Ten Vrede - Ten Vrede stelt tevreden
IJzertorenweide, Diksmuide, Diksmuide, 8 november 2008
Weinig mensen te bespeuren, die vrijdag op de Diksmuidse festivalweide. Ook al mocht Sons Uniques, de Gentse winnaar van ‘Ten Vrede Talent ´07’, het festival openen in de kleine tent. De Nederlandse ska-, reggae en gipsysongs trokken slechts een vijftigtal mensen naar het optreden, al hadden er dat gerust wat meer mogen zijn.

Timna Brauer, voor de tweede maal op Ten Vrede, kon al niet veel meer volk binnenlokken in diezelfde kleine tent. De joodse liederen brachten het publiek nochtans moeiteloos tot hogere sferen. Dat publiek bestond zowel uit oudere liefhebbers als tieners. Ook waren er verrassend veel kleinere kinderen te vinden op de weide. Maar die wachtten liever op de eerste artiest in de grote tent aan de andere kant van het plein.
Die eerste artiest was Els De Schepper. Van deze dame zag je bijna alleen ‘het roze gordijn’ rond haar middel in een tent waar de rookmachine op hol geslagen leek te zijn. Maar dat deerde de Vlaamse met forse stem niet, en zo bracht ze naast overtuigende eigen nummers (zoals Eurosonghit Als Ik Je Morgen Ergens Tegenkom) ook covers zoals Dag Vreemde Man van Ann Christy en Vinde Gij Mijn Gat (Niet Te Dik In Deze Rok?) van Clement Peerens Explosition. De forse stem uit het Waasland toverde een glimlach op heel wat gezichten en de sterke muzikale begeleiding hielp haar daarbij meer dan één handje.
Aangezien de kleine tent al afgesloten werd na Timna Brauer, bleven heel wat mensen in de grote tent, waar het negenkoppige The Internationals om kwart voor elf hun opwachting zou maken. De uurregeling van het gehele weekend moest vaak met een korreltje zout genomen worden, en ook nu startte de band met enkele tientallen minuten vertraging. Toch was er meteen ambiance met lekkere salsaklanken van de hoogste plank. Bij High Grass bijvoorbeeld waren er talrijke op-en-neer gaande toeschouwers. Ook 33 stelde het publiek erg op prijs. Terwijl het buiten pijpenstelen regende en “Allen Voor Vlaanderen, Vlaanderen Voor Kristus” het credo was waaronder gehandeld werd, bracht de band Afrika en bijhorende zon voelbaar in de tent. Een exotische mix van ska, reggae, salsa en nog zoveel andere genres deden zelfs een kortstondige polonaise rondgaan.
Geen polonaisedans te bespeuren bij Les Truttes, waar de tent voor het eerst behoorlijk gevuld wordt. Dit betekent bij Ten Vrede dat ruim een vierde ongevuld bleef. Een indrukwekkende entree, een zanger met een zware vorm van ADHD, songs voor jong en oud en een tent vol wietdampen, zo kan je hun concert in het kort samenvatten. De groep lijkt met hun witte maatpakken en clownesk gekleedde zangeres ‘Booby Lejeune’ weggelopen uit een film der jaren vijftig, maar dat doet geen afbreuk aan de kwaliteit van hun show. Zowel Abba, Daddy Cool en Tiesto als Blur, Faithless, Robbie Williams en Coldplay zorgden voor een vijftal ongestrafte crowdsurfers. Kippenvelmomenten waren er niet. Daar was simpelweg geen tijd voor tijdens een concert met dergelijk hoog tempo. En terwijl de festivalgangers volgens het programma om één uur naar de uitgang zouden mogen opzoeken, was het kwart voor twee voordat de band het voor bekeken hield.
De volgende dag stond het publiek weer paraat voor Kaye Styles, rond wie de laatste tijd veel commotie is geweest. Frank Dingenen, presentator van dienst, had de dag ervoor al een leuke woordspeling gemaakt met “Hij komt effectief!”, en ‘meester’ Frank bleek geen leugenaar te zijn. Voor het vertoonde zijn echter weinig lovende woorden. In de kleine tent speelde Attic, de tienergroep bekend van Eurosong For Kids, ook een aardige set.
Na Styles was het aan Kadril om de show te stelen. En dat deden ze zoals het hoorde, met folkrock uit de veertiende eeuw, zoals meezinger Een schamel mersenier. Rumba-, mazurka- of Scottish sounds, het werd probleemloos gebracht. Bij de Scottish toonden zangeres en violist zelfs hoe erop gedanst moest worden. De band had ook nog vijf Spaanse hete furies meegebracht, maar die schreeuwden meer dan dat er gezongen werd. Ook waren er meer dan eens klankproblemen, maar toch swingde de groep de pan uit, grotendeels door de sterke stem van West-Vlaamse zangeres Mariken Boussemaere. De veel te lege tent smeekte om een bisnummer.
Na dat bisnummer gingen we een kijkje nemen in de kleine tent, waar Perles d’Amour, vergezeld van Oblomow, een jazzy sound neerzetten. De drie dames uit Madagascar, Ethiopië en Haïti deden de aanwezigen zich wanen op een exotisch strand, strooien rokjes incluis. Het thema van Ten Vrede kwam weer ten volle tot zijn recht bij de loungemuziek die handelde over liefde en vriendschap. Op het einde brachten de dames zelfs Ik Ben Zo Eenzaam Zonder Jou, weliswaar een Nederlands handje geholpen door de mannen van Oblomow.
Niet veel jonge meisjes te vinden in die kleine tent, omdat de meeste ongeduldig stonden te wachten op Fixkes in de grote tent. En terecht, want de Stabroekse dialectpoppers zetten een leuke show neer. Recordbreker Kvraagetaan kon op veel meezingers rekenen, en aangezien dat hun enige single is, brachten ze het nummer tweemaal. De tweede keer werd het echter wel in een hiphopjasje gegoten, terwijl twee (dronken) tieners zomaar op het podium konden paraderen. De zes mannen brachten nog meer hiphopnummers zoals cover Mak Ies Op Aa Lief Zitten van het Antwerpse Freestyle Fabrik en ook Doe Maar mocht eraan geloven.
De grote tent was toch nog wat te groot voor het publiek van Fixkes, terwijl je over de hoofden kon lopen bij John Watts, voormalig frontman van Fisher Z. Terwijl hij genoot van zijn Belgische pintje, speelde hij probleemloos een adembenemende set. Toch bleef de jongere garde alweer afwezig, daar Daan van de partij zou zijn in de andere tent.
Voor de eerste maal in twee avonden stond de hele tent toch behoorlijk vol. Daan, de nonchalante macho met zwart maatpak, idem zonnebril en sigaretje in de hand, nam de toeschouwers helemaal mee in zijn wereld vol duistere electronica. Toch leken enkele onverlaten geen genoegen te scheppen met zijn act, en zij besloten dan maar een rol wc-papier naar Stuyvens hoofd te keilen. Wanneer kritische ouderen durven beweren dat de jeugd aan te weinig lichaamsbeweging doet, hadden we die graag uitgenodigd voor dit concert: de jeugd van heden stond als geen ander te springen bij hits als The Player, Victory, Swedish Designer Drugs of Addicted. Ook het carnavaleske Promis Q werd goed gesmaakt. Het publiek zat haast op z’n knieën toen Stuyven en co van het podium verdwenen. Gelukkig niet voor lang, want Housewife moest nog gespeeld worden. Toen was de tent pas echt te klein voor al dat dansend volk. De Koning Van Vlaanderen werd als tweede bis gespeeld, en toen was het welletjes geweest.
Maar Ten Vrede was zeker nog niet ten einde. Daar overtuigde Blunt ons van met hun lekkere folkrock. De kleine tent was wederom te klein om de vele toeschouwers te herbergen, dus bleven we maar buitenstaan. Bekende en minder bekende liedjes kwamen aan de bak, en als toetje kregen we Wat Zullen We Drinken voorgeschoteld.
The Dubliners staan dan wel bekend om hun drinking songs, maar of de oude mannen dezer dagen nog veel drank kunnen verzetten, is een andere kwestie. Traditionele Ierse songs brengen, dat kunnen ze dan weer als de beste, ook al piepte de micro regelmatig. Toch kampte de band met een serieus gebrek aan flair, waardoor het voor de jongere luisteraars soms wat te veel werd. De muziek werd voorgesteld als dansmuziek, maar dat kon de festivalgangers er niet van overtuigen enkele danspasjes te zetten. Toen de hoogbejaarde banjospeler wat zat te wauwelen, kon menig toeschouwer een geeuw moeilijk onderdrukken.
Ten Vrede werd dan misschien in mineur afgesloten, desondanks was nagenoeg iedereen tevreden van hun persoonlijke hoogtepunten. Of die hoogtepunten voor iedereen op muzikaal vlak vielen, laten wij over aan de aanwezigen.