The Gaslight Anthem - Puur en eerlijk

Botanique, Brussel, 1 maart 2009

The Gaslight Anthem is zo’n band bij wie het rock-‘n-rollhart op de juiste plaats klopt. Geen psychedelisch gedoe, geen experimentele bullshit, geen gezeik. Gewoon gitaren inpluggen, de blik op oneindig. De rest volgt vanzelf. Zo eenvoudig leek het in elk geval in de Orangerie.

The Gaslight Anthem - Puur en eerlijk



Voorprogramma’s vallen tegenwoordig vaak onder de noemer “overbodige luxe”. Niet in dit geval. Met twee voorprogramma’s beloofde het een lange en goed gevulde avond te worden.

Polar Bear Club vond in hardcore de ideale taal om hun frustraties onder woorden te brengen. Vooral bij de eerste paar nummers sloegen de vonken uit de boxen. Naarmate de set vorderde, kregen de songs steeds meer nuance. Af en toe verstond je zelfs wat Jimmy Stadt zong. Het ideale begin van de avond: een vijfkoppig monster dat diepe wonden kon slaan, maar even goed die wonden liefdevol wist te hechten.

Frank Turner pakte het helemaal anders aan: met enkel een akoestische gitaar, zijn stem en een behoorlijke portie branie. Dat Billy Bragg, die andere, eenzame punkbard, zijn grote voorbeeld moet zijn, bleek niet alleen uit zijn geëngageerde teksten, maar ook aan de ode (A New England) die hij met Brian Fallon bracht op het einde van de avond. Zijn muziek was op de duur echter eerder eentonig. Maar grappig was hij wel, getuige zijn enige Franstalige nummer Putain De Bordel De Merde.

The Gaslight Anthem is zo’n band die niet meteen de doorbraak wil forceren. Na twee albums lijkt de groep op weg naar grotere zalen. Een deel van de charme zal dan waarschijnlijk verdwijnen, maar de songs van frontman Brian Fallon hebben voldoende kracht in zich om ook dan moeiteloos overeind te blijven.

Als je een publiek voorgeschoteld krijgt zoals dat in de Botanique, kan er helemaal niks mis gaan. Songs als The ’59 Sound uit het gelijknamige laatste album, maar ook Drive, uit voorganger ‘Sink Or Swim’, werden luidkeels meegebruld. Dit tot groot jolijt van Fallon, die met een brede grijns genoot van het spektakel.

Met bassist Alex Levine en vooral met drummer Benny Horowitz had de band een ritmesectie die zo strak zat als een te klein condoom om het lid van Long Dong Silver. Maar het was zoals steeds de zanger die de meeste aandacht naar zich toetrok. Met zijn aan Springsteen verwante stem en de herkenbare teksten heeft The Gaslight Anthem twee prima troeven in handen. Tel daar de opgefokte muziek bij en je krijgt een onweerstaanbare cocktail.

De muziek verwijst naar illustere voorgangers als The Clash en tekstueel zijn de referenties naar Tom Waits en Bruce Springsteen, maar ook naar Elvis Presley niet van de lucht. Bovendien gooide hij ook nog eens stukjes James Brown (It’s A Man’s Man’s Man’s World) en Little Richard (Good Golly, Miss Molly) tussen de eigen nummers. Om de set interessant te houden, werd er ook een Pearl Jamcover (State Of Love And Trust) opgevoerd. Maar het waren vooral eigen nummers als het onnavolgbare Film Noir en We Came To Dance waar wij voor gekomen waren.

Het hoeft niet altijd ingewikkeld te zijn. Gewoon een portie pittige rock is al meer dan voldoende om te kunnen spreken van een geslaagd concert. En dat was waar The Gaslight Anthem voor stond. Puur en eerlijk.

1 maart 2009
Patrick Van Gestel