The Subs - Pauselijk feest
Ancienne Belgique, Brussel, 19 april 2011
Zwart of wit. Voor of tegen. Pro of contra. Een middenweg bestaat niet. Niet als The Subs live spelen en al zeker niet als dat gebeurt in een uitverkochte AB-Box. The Subs kwamen er donderdag hun cd officieel voorstellen. Dat die cd goed is, wisten we al. Dat The Subs een stevig feest kunnen ontketen op en naast het podium, ook. Na donderdag weten we ook dat één plus één wel eens drie kan zijn. The Subs knalden zoals alleen zij dat kunnen. Met een tomeloze, energetische en spannende set, die je deed snakken naar adem. Met een frontman die in de gordijnen van het AB-balkon hing. Met een gigantisch feest als afsluiter, waarbij de Pope Of Dope en zowat de helft van het publiek op het podium stond. O ja, voor we het vergeten: het voorprogramma klonk ook best interessant.

Teddiedrum mocht opwarmen voor The Subs. Niet evident, als je weet dat ze momenteel een gigantische hit hebben met het zonnige, poppy en dromerige Miami. Heel wat anders dan de beats en scheurende synths van The Subs. Maar Dijf Sanders en Jason Dousselaere bewezen met hun zes nummers dat ze heel wat meer stijlen aankunnen.
Ze verrasten van bij de start, toen een gigantische harp bestaande uit laserstralen bespeeld werd, tot de laatste gierende metalsound uit de boxen klonk. Onderweg zagen we twee snorren met een hoog muppetgehalte. De ene klopte afwisselend op teddieberen en een synth, de andere verdeelde zijn tijd tussen een retrogitaar en een micro. We waanden ons op de kermis, in een rollercoaster die scheurde langs oldschool elektro over aanstekelijke funkpop tot punk en metal. Hun set was misschien wat rommelig en er wacht hen nog heel wat zoek-, schaaf- en knipwerk, maar de humor, het talent en de ideeën dropen er in ieder geval vanaf.
En dan: zwart en wit. De kleuren van het decor van The Subs. Van de kostuums van Jeroen de Pessemier (Papillon), Luca Di Ferdinando (Highbloo) en Wiebe Loccufier (Tonic). Althans, voor even. Zoalang het sferische en bedwelmende Hannibal (And The Battle Of Zama) duurde. Hoewel dit nummer in het midden van het nieuwe album Decontrol gestopt werd als een melodieus rustpunt, werkte het in een liveset uitstekend als religieuze intro op al het verderf dat komen zou. Met de begintonen van The Fuck Song ging het monnikenpak af en al gauw stond De Pessemier in bloot bovenlijf “She justs wants to fuck” te zingen op robotachtige, hyperkinetische tonen. Geen mens die nog op de decors lette. Te druk bezig met krijsen, dansen, springen, vliegen. Jonkie en nieuwkomer Highbloo voelde zich, tokkelend op een instrument dat het midden houdt tussen gitaar en drumcomputer, duidelijk goed bij het Gentse tweetal en het was een plezier om de speelse interactie met frontman Papillon te zien.
Met achtereenvolgens het geniale housenummer Don’t Stop, hun eerste echte hit Kiss My Trance, het snoeiharde Bang Bang Bang, de titelsong van de nieuwe plaat Decontrol en succesnummer tijdens livesets Fuck That Shit, schakelden The Subs halverwege de set in overdrive en werd je adem vijf nummers lang afgesneden. Moordend tempo, aanstekelijke energie. De Pessemier kroop op het balkon van de AB, dook in het publiek en verdeelde even later tijdens My Punk het publiek in twee. Iedereen aan de zwarte en de witte kant moest gaan zitten, om even later synchroon en op teken van de frontman in het gangpad, recht te springen.
Het zijn spelletjes die door het danende, krijsende, zwevende publiek erg gesmaakt werden. Verdeel en heers. The Subs als keizers van de Ancienne Belgique. En toen moest de Paus nog langskomen. Na een beklijvende versie van nieuwste hit The Face Of The Planet mocht Partyharder Mon Colonel, sinds de zomerhit gekroond tot president en paus tegelijk, het eindfeestje inzetten met The Pope Of Dope. Zowat de helft van het publiek beklom het podium om mee te feesten, zodat de set toch eindigde in prettig gestoorde chaos.
Het was kortom een groot feest zoals we dat van The Subs intussen gewend zijn. Maar daarnaast onthouden we vooral dat The Subs met hun tweede album ‘Decontrol’ heel wat goede songs voor het publiek in petto hebben, waardoor het concert niet enkel een springend feestje was vol publieksvermaak en geslaagde spelletjes, maar ook een muzikaal feest vol melodieuze hoogtepunten. Bovendien zat de liveset erg ingenieus en samenhangend in elkaar, waardoor spanning en aandacht nooit verdwenen.