Swans - Brutale filosofie
Trix, Borgerhout, 1 april 2013
Xiu Xiu en Swans op één affiche, dat is op zijn zachtst gezegd interessant. Al bleek de weerspannige artrock van Jamie Stewart geenszins opgewassen tegen de verpletterende kracht van de noisereus rond Michael Gira. Maar goed, na drie uur Swans, welke muziek doet er nog toe? Vergeleken met Swans is alles banaal.
Pas op, Stewart van Xiu Xiu is ook niet de minste. Hij kwam helemaal alleen, gewapend met een in echo gedrenkte gitaar, een samplepaneel en een gigantische stem, die hijgt, fluistert, bijt, smacht, vibreert, roert en verstikt. Met zijn militaire coupe en keurige maatpak leek hij een collega van Don Draper uit ‘Mad Men’. Zelfs de manier waarop hij koffie gorgelde getuigde van een stalen discipline.
Geconcentreerd werkte hij zijn set af tegen een sonisch decor van junglegeluiden. Maar aapjes en toekans konden een traag opkomende verveling niet verhinderen. De overdaad aan lage frequenties deed Stewarts sound weinig goed. Al greep de obscure cover All Fo’ You - “You took the razor, cut my throat” - de aandacht met geweld. Swans voorgaan bleek niet evident, maar minstens bij vlagen sloeg Stewart effectief alarm voor de heftigheid die zou volgen.
Swans dreef het explosiegevaar meteen op met To Be Kind. Drie elpees telt ‘The Seer’, Swans' magnum opus uit 2012, maar een nieuwe compositie zette de toon. Michael Gira is duidelijk niet van plan Swans binnen kort tijdsbestek nog eens op te doeken. In trance en zonder micro richtte hij zich tot het publiek, sprong vooruit en ontketende zo een oorverdovend lawaai vol dynamische wisselingen.
Uitbarsting of niet, de New Yorkers hielden de intensiteit drie uur lang hoog, soms op het ondraaglijke af. Gira dwong zijn publiek en muzikanten fysiek en mentaal tot het uiterste. Met tekstuele en atonale extremen bewerkstelligde Swans een ronduit filosofische ervaring. Katharsis is wat hij creëerde in de sektarisch meewiegende hoofden in de zaal. Of het niet overdreven is om Swans op gelijke hoogte te plaatsen met de schrijvers van tijdloze Griekse tragedies als ‘Oedipus Rex’ en ‘Antigone’? Maar helemaal niet!
Onder meer Coward ('Holy Money', 1986) gaf op alle vlakken uiting aan de extremen en tegenstrijdigheden uit een mensenleven. Onder het juk van een loodzware, machinale groove declameerde Gira regels als "Stick your knife in me", "I'm useless" en "I love you". Nu eens speels en lieflijk, dan weer provocerend. Om de zoveel tijd rolden kille rillingen van ons nekvel tot aan de vloer. Niet door schoonheid, wel door Swans' brutale oerkracht.
De hele band ademde anti-rock. Maar tegelijk leverde Swans de spannendste rockshow op de planeet. Gira nam een personage aan met een zelden geziene overgave. Hij speelde tiran, generaal, moordenaar, bezetene, profeet, exorcist en ziener. Hij maakte snijbewegingen over zijn strot, maar boog na de set minzaam voor het publiek. Wij stonden aan de grond genageld en probeerden met fluitende oren te begrijpen wat ons net overkomen was.