The Kills - Eigenzinnige popmuziek

undefined, 10 november 2016

“You got me from the start / You got me good / Aim and take a shot / You got me til I drop / Like I knew you would.” Met deze zinnetjes uit Impossible Tracks hebben we in feite alles gezegd, want The Kills veranderden de anders zo gezellige Arenbergschouwburg in een heuse, vuile rocktempel. En toch waren ze daar helemaal op hun plaats, want The Kills werden heel hartelijk ontvangen en met tegenzin weer naar huis gestuurd.

The Kills - Eigenzinnige popmuziek

Alsof dat nog niet voldoende was, hadden ze ook de labelgenoten Georgia meegebracht. De twee meiden (drummer en toetsenist) deden vooral denken aan Kate Tempest-meets-een-fucked-up-versie-van-Depeche Mode. Blijkt achteraf dat Georgia Barnes, zangeres en drummer, dochter is van één van de sleutelfiguren van Leftfield en haar sporen al heeft verdiend achter de drums bij Kate Tempest. Onze oren bedriegen ons niet. Het was dansbaar, rauw en origineel en af en toe slaakten de meisjes een kreet, die klonk alsof Donald Trump hen net in het kruis had gegrepen. En o ja, de eerste “I hate Donald Trump” on stage sinds zijn verkiezing is ook binnen.

Georgia vroeg bij het verlaten van het podium om lief te zijn voor Alison Mosshart en Jamie Hince, maar die vraag was natuurlijk overbodig, want op de twee podiumhelden van The Kills zat iedereen op te wachten. Sinds deze zomer zijn de twee terug met nieuwe plaat ‘Ash & Fire’; eindelijk na een lang aanslepende handblessure van Jamie Hince waarvoor de gitarist maar liefst vijf keer onder het mes moest. Dat je dan überhaupt ooit nog het podium op kan kruipen om je gitaar te geselen zoals Hince dat doet, is dan al een klein mirakel.

De formule van The Kills blijft ongewijzigd: rockchick bij uitstek Alison Mosshart kronkelt en dartelt over het podium, zwiert haar (tegenwoordig) blonde haren in het rond en steelt alle blikken. Ondertussen voorziet Hince de songs, die in wezen popsongs zijn, van vuile, nijdige en/of ontregelende riffs. Schrappen wat niet past.

Daarbij verkennen ze alle genres en alle hoeken van de kamer. Heart Of A Dog is meeslepend en funky, U.R.A. Fever is ontregelend vanaf de op herkenningsapplaus onthaalde kiestoon en Kissy Kissy is vijf minuten lang verleidelijk.

In feite maken The Kills miskende popmuziek. Ze hadden ooit een bijna-hitje met Black Balloon (het blijft prachtig), maar dat ze nooit verder dan dat zijn geraakt ligt aan hun eigenzinnigheid. Het nieuwe Impossible Tracks was bijvoorbeeld een danceflooranthem dichtgeplamuurd met riffs (en wat voor riffs!); Baby Says zou girlgrouppop uit de sixties à la Phil Spector kunnen zijn; en het nieuwe Echo Home zou niet misstaan bij The xx ten tijde van hun eerste plaat. Dat alles natuurlijk, als de nummers niet overgoten waren met de typische Kills-saus.

Voor Pots And Pans mokerde Mosshart er op los op een tweede drumstel. Het nummer sloeg naar het einde toe zowat alles in puin, maar werd toch nog gevolgd door het veel meer bedaarde Monkey 23; een minder mooi nummer zou er niet mee wegkomen. En dan volgde één van de allermooiste momenten van de avond: Mosshart die als eerste bis, alleen en op akoestische gitaar, That Love speelde, een nummer dat op ‘Ash & Fire’ een pianoballad is. Het bewees dat Mosshart ook een uitstekende countryplaat kan maken.

Volgden nog: het poppy en aanstekelijke dingetje Siberian Nights, publiekslieveling Love Is A Deserter met die heerlijke false stop na twee minuten en No Wow, hun versie van Idiotheque, die de boel mocht afsluiten. Het was een tijdje geleden dat we The Kills nog aan het werk hadden gezien, maar jep: ze kunnen het nog.

10 november 2016
Geert Verheyen