The Next Big Thing - Jeugdig speelplezier
Minnemeers, Gent, 25 februari 2009
De lijst van overwinningen en finaleplaatsen die Arquettes, Roadburg, Steak Number Eight, The Galacticos en Team William samen hebben verzameld, is redelijk indrukwekkend. Zo waren er successen op Humo’s Rock Rally (goud, brons, officieus vierde, een finale- en een halvefinaleplaats), de Battle van de Lage Landen, Fnac Unsigned Music Talents, de Kunstbende, de Demopoll, de KBC Democontest, Limbomania en Westtalent.

Nu worden alle vijf de bands naar de top begeleid door de vzw Keremos, een alternatief managementbureau voor jonge groepen. Keremos organiseerde in november de eerste editie van ‘The Next Big Thing’ in het Antwerpse muziekcentrum Trix, maar door het grote succes was nu ook de Gentse rondreizende club Democrazy aan de beurt. En op 13 maart volgt nog de Cactusclub in Brugge.
Arquettes had de taak om het verspreide publiek naar het podium te lokken. Solidariteit troef onder de optredende bands, want het waren de jongens van Steak Number Eight (mét vriendinnetjes) die het goede voorbeeld gaven. Arquettes begon de set met een reeks nieuwe nummers, getuige aankondigingen als New Number One en Nieuw Nummer Drie.
Bij ons bleef vooral Crafty hangen. De song heeft alles wat Arquettes zo goed maakt: onweerstaanbaar ritmische drums, gierende gitaren, melodieuze synths en een overtuigende samenzang tussen frontman Koen Wijnant en toetsenist Jan Borremans.
Tijdens het radiohitje It’s a Relief stegen de eerste kreetjes van herkenning op uit het publiek en begonnen de kopjes wat heviger te knikken. Afsluiter Killerteen Hips deed Minnemeers een eerste keer daveren met een wervelwind van drumslagen en synthgeluiden. De toon voor een opwindende avond was gezet.
De Limburgse groep Roadburg heeft met zanger/bassist/saxofonist Siegfried Smeets en gitarist/zanger Thibault Vaninbroukx twee muzikanten in haar rangen die ook The Galacticos aanvoeren. Met Roadburg verkent Smeets zijn jazzy kant. De songs verraden zijn affiniteit met de muziek van Frank Zappa en de postmoderne jazzmuzikant John Zorn.
De nummers van Roadburg zijn op hun best wanneer ze uitgesponnen worden over een lange sferische intro of een uitlopende, quasi geïmproviseerde jam. Dat de single Turn the Radio Off gespeeld werd in de kortere radio-versie vonden wij dus een spijtige zaak. Gelukkig lieten de jongens zich tijdens de andere nummers volledig gaan.
Absoluut hoogtepunt was afsluiter Dead Man’s Call. Een prachtige muzikale aanloop, emotioneel beladen door de Rhodes-piano van Arnaud Vandeputte, sterke lyrics, zang die deed denken aan de Cold War Kids én een übermuzikale climax waarin Vaninbroukx al zijn kunnen toonde en Smeets eindelijk zijn saxofoon bovenhaalde. “Siegfried, do you wanna be my friend?”, klonk het uit het publiek. “Misschien.” (Griezelig euforisch geluid uit de menigte) “Heel misschien.”
Tijdens het klaarzetten van de instrumenten van Steak Number Eight klonk een onheilspellende drone door de zaal: het signaal voor een halfuur hartstochtelijk beuken. Zonder waarschuwing zette Brent Vanneste Blood on Our Hands in. Dreinende geluidsgolven overspoelden het publiek en sneden de adem af. Met My Hero werd de spanningsboog zonder problemen vastgehouden.
In het midden van de set kregen we een nieuw nummer te horen. The Perpetual drijft op een dreigende dynamiek tussen trage aanlopen en snellere uitbarstingen. Na On the Other Side bedankte Brent de mensen van Keremos en wij ontwaakten op dat moment even uit onze trance. Even waren we ervan overtuigd dat de set was afgelopen. Geen The Sea Is Dying? Onze dag – die toch nog anderhalf uur duurde – leek verpest.
Maar dan stelde Brent ons gerust met de woorden: “Hier is ons laatste nummertje (sic).” En wat voor een nummertje. In The Sea Is Dying combineert Steak Number Eight de aandrift van Isis, de melodieusheid van Godspeed You! Black Emperor en de esotherie van Sunn O))). Dat doen ze bovendien op zo’n hoog niveau dat de vergelijkingen op geen enkel moment grotesk worden. En hoewel de muziek van Steak Number Eight overdonderde, liet ze het publiek niet teneergeslagen achter. Er daalde eerder een sfeer van hoop en strijdlust over neer.
En als toch iemand zwarte gedachten had, dan waren die na het horen van de opgewekte zomerrock van The Galacticos alweer compleet verdwenen. Na de countdown joegen de Limburgers er in sneltempo hun hele ‘EP Phone Home’ door. Wij houden er wel van: vier nerdy mannetjes die vergeten zijn hun relatine te nemen en met een glimlach op het gezicht “We got laid!” staan te zingen. En bij single Humble Crumble - op hun MySpace vakkundig gedissecteerd door Frieda Van Wijck - sloeg zowat heel de zaal aan het dansen.
Met de countdown to take-off aan het begin van de set, de ep-titel ‘EP Phone Home’, de songtitel Battlestar Galactica, de space invader-geluidjes van toetsenist Siegfried Smeets en de ruimteallusies in zowat elk nummer halen The Galacticos alles uit hun bandnaam wat erin zit. Wij zouden ze volgende keer graag iets zien proberen met een zwart gat en een zonnewind.
Als afsluiter van de avond kwamen de jongens van Team William hun uitnodiging voor de Canadian Music Week vieren. Dat frontman Floris De Decker een uitstekend songschrijver is, lijdt geen twijfel. Met Hotel, Lord of the Dogs en London Lofi begon de set dan ook ijzersterk. Everything Was a Verb was onze favoriet, met het prima meebrulbare refrein "I’m needed for one day / I got to take one for the team! / I’m needed in your dream / I’ll be your needle in the hay!"
En the Artner? Die had een privépubliekje dat hem voortdurend ophitste. In Minnemeers hield hij zijn schoenen aan, maar we kregen wel de armzwengel, de pirouette, de hot keys (heel voorzichtig op een toets drukken en dan snel terugdeinzen), de microtelescoop en de primal scream. Tussendoor verkondigde hij wijsheden - “Het is niet omdat een relatie niet perfect is, dat ze niet de moeite waard is” - en deelde hij plukken haar uit. Wij zagen menig Artner-leek een handje voor het voorhoofd toeknijpen. En wanneer de rest van de groep al weg was, stond the Artner nog kinderlijk enthousiast op het podium te klooien: “Ik sta graag op een podium”.
Met het kinderlijke enthousiasme van the Artner eindigde deze editie van ‘The Next Big Thing’. Wij konden alleen maar tevreden zijn. We waren getuige van tonnen speelplezier, passie voor muziek, opgewektheid, solidariteit en positieve attitude. Als dit de muzikale hoop voor de toekomst is, dan gaan we mooie tijden tegemoet.