Steven Wilson - Porcupine Tree begraven?
Het Depot, Leuven, 27 oktober 2013
Porcupine Tree ligt er al een hele tijd levenloos bij en in Het Depot in Leuven leek geestelijke vader Steven Wilson zijn oude band uiteindelijk te begraven. Vóór het concert stond het publiek gedisciplineerd te wachten. In een rij die met twee knikken de Bondgenotenlaan in liep. Een detail met betekenis. Wilson haalde herinneringen op en maakte er een compromisloze hoogmis van.
Zijn introfilm - de voorbereidingen van een straatmuzikant - duurde wel twintig minuten. Die muzikant was Wilson zelf. Toen de clochard eindelijk zijn gitaar bovenhaalde, speelde Wilson Trains mee van in de schaduw op stage right. En plots verscheen hij om de Porcupine Tree-song akoestisch af te maken. De geest van Pink Floyd en art director Storm Thorgerson hing boven de zaal.
Met het technische hoogstandje Luminol ging hij over tot de orde van de dag. Wilsons band bestond deze keer uit muzikanten van onder andere Soft Machine (blazer Theo Travis) en Kajagoogoo (bassist Nick Beggs) en van Miles Davis (toetsenist Adam Holzmann) en Frank Zappa (drummer Chad Wackerman). Samen met meestergitarist Guthrie Govan een combo om u tegen te zeggen.
Holzmann en Guthrie zetten meteen de toon met verbluffende solo’s, ter plekke bedacht. En ook Wackerman – de enige die hier en daar steken liet vallen – gaf de songs een heel eigen kleur. Wilsons muziek floreert dan ook als ze ruimte krijgt om te ademen. Bij Porcupine Tree was die rekbaarheid beperkt.
Postcard en The Raven That Refuses To Sing vormden een bloedmooi tegengewicht voor lange en complexe stukken als The Holy Drinker, The Watchmaker en Raider II. Met German Bite liet Wilson ook nieuw werk los op Het Depot. En dat deed hij natuurlijk niet zonder een kleine lezing, zoals hij het ironisch noemde: “We werken er nog aan en sommige passages zijn nog wat leeg … Misschien zijn ze wel gewoon saai.”
Het was een typevoorbeeld van "underpromising". Want German Bite was groots en meeslepend vol Fripp-achtige akkoordenreeksen, gekke maatsoorten, krokante metalriffs en het strafste gitarenvlechtwerk van de avond.
Nog een hoogtepunt was de mellotron-demonstratie van Adam Holzmann. Die wekte heel kort In The Court of the Crimson King en Strawberry Fields Forever tot leven. “Something I wrote years ago,” grijnsde Wilson. Hij voelde zich duidelijk de koning te rijk. Tussen twee songs in entertainde hij het publiek met droogkomische observaties over de rockgeschiedenis en een ferme dosis zelfrelativering.
Met de nucleaire dreiging van de vroege Porcupine Tree-song Radioactive Toy viel het doek over een verschroeiende show. “Always nice to come to a place you've never heard of and sell it out,” zei Wilson. Het katapulteerde ons terug naar de tijd dat hij nog met Porcupine Tree aan de weg timmerde. Maar nu die band begraven lijkt, juichen wij: leve Steven Wilson!