The Subways - Levensvreugde

Botanique, Brussel, 12 maart 2015

Sommigen zeggen wel eens dat het feest niet kan blijven duren, maar die mensen hebben duidelijk nog nooit gekeken naar hoe The Subways zich amuseren op een podium. Ze zijn intussen al goed in de dertig hoewel hun babyfaces een andere indruk geven. En de band? Die staat in mensenjaren uitgedrukt al aan de rand van de puberteit, maar van enige weerspannigheid geeft het kind nog geen blijk. It's A Party klonk het enthousiast in de afsluiter, maar om tot dat besef te komen moest je heus niet tot de laatste song wachten.

The Subways - Levensvreugde



Voor vooruitstrevende, nieuwe muziek hoef je het niet te doen. Neen, hun laatste, titelloze album heeft niet bepaald een wervelwind veroorzaakt in de hedendaagse rockscène. En ja, de nieuwe songs klinken vooral als meer van hetzelfde. En ook, je zou je wel eens vragen kunnen stellen bij de houdbaarheidsdatum van The Subways. Maar anderzijds zeiden vele critici dat na hun tweede worp 'All Or Nothing' ook al, en toch staat de groep er nog steeds. En hoe!

Want we kunnen ons maar weinig groepen bedenken die met zoveel gemeende en goedlachse joie-de-vivre op een podium staan. Bassiste Charlotte Cooper huppelde al vanaf de eerste seconde als een dartel konijn over het podium. En zanger-gitarist Billy Lunn is een crème van een frontman. Hij heeft wat weg van de aan ADHD-lijdende jongen die in elk klaslokaal op de laatste rij zenuwachtig op zijn stoel zit te schuifelen. Er is geen enkel optreden waarbij je hem niet op een tandenbrede glimlach kan betrappen. Daar waar hij drie jaar geleden - in Het Depot in Leuven - nog tot op het plafond klom, beperkte hij zich nu tot een rondje crowdsurfen. Om zich daarna te excuseren als hij iemand geraakt zou hebben. De man is als een soort kruising tussen Howlin' Pelle Almqvist van The Hives en Ricky Wilson van Kaiser Chiefs, maar dan nog aimabeler.

Billy vond ook alles tof: hij houdt van ons accent, van onze dans-en zangkwaliteiten, en zelfs van onze beledigingen. Want toen een overenthousiaste fan op de eerste rij hem toeriep "Charlotte is better than you!", kon hij alleen reageren met een schaterlach en een bedankje voor het compliment. Dat zijn Frans slechter is dan het Duits van Jean-Marie Pfaff vergaven we hem met de glimlach.

De amusante publieksinteractie van Lunn terzijde, er werd ook nog gerockt in de Botanique. En stevig. Het hitsige We Don't Need Money To Have A Good Time stak meteen het vuur aan de lont en het vuurwerk dat erop volgde bleef anderhalf uur lang knetteren. Hun vaste drummer is tijdelijk buiten strijd - het syndroom van Asperger heeft hem opgezadeld met een aanzienlijke portie podiumangst, die hem tijdens het begin van deze tournee even teveel werd - maar zijn vervanger gaf met evenveel vuur het ritme aan.

The Subways overtuigden met potige rocksongs als Shake! Shake! - met een hoofdrol voor de moddervette baslijn -, en Kiss Kiss Bang Bang, maar ook met meer tedere momenten. Publiekslieveling Mary is de perfecte, muzikale vertaling van het spreekwoord "Ruwe bolster, blanke pit". De opzwepende drum- en gitaarritmes wentelden zich vlekkeloos rond de mooie ode aan Billy's moeder.

Tussendoor werden ook de zangtalenten van de zaal duchtig op de proef gesteld: het publiek  brulde het heerlijke Rock & Roll Queen mee als ware het een voetbalstadionanthem en mocht aanvullen op het refrein van I Want To Hear What You Have Got To Say. De drummer haalde prompt een GoPro-camera boven om dat alles op de gevoelige plaat vast te leggen. Ook anderen mochten delen in de pret. Het gebeurt niet vaak dat je zelfs roadies enthousiast ziet meeklappen op de melodie.

Wie voor filosofische traktaten naar de Botanique was afgezakt, kwam van een kale reis terug. Maar wie zijn feestmuts ophad en zijn dans- en zangkunsten wou oefenen, die was aan het juiste adres. "Niet mokken, maar rocken", is het levensmotto van The Subways. Wij hopen oprecht dat zoveel levensvreugde voldoende is om er nog tien jaar bij te doen.

12 maart 2015
Filip Van der Elst