Steve Vai - Zoot Allors!

Koninklijk Circus, Brussel, 21 november 2012

Daar stond hij dan: de man die, toen hij amper twintig jaar oud was, het podium deelde met Frank Zappa, aan wie Zappa zelfs een nummer opdroeg. Intussen is dat alweer dertig jaar geleden en heeft Steve Vai de halve gitaarwereld aan zijn voeten liggen. En toch was het Koninklijk Circus niet uitverkocht. 

Steve Vai - Zoot Allors!



De gitaar, zoals Vai die aanwendt, is dan ook al lang niet meer het vlaggenschip van de hedendaagse muziekvloot. Gitaarhelden als Vai en Satriani worden een beetje smalend bekeken door de muzikale bourgeoisie, maar ze blijven wel halsstarrig volharden in den boze en hun fans – vaak zelf verstokte gitaristen - krijg je met geen drumsticks weggeslagen. Als je, zoals Vai dat doet, dan ook nog eens gaat handjes schudden, tientallen plectrums uitdelen, enkele fans op het podium roepen en handtekeningen zetten kan het voor die fans al helemaal niet meer stuk. Respect voor die fans is bij Vai ontegensprekelijk bijzonder belangrijk.

Dat respect verdiende hij zeker met een show van zowat tweeëneenhalf uur. Elke gelijkenis met Bruce Springsteen mocht dan, zoals Vai zelf zei, puur toevallig zijn (waarna de drummer koeltjes Born In The USA inzette), hij gaf het publiek in elk geval waar voor zijn geld. Er zaten weliswaar een paar pauzes in het optreden, waarin Vai steevast van outfit veranderde en één van zijn muzikanten het voortouw mocht nemen, het bleef toch een stevige rit doorheen zijn repertoire.

Uiteraard was de show opgetrokken rond de nieuwe plaat. Dat begon al met de gigantische afbeelding van de man op de achtergrond inclusief lichtgevende oogpupil. En dan waren er uiteraard nummers als Weeping China Doll, die onze goedkeuring zeker wegdroegen. Die laatste plaat is er trouwens eentje waarop Vai behoorlijk experimenteert al viel daar op dit podium (te) weinig van te merken. Misschien wel een gemiste kans.

Maar dan waren er nummers als Frank, opgedragen aan zijn grote leermeester, of The Ultra Zone, waarbij hij zich even had verkleed in van kleurrijke lichtjes voorziene kerstboom, die veel goed maakten. Soms waren het pure rocksongs, dan weer hadden de instrumentals een bluesy kantje of gaf hij een ballade ten beste. Kenmerkend waren ook de typische danspasjes die hij maakte tijdens zijn solo’s, daarbij steeds de eerste rijen van nabij zicht biedend op de actie.

Intussen kreeg elk van zijn bandleden ruimschoots de kans zich te tonen. Ritmegitarist Dave Weiner mocht niet alleen het publiek verwelkomen met een korte, akoestische set, hij werd ook regelmatig betrokken in wat steevast uitmondde in pittige gitaarduetten. Uiteraard is een drumsolo obligate kost en ook harpiste Deborah Henson-Conant mocht, gezien ze tijdens de meer stevige nummers toch amper te horen was, af en toe op het voorplan treden.

Als kers op de taart was het Koninklijk Circus ook nog eens getuige van de geboorte van een nieuw nummer. Vai nodigde namelijk enkele liefhebbers uit op het podium om elk naar eigen goeddunken een bepaald instrument te imiteren. De muzikanten speelden dat dan na, waarna Vai er zowaar een nummer mee in elkaar franselde. Niet dat het meteen één van de hoogtepunten was, maar het toonde wel aan met wat voor een gemak de man tot resultaten komt.

Hoewel het overgrote deel van deze tocht de moeite waard loonde, waren er toch enkele passages waarbij wij de nodige vraagtekens hadden. Zijn pseudofilosofische uiteenzetting voor de aanzet van The Moon And I was er daar één van. En ook het hele (niet bepaald koninklijke) circus rond drummer Jeremy Colson inclusief het publiek dat hem Sinterklaasgewijs op het podium moest roepen en het gedoe met het sprekende doodshoofd waren overbodig en eigenlijk niet eens grappig (tenzij dan het gebekvecht tussen Vai en Colson).

Maar we onthouden vooral de virtuositeit en het torenhoog respect voor de aanwezigen. En dan vergeven we hem met plezier zijn misstapjes en zijn hilarisch Frans. Zoot Allors!

21 november 2012
Patrick Van Gestel