The Twilight Singers - Fenomenale Dulli transformeert AB in rokerige jazzkroeg
Ancienne Belgique, Brussel, 24 januari 2009
De live-reputatie van Greg Dulli is zoals zijn platen: immer wispelturig. Als hij in topvorm is, blaast hij alles en iedereen omver, maar wanneer het de heer Dulli ook maar even tegenzit, gedraagt hij zich als een vervelend verwend kind dat geen enkele zin heeft om moeite te doen. Nadat hij op Pukkelpop al bewees dat hij samen met zijn kompaan Mark Lanegan er stevig tegenaan kan gaan, waren de verwachtingen voor deze passage van The Twilight Singers in de AB hooggespannen.

De opbouw is vanaf opener Teenage Wristband alvast quasi gelijklopend met die vanop Kiewit: een rauw en stevig I’m Ready raast als een stormram doorheen de zaal, Bonnie Brae zit als vanouds in zijn spoor. Martina Topley-Birds Too Tough To Die klinkt bij Dulli hard en toch nog teder, een ingetogen rustpunt vooraleer Mark Lanegan het podium betreedt. Ook zijn eerste passage op het Brusselse podium verschilt niet veel van wat we op Pukkelpop meemaakten. Hun Live With Me bewijst dat er in de triphop van Massive Attack ook ijzersterke rocknummers schuilen, terwijl Leadbelly’s klassieker Where Did You Sleep Last Night? bij Lanegan veel duisterder klinkt dan wat Kurt Cobain jaren geleden uit zijn akoestische gitaar priegelde.
Ook al staat Mark Lanegan in het lang en breed op de affiche, toch blijft de ware ster van de avond Greg Dulli. Hij gooit telkens zijn volle gewicht in de schaal, en slingert zo langsheen Esta Noche en Papillon. Van razend en snoeihard naar immer dreigend en soulvol, het is allemaal geen enkele moeite voor Dulli. Zijn eeuwige nonchalance wordt er niet minder door terwijl hij, sigaret rustigjes bungelend in de mondhoek, een flard Killing Moon ertussen gooit. Bij Candi Crane Crawl wordt het crooner-trukje vanop Pukkelpop dan nog eens dunnetjes overgedaan wanneer Dulli halverwege de song een knieval doet richting het publiek.
De Afghan Whigs-reünie hangt in de lucht, maar ditmaal houdt Dulli het enkel bij een strofe Tonight, de Twilight-nummers primeren duidelijk. Zoals There’s Been an Accident, eventjes een adempauze tussen al die pure rock-‘n-roll, en zoals het wild om zich heen schoppend Forty Dollars – drugs zijn vier minuten lang ongelooflijk cool. Na die afsluiter laten The Twilight Singers zich vijf minuten lang al het gejoel en handengeklap welgevallen, alvorens Dulli zich voor de piano schaart. The Killer mag zich op herkenningsapplaus verheugen, naadloos daarachter volgt TV On The Radio’s Wolf Like Me.
Daarna is het tijd om Mark Lanegan nog eens voor een handvol nummers het podium op te sleuren. Ditmaal passeren Boogie Boogie en de traditional Black is the Color of My True Love’s Hair, maar ook hier drukt Lanegan nauwelijks zijn stempel op de nummers. Onwrikbaar staat hij vastgetekend aan zijn microfoonstandaard, met uitzondering van een nauwelijks merkbaar knikje richting Greg Dulli. Die host dan weer als een bezetene over het podium, zijn gitaarsnaren tergend, zijn strottenhoofd geheel in dienst van de donkere bas van Lanegan.
“It’s only sunday night in your heads!” roept Dulli ons toe in de intro van Underneath the Waves. En gelijk heeft hij. Want voor anderhalf uur lang stond de AB niet in Brussel, maar waren we even verplaatst naar een zaterdagavond in rokerige kroeg ergens in een achterbuurt van New Orleans. Dit was een van de meest gezegende Greg Dulli’s die we ooit gezien hebben: ontketend, woest en rauw. Een memorabel concert.