Tapes'n Tapes - Er was eens ...

Botanique, Brussel, 1 maart 2009

Er was eens  heel lang …, wel, eigenlijk nog niet zo lang geleden een jongen in een ver groot land, dat werd geregeerd door een boze meneer met dezelfde initialen als een supermarkt.  Die jongen had een droom : Hij wou een bandje oprichten.  Hier zou nu kunnen komen : … en de rest is geschiedenis, maar de eindredactie staat er nu eenmaal op dat we 2.400 tekens gebruiken voor onze recensie, dus gaan we nu over tot de orde van de dag : hun optreden in de Botanique.

Tapes'n Tapes - Er was eens ...



Tapes ‘n’ Tapes is een bizarre groep.  Hun enige full-CD, die de naam ‘The Loon’ meekreeg, kende een behoorlijke verkoop dankzij dat magische (alweer die sprookjessfeer) communicatiemiddel dat de naam MySpace meekreeg.  De rotonde van de Botanique (‘a fucking amazing venue’, aldus Josh Grier) is dan ook uitverkocht en het aanwezige publiek is behoorlijk gevarieerd : de nodige grijze(nde) haren vermengd met jonge nieuwsgierigen verdringen zich voor de zaal om de beste plaatsen te kunnen veroveren. Aan de verkoopstand worden naast de gebruikelijke CD’s trouwens ook cassettes  aan de man gebracht. Tapes 'n Tapes tapes dus.  

Voor een voorprogramma is niet gezorgd.  Niet dat dat altijd nodig is, maar wij hebben op die manier al meermaals nieuw bloed ontdekt.  Dus wordt meteen het mes gezet in de hoofdmoot.  De groep verschijnt rond half negen op het podium en zet met Just Drums meteen de beuk erin.  Het publiek is meteen verkocht en de houten vloer van de zaal beweegt al gauw mee op het strak gehouden ritme van drummer Jeremy Hanson, die net voor het optreden nog even heeft gezorgd voor een stel verse drumsticks.

Voeg bij de rammelpop van Pavement of die andere lo-fi-coryfeeën Guided By Voices een tikje gezonde waanzin van pakweg Talking Heads en je komt uit bij de stekelige en afwisselende songs van Tapes ‘n’ Tapes, die rijk gelardeerd zijn met hooks en tempowisselingen, iets wat een verwend publiek wel weet te charmeren. Neem bv. In Houston, dat opbouwt naar een climax en tussendoor durft stil te vallen, waarna de gitaren opnieuw in gang schieten en je hebt een idee waar wij het over hebben.  “Tongues crack, Jaws fall”, zoals Josh Grier het verwoordt. 

Voor Omaha haalt toetsenist / percussionist Erik Applewick een tuba boven, een geluid dat helaas grotendeels verloren gaat in de mix, waarin vooral de bas erg zwaar doorweegt. 

Naargelang de set vordert, gaan de heren zich ook meer uitleven in hun muziek wat uiteindelijk resulteert in een wild in het rond maaiende en zich op de knieën neer stortende Josh Grier tijdens de uitvoering van single Insistor, die naadloos overloopt in afsluiter Jakov’s Suite

Voor bissen wordt geen tijd meer gemaakt (dat gebeurt blijkbaar meer en meer dezer dagen), waardoor het publiek rond half tien al opnieuw op zoek moet naar ander vertier.  Het optreden was best geslaagd, al hadden wij de indruk dat er halverwege toch een dipje in de set zat.

Het leest als een sprookje, het verhaal van Tapes ‘n’ Tapes, een sprookje dat hen nu langs Europese zalen leidt.  Of ze nog lang en gelukkig leven, zal de toekomst moeten uitwijzen.  Maar zo lang hun nummers even afwisselend en springerig blijven en de grote boze commerciële wolf geen lucht van hen krijgt, is er hoop.

1 maart 2009
Patrick Van Gestel