The National - Gedreven en gepassioneerd
013, Tilburg, Nederland, 22 juli 2011
Tilburg, net over de grens voor de Kempenzonen die we zijn. Parking Tivoli bevindt zich vlak naast de zaal. En alles is piekfijn georganiseerd: betaalbare tickets en een ongelooflijke rockzaal met een groot aantal toegangsdeuren en bars op elk niveau. Allemaal dik in orde daar over de grens. Voor dit optreden in Tilburg waren er geruime tijd kaarten beschikbaar en kon men pas op het laatste moment het bordje uitverkocht bovenhalen. Vreemd toch, teveel festivals? Overaanbod? Enfin, wij konden er maar goed mee zijn.

The National is een groep om te koesteren. Zonder al te veel poeha pakken ze een zaal gaandeweg in. Het zijn ook gedreven muzikanten en de zang is bijzonder gepassioneerd. Je zit constant te denken dat ze, wat jou betreft, nog uren mogen doorgaan. Bij de meeste concerten is de spankracht er na drie kwartier wel uit, maar niet bij The National. Zij bouwen aan een sfeer: song na song naar een onvermijdelijk einde waarvan je weet dat je spijt zal hebben dat het gedaan is. Terwijl het nog bezig is.
Zanger Matt Berninger, een man van weinig woorden in zijn bindteksten, gaf al aan dat ze na een eindeloze reeks openluchtfestivals het bijzonder fijn vonden om in een zaal te staan, toch meer hun natuurlijke biotoop. Hoewel ze de overstap naar de grote podia moeiteloos genomen hebben, is dit soort zaaltjes met capaciteit van rond de tweeduizend man toch meer hun habitat.
De anders zo luidruchtige noorderburen werden er zowaar stil van. Hoogtepunten zijn moeilijk te noemen; het ging immers voortdurend in stijgende lijn maar slotnummer Vanderlyle Crybaby Geeks waarbij alle muzikanten hun microfoon lieten voor wat het was en het nummer gewoon akoestisch naar de zaal toezongen: kippenvel.
De twee blazers brengen wonderlijke nuances aan bij de nummers en de klankman van 013 laat horen dat het ook kan aan een minder luid volume, De klank was loepzuiver: elke snaar, elke roffel, elke tik op de hi-hat was perfect te onderscheiden. Nu is dit voor deze muziek ook wel nodig. De bariton van zanger Matt zou niet gediend zijn met een geluidsbrij.
Blood Buzz Ohio en Fake Empire sloten voorspelbaar de reguliere set af. Deze songs zijn toch de blauwdruk van hun repertoire: songs in lagen, spelen met het idee hard/stil en rust/uitbarstingen. De drums doen wel eens denken aan de new wave van de jaren tachtig van Echo & The Bunnymen en The Cure, maar dan toch op een geheel onnavolgbare stijl.
Melancholie en onderkoelde schoonheid, grootsteeds verval, schoonheid in verval, een leefwereld die ook door Springsteen en Gaslight Anthem wordt opgeroepen, maar dan op een andere manier.
Wij waren al fan en zijn dat nu nog meer. Misschien toch maar eens wat meer over de grens gaan hoppen. Wilco op 14 november bijvoorbeeld?