The Shins - Zonnig vertier
Botanique, Brussel, 8 november 2008
Als voorprogramma is Viva Voce meegevlogen. Kevin en Anita Robinson (man en vrouw, voor alle duidelijkheid) brengen met zijn tweetjes een experimenteel soort indierock, dat duidelijk gesmaakt werd door de uitverkochte Orangerie. Met Kevin op drums, mondharmonica en occasionele akoestische gitaar en Anita op elektrische gitaar lijken ze hun instrumenten vaak te doen botsen met lieflijke zang. Maar de ruige gitaren inclusief feedback en het gedreven drumwerk sluiten op een of andere manier naadloos aan bij de engelenzang van de twee. In nummers als From The Devil Himself wordt er een soort eenheid tussen twee uitersten gesmeed. Geen wonder dus dat het publiek meer dan gecharmeerd is door dit ongewone duo. Maar het is voor The Shins dat men de zon achter zich heeft gelaten om met ruwe hand te worden ondergedompeld in een bad van fonkelende popsongs, songs die de kracht en energie in zich hebben om een mens te verwarmen. Met een afbeelding van de diepzeefauna als decor die ook de hoes van de laatste CD ‘Wincing The Night Away’ tooit, komt het vijftal het podium op terwijl het synth-deuntje dat Sleeping Lessons inzet, de zaal vult. Wanneer James Mercer, met hemd en das, de eerste lijnen zingt met zijn karakteristieke stem, laverend tussen schriel en zacht, afwisselend slaand en zalvend, wordt het publiek dan ook meteen meegesleurd in de vloedgolf van uiterst aangename popdeuntjes. De eerste vier nummers zijn ook de eerste vier van de laatste plaat, zelfs in dezelfde volgorde en gespeeld met dezelfde zin voor detail, af en toe een versnelling hoger. De groep houdt trouwens wel meer dezelfde volgorde aan als op hun CD’s. Zo worden ook de eerste twee nummers van ‘Chutes Too Narrow’ en Girl Inform Me en het luidkeels meege-oehde New Slang van hun debuut ‘Oh, Inverted World’ netjes op volgorde gebracht. Tussendoor wordt er gedold met het publiek en legt Mercer uit dat hij niet op Glastonbury kan zijn omdat zijn vrouw rond die tijd bevalt. Dit alles gewoon om aan te tonen dat de sfeer op het podium uiterst ontspannen is, al wordt er bijzonder hecht gemusiceerd. Af en toe zit de klank niet helemaal goed, maar dat wordt met de mantel der liefde bedekt. En tijdens schitterende liedjes als Saint Simon wordt dan ook met een brede glimlach op het gezicht meegedeind op golven van heerlijke eenvoud. Tijdens de pauze worden de oehs van New Slang opnieuw door het publiek bovengehaald om de groep te overtuigen nog enkele nummers te brengen. En uiteraard wordt daar graag op ingegaan. Zo wordt er afgesloten met een uitbundig So Says I als wil de groep bevestigen dat het goed is geweest, voor zover dat nog nodig is.
