gezwind naar How Can You Luv Me dat de eerste verrukte herkenningskreetjes losweekte. Toch was het wachten tot No Need For A Leader  voor het eerste nummer uit de door ons bejubelde plaat ‘II’ passeerde. Wie dacht dat we vanaf dan vertrokken waren met het nieuwe werk, kwam bedrogen uit, want prompt volgden er weer twee nummers uit de debuutplaat.

Erg was dat niet. Toch niet tijdens Strangers Are Strange, want wie de aparte manier van spelen van Nielson nog niet opgemerkt had, kon er nu echt niet meer omheen. De man omklemde de hals van zijn Fender tijdens de strofen net voor de body en bespeelde enkel met duim en pink de bovenste en onderste snaar. Gaandeweg streelde hij ook de andere snaren, maar dan wel steeds op geheel eigen wijze.

Toch viel het ons op toen Monki weerklonk: de nummers van ‘II’ zijn een pak straffer dan die van de eersteling. De band overwon nu schijnbaar toch het onpasselijke gevoel in de maag en met So Good At Being In TroubleFFunny FFriends en vooral Swim And Sleep bereikte de show het zenit.

Dat laatste nummer  krijgt wat ons betreft nu al de Grammy van ‘Beste Gitaarmotiefje Van Het Jaar’. Elke keer weer bezorgt het ons kippenvel en we krijgen er dan ook maar niet genoeg van.

Tot besluit van hun show speelde UMO het bevreemdende Boy Witch waarbij drummer Riley Geare voor de intro een cymbaal legde op zijn snaredrum en nog eentje omgedraaid op zijn floortom. Toch was het nummer bijna onherkenbaar zonder de fluitende vogeltjes die er op de plaat wel bij zijn.

De groep sleepte met moeite nog één bisnummer uit de brand:  het van Syd Barret ontleende Lucifer Sam. Het origineel kan je vinden op het legendarische ‘Piper At The Gates Of Dawn’, maar de versie van UMO was zeker ook de moeite waard.

Op de setlist ontwaarden we nog een bis, maar Nerve Damage werd niet meer gespeeld. Wellicht toch teveel "stomach damage" opgelopen.

Onze conclusie: Unknown Mortal Orchestra heeft zich in Trix nog niet onvergetelijk gemaakt. De redenen zijn wellicht: de slechte sandwich, het feit dat de band vooral uit zijn debuut putte terwijl de songs van ‘II’ sterker zijn en de jetlag die de bandleden nog parten speelde (het was pas hun tweede dag in Europa). Geen onvergetelijke Waitangi Day dus voor Nieuw Zeelander Nielson, maar wel een herkansing waard op Les Nuits op 11 mei.

9 februari 2013
Marc Alenus