Terakaft - Bezwerend

De Roma, Borgerhout, 15 juni 2015

Terwijl de massa in spanning de voetbalmatch België - Wales afwachtte, zagen wij in een goed gevulde foyer van de Roma de Malinese Toearegband Terakaft aan het werk. Zij presenteerden er hun nieuwe album ‘Teneré’ (Alone). Dat nieuwe, door Justin Adams (Robert Plant, Tinariwen,..) geproducete album staat dit keer dan ook volledig in het teken van de aanhoudende malaise in de Malinese regio.  

Terakaft - Bezwerend



Terakaft, vrij vertaald 'caravan', werd in 2001 opgericht door Sanou Ag Ahmed. In Kidal (Mali) vond hij Kedou Ag Ossad op zijn weg, die deel uitmaakte van de originele lineup van het enorm succesvolle Tinariwen. Zo staan er op de eerste internationale release van Tinariwen, ‘The Radio Tisdas Sessions’, maar liefst vier composities van Kedou. Ze besluiten onder de noemer Terakaft verder te gaan. Ook Liya Ag Ablil (aka Diara), Sanou’s oom, vervoegt de band in 2006. Hij was een van de originele Tinariwen, maar besloot met Terakaft andere muzikale paden te bewandelen. De muzikale en deels ideologische verwantschap met Tinariwen, net zoals deze met geestesgenoot Mdou Moctar, ligt dan ook voor de hand.

Het was bijzonder warm in de foyer. En met de luie, zompige sound die Terakaft liet horen, werd de Roma heel even een exotische oase. Op het podium zagen we een eerder klassieke rockbezetting: akoestische en elektrische gitaren, bas en drums. En daar ligt deels ook de unieke aantrekkingskracht van de band. De focus lag, in tegenstelling tot hun muzikale vrienden, op songs die meer rockten en agressiever uit de hoek kwamen, al was er wel degelijk ruimte voor improvisatie.

Hen louter identificeren als de zoveelste, typische exponent van de desertblues is hen muzikaal onrecht aandoen. Tijdens de presentatie van het nieuwe album kwamen de eerder klassieke elementen (handclaps, de minimale gitaarlijntjes, ..) van het genre aan bod, maar toch viel vooral op dat Terakaft muzikaal gezien iets nieuw bracht. De vierkoppige band kwam op en, na heel even een laatste keer alle instrumenten af te toetsen, werd er meteen ingezet. Het publiek werd probleemloos meegenomen op een bezwerende, zelfs psychedelische trip waarin hun door rock en blues beïnvloede sound erg goed tot zijn recht kwam.

De groep kon dan ook bogen op een inmiddels mooi aangedikt oeuvre. Teneré (Alone)’ is dan ook het vijfde album. Het gros van de songs was uiteraard afkomstig van dat nieuwe album, al werd er ook uit vroeger werk geput. Gevoelsmatig was er eveneens een evenwicht: vanzelfsprekend stonden er behoorlijk agressieve rocksongs op het programma, zoals op het door een reggaeritme aangedreven Anabayou (‘Awkward’) of het psychedelische Oulhin Asnin (My Heart Suffers). Maar daarnaast was er evengoed plaats voor songs, die een meer positieve insteek hadden, zoals het hypnotiserende Tafouk Telé (The Sun Is There).

Het bleek niet vanzelfsprekend om voldoende variatie in de wat sleperige Toeregsound te brengen, maar met het erg poppy Karambani (Nastiness) of met het akoestische Amidin Senta Aniflas (My Confidant), dat stokoude deltablues in herinnering bracht, liet de band weten dergelijke problemen wel degelijk te kunnen omzeilen.

Achteraf beschouwd is het misschien jammer dat een deel van de context verloren ging; zo liet de band de songs vooral voor zich spreken. Het concert maakte een erg bezwerende indruk, al was ook duidelijk dat de boodschap en de sound van een dergelijke band veel beter tot zijn recht zou komen op een festival. 

15 juni 2015
Philippe De Cleen