Swans, Norman Westberg - Geen volger, leider
Bourla, 15 juni 2023
Broeierig. Dat is wat je kan verwachten, als je een groep als Swans middenin een hittegolf naar centrum Antwerpen lokt.
Want Swans, dat is Michael Gira, een iconisch frontman met Nick Caviaanse, gebalde woede ten tijde van The Birthday Party. Alleen vertaalt de New Yorker dat niet in furieuze uitspattingen, maar gaat hij voor log (als onderdeeltje van mo-loch). Wat wordt omgezet in traag evoluerende, sonische uitspattingen. Muren van massieve noise waardoor penetrante oerritmen trachten heen te bonken, terwijl de man met profetische parlandowoorden of doorrookte stem de wereld (of zijn liefde ervoor) bezweert. En dat geldt voor elke Swans-plaat, dubbelaar of driedubbelaar, die trouwens aan de merch-stand aan erg democratische prijzen te koop werd aangeboden. Waar vind je dat tegenwoordig nog?
In elk geval: de journalist die Mötorhead destijds als “the loudest band in the world” betitelde, is duidelijk nooit naar een Swans-concert geweest. Net als Joke Schauvliege allicht. Wij moesten toch ook even slikken, toen we ons afvroegen wat de permanente schade kon zijn van een overdreven aantal decibels op een prachtige, neoclassistische schouwburg als de Bourla of voor de oren van een beperkte schare erg devote fans.
Bij aanvang van voorprogramma Norman Westberg klokslag acht, viel dat allemaal nog wel mee. Met als bewuste aanvang een opname van mompelende mensensamples uit de foyer van een concertzaal bouwde de New Yorker op de Rickenbacker-gitaar een universum van traag inglijdende drones en repetitieve gitaaraanhalen. Vol galm, echo en mysterie in een dof, wollen en amorf minimalisme van filmische ambient. De non-stop live improvisatie van geloopte, door reverb en flanger bewerkte fantoomdrones klonk vooral erg broos, meditatief tot soms ietwat abstract gelaagd en werd veertig minuten lang slechts doorbroken door te laat toekomende gasten. Of door mensen die ongemakkelijk op hun stoel schoven. Want Westberg, die lange tijd ook meedraaide als Swans-gitarist, verlegde met de bij momenten akelige en door de opperhuid snijdende klanken de grenzen van harmonieën. Of hoe een experiment van over elkaar rollende doezelnoten van de gitaar toch voor veel expressie kan zorgen.
En wie expressie zegt, zegt ook Michael Gira. Een oppergod op zoek naar de hoogste regionen en belevenis der noise, die bij aanvang de vijf zwart geklede medezwanen met een handzwaai op het podium uitnodigde om mee te bouwen aan constructies van lawaai en melodie. Maar die nadien ook als een strenge peetvader en dirigent stevig gesticuleerde, wanneer een bepaalde partij meer naar voren moest treden of zichzelf plots moest muten. Want een Swans-concert, dat is een ervaring van gigantische, hypnotiserende herhaling en van voortdurende pieken en dalen in decibels. “Zielsverheffend en lichaamvernietigend”, aldus een quote van Gira. Met de “s” van suïcidaal, wanneer de gezeten frontman met één hand de eindeloos herhaalde riff doorspeelt en met de andere gestrekt in de lucht cirkels draait als aansporing om in een collectieve draaikolk van lawaai de hoogte in te klimmen. Maar ook met de “s” van sacraal, wanneer hij de poëtische frasen langer dan vijf intensieve minuten als een zwartgallig gebed aanhoudt alvorens zijn muzikale volgelingen toe te staan tot die sonische eruptie te komen.
Dat de inhoud van de bijna twee uur durende setlist van het sextet trouwens grotendeels geplukt werd uit het binnenkort te verschijnen 'The Beggar' mag geen verrassing heten. Net als het feit dat de rest van de show grotendeels werd opgevuld met voorganger 'Leave Meaning', een plaat die door covid-toestanden nooit aan het publiek kon worden voorgesteld. Dat betekende natuurlijk ook dat zowel de twee (!) steelgitaren van rechterhand Kristof Hahn en Dana Schechter in combinatie met de getormenteerde basgitaar van Chris Pravdica een centrale rol kregen. Dixit: een solide geheel van beweeglijke, melodieuze drones waartegen de woeste drumpartijen van Phil Puleo trachtten op te stoten. En ergens misten we daar wel de woeste klokkenspel- of percussiewoestenij van halve viking Thor Harris, die vorig decennium mee in de Swans-drakkar stapte. Het had het op een log oerritme doorrollend Hanging Man misschien nog net die extra dimensie kunnen geven…
In elk geval moeten we je toch helaas melden dat dit zo’n “I was there”-concert was. “I’m sick of chewing at your heels / I’m sick of licking up your spit”, dixit Michael Gira als intro van een klein kwartier subsonisch geloei in The Beggar. Ergens geloven we niet dat de man zich ook maar ergens wat van aantrekt. Integendeel: wie een organisator zo gek krijgt om een geluidsbarrièredoorbrekende beleving in zo’n mooi historisch kader te programmeren, is in plaats van een volger een groot leider.