The Revival Hour, Delorean - Warm en koud
DOK, Gent, 17 september 2013
Pokkenkoud was het. Daar in de DOKArena. En uiteraard hadden we er weer niet aan gedacht om een degelijke jas mee te brengen. Maar er waren andere manieren om het warm te krijgen in Gent. En dat had alles met het voorprogramma te maken.
Want het was een beetje een rare combinatie, die de heren van Democrazy hadden gemaakt. Een indiedanceband – het kind moet nu eenmaal een naam hebben – in combinatie met pure luistermuziek. Zij het dat die laatste uiteindelijk nog behoorlijk funky klonk.
Laat ons voor één keer eens de wereld op zijn kop zetten en beginnen met de main act. Op hun laatste plaat zitten Delorean erg dicht in de buurt van een band als Foals. Dansbare indie met best wel geslaagde songs. Af en toe hoorden wij flarden van hoger vermelde band langskomen. En de intro van Spirit deed ons toch een beetje aan Massive Attacks Angel op speed - letterlijk dan - denken.
Het was allemaal behoorlijk uptempo. En daar zat hem nu net het probleem. Als je gekomen was voor het voorprogramma, hield je dit niet vol. De kou zocht zijn weg door de kieren en dreef je naar buiten. Niet voor niets was het publiek voor de helft gewisseld na de pauze. We willen Delorean hier geen onrecht aandoen, maar wij hadden er gisteravond even geen zin in.
Op een of andere manier was The Revival Hour dus in het voorprogramma van hoger vermelde band beland. Van ons mocht het gerust andersom geweest zijn. Want het gezelschap rond zanger-gitarist DM Stith en laptopwizard John Mark Lapham (van The Earlies, als u dat iets mocht zeggen) bleek op het podium zowaar nog meer dan op plaat indruk te maken.
Stith zettte het concert in zijn eentje in gang met het mooie My Impatience. Het foutje dat hij halverwege de song maakte werd moeiteloos en letterlijk met de ogen dicht weggevaagd door de passie, die van de frêle man, de ogen gesloten, de gitaar tot bijna onder de kin, uitging. Het was de aanzet voor een intens concert.
Laphams rol bleef eerder beperkt tot het subtiel inlassen van stukjes toetsen of blazers terwijl hij ook nog wat percussie aan de set toevoegde. Het was logischerwijze Stith, rond wie het geheel draaide, ook al was de ritmesectie van bij aanvang bijzonder aanwezig. Zijn unieke, hoge stemgeluid was daarbij een belangrijke factor.
Precies door de toevoeging van een bassist en drummer kreeg het geheel vaak een erg funky toets. Niet dat het altijd even uitbundig was. Het kon evengoed meer ingetogen zijn, ook al haalde Stith soms gretig uit met zijn elektrische gitaar, daarbij vaak bijna dubbel plooiend.
Het resultaat was een voorprogramma waar wij het bijzonder warm van kregen. Jammer dat dat niet bleef duren.