The Australian Pink Floyd Show - Skippy in pink

Koninklijk Circus, Brussel, 8 november 2008

Ain’t Nothing Like The Real Thing, Marvin Gaye zong het al met Tammi Terrell. Toch waren de afgelopen paar maanden twee optredens van Pink Floyd-coverbands zo goed als uitverkocht. Zo ook vanavond in het Koninklijk Circus. Hiya mate, welcome to The Australian Pink Floyd Show.

The Australian Pink Floyd Show - Skippy in pink



Het o zo herkenbare cirkelvormige beeldscherm licht op met eigenzinnige versie van de hoezen van Pink Floyd-platen. In elk van hen zit ergens wel een kangaroe of iets dat rechtstreeks of onrechtstreeks naar Australië verwijst. Dat soort verwijzingen zit trouwens overal in de show verstopt. Als Pink (de hoofdpersoon uit ‘The Wall’ voor de ongeletterden) bijvoorbeeld van kanaal naar kanaal zapt voor het inzetten van Comfortably Numb, horen we onder andere de intro’s van Neighbours en Sons And Daughters, typisch Australische soaps. En Set The Controls For The Heart Of The Sun wordt ingezet met een didgeridoo. Dan zwijgen we nog over de vele computergetekende beelden die op het scherm worden getoond.

Maar het is de muziek van Pink Floyd die ook heel wat jonge mensen naar hier heeft gelokt. Gezien de originele band al een hele tijd niet meer optreedt, en al helemaal niet in originele bezetting, zijn dergelijke shows nog de enige manier om enigszins in de buurt van de magie van een Floyd-concert te komen.

Muzikaal zit het geheel best goed in elkaar. Maar je blijft je verwonderen over hoe eenvoudig David Gilmours gitaarwerk lijkt, maar hoe moeilijk dat in de praktijk na te bootsen valt. Vooral de timing lijkt het grootste probleem. Toch zijn de solo’s best te pruimen. Het is vooral de stem van bassist Colin Wilson die ons de muren opjaagt. Nergens benadert hij ook maar in het minst de ironie en het sarcasme dat zo typisch is voor Roger Waters’ vocale kunsten.

Nadat de eerste plaatkant van ‘The Wall’ bijna integraal (later komt ook nog Mother aan de beurt) wordt er overgeschakeld op songs uit andere elpees. Wij horen onder meer Shine On You Crazy Diamond, Wish You Were Here en Sheep langskomen, maar ook uit de après-Waters-periode wordt materiaal gepuurd (Learning To Fly, …).

Opvallend is dat net als bij het grote voorbeeld ook hier weinig te beleven valt op het podium. Voor visueel entertainment zijn de toeschouwers volledig aangewezen op de videobeelden, of het moeten de kapriolen van saxofonist/klarinettist Mike Kidson zijn, die nu en dan wat leven in de brouwerij brengen.

Ach, we mogen hier schrijven wat we willen. Het publiek at hoe dan ook uit de handen van deze veredelde naäpers. Jawel, het was leuk, maar zeker niet meer dan dat.
8 november 2008
Patrick Van Gestel