Stuart A. Staples - Portie Pretentieloze Passie

Vooruit Kunstencentrum, Gent, 8 november 2008

Het huwelijk tussen Stuart A. Staples en zijn vijf mede-Tindersticks mag dan al een beetje op een dood spoor zijn beland, een feitelijke scheiding van tafel en bed is er toch niet met alle bandleden. Toetsenist David Boulter en gitarist Neil Fraser scharen zich, samen met drie andere muzikanten, aan Staples’ zijde. De sfeervolle Theaterzaal van De Vooruit vormt het gedroomde decor voor melancholische mijmeringen.

Stuart A. Staples - Portie Pretentieloze Passie



Wanneer Stuart A. Staples vanuit de diepte zijn “good evening” prevelt, belanden de eerste toehoorders al in gesmolten toestand onder hun pluchen zitje (en ja, we zijn er ook bij...). 

De set opent met de eerste vier nummers van ‘Leaving Songs’. Een snedig Goodbye To Old Friends, gevolgd door There Is A Path en een swingend, soulvol Which Way The Wind. Met This Road is Long, op plaat een duet met Maria McKee, gaan we de intiemere toer op. Hoewel we de voorkeur geven aan de tweestemmige uitvoering,  houdt de soloversie ook stand. Staples’ werk klinkt op plaat erg ingetogen, ontdaan van overbodige franjes, maar de live-versies worden  tot een verbazend warm en rijk klanktapijt geweven. Daarbij komt vooral Terry Edwards verdienstelijk uit de hoek. Met zijn assortiment blazers weet hij de sfeer van de nummers precies te vangen en ondersteunen.   

Stuart Staples is een lyrics-man en zo hebben we het graag. Innerlijke strijd, rusteloosheid, angst en onzekerheid vinden hun catharsis in doorleefde en uitgepuurde teksten. Ook hier sobere eerlijkheid troef. Op een podium is Staples niet meteen gezegend met een onbedwingbare articulatiedrang waardoor de kracht van ’s mans teksten tijdens een concert misschien wel wat verloren gaat. Gelukkig spreekt de intensiteit op zijn gezicht boekdelen. Wat hij ook zegt, hij meent elk woord. 

Het schuifje ‘Lucky Dog Recordings 03-04’ wordt opengetrokken met een door blokfluit ondersteund, schuifelend People Fall Down. Daarna fladdert de set van het ene breekbare hoogtepunt naar het andere. Een eerste hoofdvogel wordt verrassend afgeschoten met een cover van Van Zandts 16 Summers 15 Falls, een nummer dat perfect in Staples’ repertoire past. De band trekt alle registers open en walst van de ene ritmewissel over de andere. Een paar keer doet dit feilloos op elkaar afgestemd gezelschap ons aan Nick Cave’s Bad Seeds denken. Een bijna pijnlijk mooie uitvoering van Marseilles Sunshine zuigt ons als een draaikolk de diepte in om ons tijdens een ruig maar betoverend Say Something Now weer uit te spuwen. De sax mag ook nu weer flirten met Staples' melancholische stemgeluid.

Dat ook Staples’ mooie liedjes niet lang genoeg duren, valt op te maken uit de teleurgestelde ‘oohs’ die uit de zaal opwellen wanneer Stuart meldt bij het laatste nummer gekomen te zijn. “I’m kind of enjoying myself too”, geeft Staples geruststellend te kennen. Als troostprijs krijgen we nog twee rondjes bisnummers met een dobberend I’ve Come A Long Way als afsluiter. 

Stilletjes hopen we dat Stuart A. Staples de rest van zijn leven met de nodige frustraties, pijn en onzekerheid mag blijven zitten… als die maar hun uitlaatklep vinden in nog meer bloed- en bloedmooie nummers. Of dit dan mét of zonder Tindersticks is, maakt ons al lang niet meer uit.

8 november 2008
Lieselot D\'Hoest