The Chameleons - Legendarisch

Trix, 5 februari 2025

The Chameleons - Legendarisch

Legendarisch. Een woord dat we niet gemakkelijk voor een live concert gebruiken. Maar bij The Chameleons mag je dit letterlijk nemen.

Deze Mancunians – en vooral Mark Burgess – stonden mee aan de wieg van de eerste postpunkgeneratie in de slipstream van bands als Bauhaus en Joy Division. En zoals u weet, had u zonder hen dus ook nooit iets als Editors, Interpol of - dichterbij - Whispering Sons op uw radiotoestel gekregen. Het enige verschil met die andere postpunkbands uit begin jaren tachtig? The Chameleons staan er nog. En hoe!

Het gebeurt niet vaak dat je in een kleine, weliswaar goed gevulde Trix Club grotendeels Frans of Engels hoort praten. Een mooi teken dat duidelijk ook aan Burgess niet ongezien passeerde. Meermaals liet de man een vlag op voor de unieke beleving van live muziek en concerten: meer waard dan je geld, huis of auto. Of een welgemeende dankbaarheid voor het talrijk opgekomen publiek. Een dank die ze letterlijk terugkregen met een dijk van een concert.

Als er één ding is dat die eerste golf van postpunkbands typeert, is het wel de spijkerharde ritmesectie. Een samengaan van bas en drums die een soms serieus stevig nummer lang de hardnekkige groove onveranderd blijven doortrekken tot het bijna psychedelisch benevelende trekjes krijgt. Vertel hen dat trouwens niet zelf, want punkers en psychedelici zijn geen vrienden. Bij The Chameleons anno 2024 gaat die eer naar drummer Todd Demma en natuurlijk Burgess zelf op bas. In lekker opgefokte songs zoals vaste concertopener Mad Jack en een scherp Looking Inwardly en in feite in zowat drie van de vier songs van dit vijftal is die drive onontbeerlijk.

Daarover drapeer je dus melodieuze, donkere gitaarlijnen en glijdende synths, maar vooral ook de diepe en warme galmstem van Burgess, die profetische woorden het publiek in zwiert en voortdurend mens en maatschappij in vraag stelt. De titel van de doorbraakplaat uit 1985 was niet voor niets ‘What Does Anything Mean, Basically?’ Samen bleek dat goed voor een stevige dosis nostalgische moodmusic. Soms lekker snel en gehaaid en soms ook heerlijk zweverig en wave-erig en lang uitgerokken. Met als climax een tiental minuten Soul In Isolation met alweer denderende drums, Mark Burgess met uitgestrekte handen boven het publiek en flarden Beatles, Doors of Smiths ertussen. Bezwerende shoegazepower!

Maar de grootste kracht van Chameleons, die nog steeds als een klok overeind bleek te staan, was de combinatie van dat alles. Scherp maar niet op automatische piloot, met lichtelijk theatrale ruimte en vooral ook met een frontman die zonder één minder moment hoogtes en laagtes in geheel eigen Burgess-stijl afwisselde. Iets wat natuurlijk met name noodzakelijk is, wanneer je songs hebt die weigeren om een doordeweekse vierkwartsstructuur te respecteren, maar wel hoogtepunt na hoogtepunt (of bewust laagtepunt) wensen op te bouwen.

Oh ja, misschien nog een laatste noot. Het wat getemperde enthousiasme over de vorig jaar verschenen vijftrackselpee na zo’n twee decennia studiostilte werd live helaas niet omgebogen. Zowel The Fan And The Bellows als Evertday I’m Crucified bleken iets te kunstmatig en complex om de oude spirit te doen herrijzen. Tja…

7 februari 2025
Johan Giglot