The Strypes - Hoe zou het zijn met de jaren vijftig?
Botanique, Brussel, 23 april 2014
Niet zo heel erg lang voor de start van het optreden van The Strypes schalde - nu ja, het stond wat zacht - My Generation van The Who door de boxen van de Orangerie en daar ging het vanavond om. Want waar The Strypes muziek brachten uit een tijdperk waarin pop- en rockmuziek generaties nog verdeelde, werden op deze dinsdagavond vooral generaties verbonden: bonke vijftigers met t-shirts van Springsteen stonden er naast jongelingen met de beeltenis van John Lennon of Kurt Cobain op de borst. Generatieoverschrijdende helden.
The Strypes zelf zijn niet zo tijdloos. Ze maken er geen geheim van dat ze niet zoals de meeste andere jonkies van hun leeftijd fan zijn van pakweg Mumford & Sons of Lorde, maar terugvallen op de fundamenten van de popmuziek. Ze hebben de eerste drie decennia muziekgeschiedenis opgezogen en die bagage tot een eigen geluid geboetseerd. Het opmerkelijkst aan dat geluid is de prominente plaats van de mondharmonica.
Maar laten we beginnen bij het begin. In dit geval was dat bij What A Shame. Zonder pauze knalde die eerste song over in So They Say om vervolgens helemaal loos te gaan in het obscure seventiesnummer Lucky 7 van de al even obscure Lew Lewis. Het bewijst meteen de grote kunst van The Strypes: ook als ze coveren – en dat doen ze vaak – zijn de nummers raak gekozen, op hun lijf geschreven. Elf covers zouden ze spelen en elke keer had het ook een eigen nummer kunnen zijn.
Veel meer kunnen we over de muziek niet zeggen. Want eerlijk is eerlijk: de drieëntwintig songs die vanavond gespeeld werden leken nogal op elkaar. Maar wat een energie. De solo's tierden weeldig in het rond, terwijl het heerlijk arrogante frontmannetje Ross Farrelly tekeer ging op mondharmonica en tamboerijn. De songs werden er in een razendsnel tempo doorgejaagd. De eerste drie waren achter de rug na amper acht minuten. Enkel met Angel Eyes (niet het nummer van Roxy Music) werd er even gas teruggenomen.
Tijdens Got Love If You Want It (een cover van Slim Harpo) speelden de heren een spelletje: gitarist Josh McClorey hanteerde voor één keer de mondharmonica en nam de zang voor zijn rekening terwijl Ross Farely de gitaar van hem overnam. Het resultaat was niet minder strak in deze rolbezetting.
En nog bewezen dat ze muzikaal meer dan onderlegd waren toen gitarist McClorey die achteloos de riff van Led Zeppelins Heartbreaker in de staart van Angel Eyes smokkelde. Drummer Evan Walsh ging sneller dan ogen konden waarnemen in nieuwe single Hard To Say No. Of gewoon wat ze allemaal deden in de afsluiter van de reguliere set, een verschroeiende versie van de bluestraditional Rollin' And Tumblin'.
Door hun retromuziek deden The Strypes je verlangen naar een tijd die je nooit hebt meegemaakt. Een tijd toen rockmuziek nog echt iets betekende en ernaar luisteren niet minder dan een statement was. Toen je je ouders de kast op kon jagen door je haar te laten groeien of een jeans te dragen. De tijd dat radiostations de zee op trokken en zo illegale piratenzenders werden omdat ze enkel op die manier de muziek konden draaien die de jeugd wilde horen. En de jongelui die stiekem luisterden met de radio onder het hoofdkussen. Naar de tijd waarin je cool was als je de auto van je vader mocht lenen voor een date, maar ook dat tijdloze van het meisje van je dromen dat voor de stoere in plaats van voor de lieve jongen koos (luister naar Angel Eyes).
De songs zijn kort, strak en eenvoudig en de teksten zijn nog eenvoudiger. Wie zestien is mag nog wat diepgang missen en bovendien hoort het bij het soort muziek dat The Strypes maken. Laat ze toch. The Strypes verdienen respect omdat ze de muziekgeschiedenis incorporeren in hun eigen set en op die manier oude muziek aan een jonge generatie aanreiken. The Strypes verdienen respect omdat wat zij doen niet velen hen nadeden toen zij zestien waren. En The Strypes verdienen ook respect omdat ze hun set eindigen met een zestal covers zonder dat dat stoorde. De allerlaatste Louie Louie van The Kingsmen ontpopte zich trouwens nog tot een heerlijk meezingmoment.
The Strypes maakten indruk, zoveel is zeker. En ondertussen vragen wij ons owillekeurig af wat er met The Strypes zal gebeuren als de jongens mannen worden. Of als ze de hartzeer van Roy Orbison ontdekken in de platencollectie van hun grootouders.