The Antlers - Hetzelfde, maar anders
Ancienne Belgique, Brussel, 25 april 2012
Hoe intens de muziek van The Antlers ook mag zijn, je moet op hun concerten geen uitbundige taferelen verwachten. Dat was niet anders in de Ancienne Belgique. De moshpits en het crowdsurfen speelden zich veeleer af in de geest van de protagonisten.

Jammer dat we een aanzienlijk deel van voorprogramma I Am Oak hadden gemist, want wat we hoorden kon ons wel bekoren. Zanger-gitarist Thijs Kuijken had net zijn akoestische gitaar ingeruild voor een elektrisch exemplaar, waardoor dat fluisterpop uitgroeide tot slowcore. Maar ook de met fluweel omrande, akoestische songs die daarop volgden, voorzien van gepaste achtergrondzang en ingetogen ritmesectie, vielen in de smaak.
Na het massieve, bombastische ‘Hospice’ hadden The Antlers geopteerd voor een iets lichtere aanpak met ‘Burst Apart’. Maar de muizenissen in het hoofd van frontman Peter Silberman staan nog steeds garant voor wijd uitwaaierende composities, die je soms het gevoel gaven dat je borstkas wordt opengeplooid om te kijken of er wel een hart in steekt.
Eén ding staat daarbij altijd vast: het is bijzonder mooi en intens. En eigenlijk is dat ook de beste omschrijving voor wat zich in de AB afspeelde.
Het aanwerven van een extra gitarist / bassist was een goede zet. Het gaf Silberman de gelegenheid zich volledig toe te leggen op de zang. Niet dat hij zelf de gitaar in de standaard liet staan. Bij momenten leek hij zijn instrument zelfs nodig te hebben als houvast om zichzelf niet helemaal te verliezen.
Maar het was extra bandlid Timothy Mislock die de accenten legde. Hierdoor zat er meer evenwicht in het geheel, gezien de gitaren nu evenveel aandacht krijgen als de batterij toetsen van Darby Cicci, die dan weer zijn trompet had thuis gelaten.
No Widows zorgde ervoor dat de introductie tot de wereld van The Antlers niet te bruusk verliep, maar met Atrophy werden wel alle registers opengetrokken. De gitaar van Mislock volgde de falsetto van Silberman, om zo een wereld van pijn kracht bij te zetten. Het gaf meteen aan waartoe deze groep in staat is: je ziel geselen om er gezuiverd uit te komen.
Het viel vooral op dat de nummers die werden gespeeld vaak aanzienlijk gewijzigd waren ten opzichte van de versies op plaat, maar toch steeds herkenbaar bleven. Het hoogtepunt, waar Every Night My Teeth Are Falling Out met zekerheid naartoe leidde, de intro van I Don’t Want Love, het voortdurende spelen met tempowisselingen in Hounds, ... Het zat er allemaal in, alleen anders.
En precies daarin lag de kracht van dit optreden.
Bovendien wisten de bandleden de geladenheid van hun songs te relativeren met de vaak grappige bindteksten over tandpasta en het betalen van een drankje voor de hele zaal.
Kettering en Putting The Dog To Sleep waren uiteindelijk de toegift bij een concert dat voordien al erg goed was, maar hierdoor nog meer glans kreeg. Het bredere spectrum dat ze beslaan én de toegenomen ervaring: The Antlers zijn ongetwijfeld gegroeid sinds hun vorige tournee.
The Antlers spelen deze zomer op Pukkelpop.