Steve Miller Band - Bluesrock en nostalgie

Lotto Arena, Merksem, 12 oktober 2010

"Vroeger moest je die oude glories met zes tegelijk op één avond programmeren om een paar tickets verkocht te krijgen, maar tegenwoordig trekken ze weer allemaal volle zalen.", merkte een bevriend musicus onlangs op. En met Supertramp (zonder Roger Hodgson weliswaar) in het Sportpaleis en Steve Miller in de Lotto Arena op dezelfde avond lijkt daar wel iets van aan te zijn. Wij kozen voor onze jeugdheld, Steve Miller.

Steve Miller Band - Bluesrock en nostalgie



De grootste hits en de laatste passage van Steve Miller in België dateren al van meer dan twintig jaar geleden. De Lotto-arena was dan ook maar half gevuld, voornamelijk met gezapige veertigplussers. Die juichten desalniettemin uitgelaten toen het grote doek met de Space Cowboy viel en Miller Jet Airliner inzette. Even eighties klonk Take The Money And Run, en daarna schakelde de band over op bluesrock.

Millers recentste wapenfeit, 'Bingo!', draait immers volledig rond Millers eigenste jarentachtiginterpretatie van allerhande bluesmuziekjes. Miller deelde daarbij de zang en het voetlicht met de swingende Sonny Charles. Helaas konden songs als Mercury Blues, Don't Cha Know of Tramp - de dialoog kwam niet echt over - nauwelijks de middelmaat overstijgen. Miller soleerde soms geïnspireerd maar verviel nogal vaak in clichés. De onovertroffen versie van Clapton en Robbie Robertson op 'The Last Waltz' indachtig viel Further On Up The Road zelfs ronduit tegen.

Ooh Poo Pah Doo en Hey Yeah vielen - net als op de plaat - het best te genieten. Ook oudje Shu Ba Da Du Ma Ma Ma Ma kreeg een pittige maar misschien wat gedateerde versie. Daarna gaf Miller een korte akoestische set ten beste. Wild Mountain Honey werd opgedragen aan Norton Buffalo en Nature Boy was voor Les Paul.

Tijdens Dance Dance Dance werd het John Denvergehalte ons toch iets te hoog, al liet het publiek dat vooral niet aan z'n hart komen. Heel wat mensen volgden het bevel op en voor de zaalmengtafel stonden al snel heel wat mensen te dansen. Sommigen hielden het bij ter plaatse wiegen, anderen speelden luchtgitaar of lieten duidelijk merken dat ze niet vaak alleen buiten mogen van thuis.

Wat ons betreft waren de sterkhouders van deze show vooral de oude poprockhits. Abracadabra had van ons gerust in een jam mogen ontaarden. Het publiek was wild van Rock'n'Me, het tempo en de drive van Jungle Love hadden we eigenlijk het hele optreden door willen horen en Fly Like an Eagle was de climax waarop we gehoopt hadden. Na de vrij koele strofen begon een erg gevarieerde, lange en onwereldse keyboardsolo, waarna Miller overnam met een paar juist geplaatste flageoletten en vervolgens een geïnspireerde en even lange gitaarsolo inzette. De verlichting van de gitaarvortex op het uitgekiende podium had een psychedelisch effect bij deze finale. Helaas werd ons enkel het onvermijdelijke The Joker als bisnummer gegund.

Misschien hadden we te hoge verwachtingen voor dit optreden. Tijdens de soms al te gemakkelijke bluesrocknummers - degelijk maar weinig origineel - vroegen we ons af en toe af wat we eigenlijk verwacht hadden of wilden horen. Fly Like an Eagle en Abracadabra lieten het horen: spacy poprock met origineel en herkenbaar gitaarwerk. Zit het er niet meer in of gooit Miller het bewust over een vlot verteerbare boeg? Misschien heeft hij wel gelijk: er was geen enkel beteuterd gezicht te zien in het publiek. Behalve het onze.

12 oktober 2010
Stefaan Van Slycken