The Datsuns - Motherfuckers from hell

Ancienne Belgique, Brussel, 8 november 2008

Toen The Datsuns in 2002 hun debuutplaat 'The Datsuns' uitbrachten leek het alsof deze jonge geezers Nieuw-Zeeland weer op de muziekkaart brachten. Toen al schreef de muziekpers dat hun optredens wel deugden. Hun tweede plaat, twee jaar later, maakte de droom niet waar en de groep verdween even naar de achtergrond. 'Smoke en Mirrors' lijkt de draad van het eerste album weer op te pikken en zorgt er voor dat de groep hun arsenaal aan nummers kan presenteren aan het Belgisch publiek. Het concert in Brussel was niet onvergetelijk, maar hoogstens bevredigend.

The Datsuns - Motherfuckers from hell



Genoeg materiaal dus voor dit viertal om de concertgangers in de ABBox te bekoren. Maar The Datsuns wisten welke nummers er uit te kiezen. We waren nog geen twee nummers ver en het publiek werd gek na de eerste noten van MF From Hell. Geen kat in het publiek die dat nummer niet kende. Aan de gezichtsuitdrukkingen van Dolf (zang) te zien merkte je dat hij het meende. Zijn mond ging zo wijd open dat hij zijn amandelen er probeerde uit te spuwen. Hetzelfde met Lady en Harmonic Generator. Die nummers werden zo snel gespeeld dat de rest van de nummers een eeuwigheid leken te duren. Live klonken de nummers niet veel anders dan op het album. Geen extra's maar ook geen overbodige solo’s van de gitarist.  De nummers werden af en toe fijntjes afgerond met de onoriginele en uitgerekende eindslag van de drummer.

De set was ook gevuld met nummers uit het laatste album. System Overload en Stuck Here For Days klonken het meest belovend. Strak en ze pasten perfect in het plaatje van de setlist van de avond. Dat The Datsuns al een tijdje meedraaien in het circuit zag je aan hun podiumbezetting. Na vijf jaar wisten ze wel wie waar stond en wie wat moest doen. De leden voelden elkaar aan in ruimte maar ook muzikaal. Iedereen wist wanneer hij moest invallen en aanvullen en juist dat zorgde er voor dat de nummers klonken als een geheel en niet als vier aparte instrumenten aan elkaar gelijmd. Af en toe zochten de leden naar elkaars ogen, om dan te wachten op het knikkend hoofd van Dolf die het laatste woord had. Jammer dat het er uitzag alsof ze de bewegingen thuis voor de spiegel hadden gerepeteerd. De stampende voet en de draaiende armbeweging leken uitgerekend, net zoals de bisronde. Zelfs de geluidstechnicus kon het publiek beter warm maken voor de terugkomst van de groep dan de groep zelf. Je zou kunnen denken dat het bleef bij een bisronde, maar The Datsuns gingen verder en deden daar nog een trisronde bij. Het publiek hoorde je niet klagen. De zwetende leden gaven tot de laatste noot het beste van zichzelf. Het beste van waartoe ze in staat zijn alleszins.

Voor wie The Datsuns toen pas ontdekte was het waarschijnlijk anderhalf uur chaos. Ja, de nummers klonken altijd hetzelfde. Ja, de zanger was onverstaanbaar. Toegegeven, slecht was het niet maar The Datsuns hebben niet genoeg originaliteit om een concert om te toveren tot iets dat Live8 zou evenaren. The Datsuns blijven wat ze zijn: vier jonge kerels die de ruwe sound van de jaren 70 niet schuwen. Nieuw? Neen, maar wat we die avond wel gezien hebben is dat ze live die sound kunnen omzetten in levendige rock anno 2006. Ze zetten er hun eigen stempel op. That’s all we expect. 

8 november 2008
Jennifer Smits