Steve Gunn - Graag nog een keer
Trix, 17 april 2024
Steve Gunn is er de man niet naar om grote sier te maken. In Trix werd die lijn doorgetrokken. Maar er was geen hond die een spectaculaire lichtshow of pyrotechnics miste. Meer nog, het zou hier gewoon hebben misstaan.
Dat eenvoud de norm zou worden, werd al duidelijk bij het betreden van de bar, waar op het gewoonlijke podium niet meer stond dan een stel versterkers, enkele gitaren en een paar lampen. Ook voorprogramma Brigid Mae Power had niet meer nodig dan een elektrische gitaar, hoewel haar dat er wel toe dwong om enkele van de songs te herwerken van piano of akoestische gitaar. Maar het was vooral die stem, die het deed. Met de ogen gesloten bracht ze songs, die soms leken op traditionals, gebouwd op een steeds herhalend thema, maar als ze de mond open deed, kon je haast niet anders dan aan haar lippen hangen.
Ook Steve Gunn is niet de meest extroverte persoonlijkheid, maar eens hij de vingers over de akoestische gitaar liet fladderen, bleek wat voor een fantastisch muzikant de man was. Ook hij hield zich niet aan de standaard versies van de songs. Misschien ook niet onlogisch, als je het enkel met een akoestische gitaar moet doen. Toch weerhield hem het er niet van om zowat in elke song de paar pedalen en de sampler, die hij bij zich had, in te zetten, hetgeen vaak resulteerde in een soort van Sonic Youth-uitspatting. Maar telkens weer was dat niet meer dan een interludium. Als wilde hij bewijzen dat hij als een god chaos kon creëren uit schoonheid en dan ook nog eens de macht had om te bepalen wanneer het genoeg was geweest.
Negen songs, meer had de man niet nodig om te bewijzen dat hij uniek is en blaakt van zelfvertrouwen. Dat bleek ook tijdens de passages die hij liet ontaarden in feedback. Op die momenten zwierf hij als een hongerig roofdier over het podium, loensend naar de toeschouwers. Het waren dan ook negen songs, die stuk voor stuk uniek waren en duidelijk waren gegroeid tijdens de live optredens. Opener On The Way hield ons eigenlijk al meteen in de ban en pas bij de korte pauze, die ons werd gelaten voor de encore, zouden wij het wagen om terug naar lucht te happen.
Tussen die songs zaten opmerkelijk genoeg ook twee covers, respectievelijk een in vergelijking met de eigen songs eerder eenvoudig Among The Trees (van Michael Chapman) en een wonderlijk Venus In Furs (The Velvet Underground), dat hij dan ook nog eens liet voorafgaan door een aandoenlijk verhaal van adoratie. Maar rond die covers schitterden eigenhandig geschreven parels als Morning Sun, Way Out Weather en afsluiter Morning Is Mended. Voor de bisronde had Gunn dan ook nog eens Old Strange en het eerder atypische New Moon bewaard, waarmee hij aantoonde dat hij vocaal ook de hoge noten niet schuwde. Het ging hem allemaal perfect af.
Wij konden niet anders dan vaststellen dat Steve Gunn solo na die paar keer dat we hem al met band hadden gezien, nog meer de moeite loont. Er zijn zo van die concerten, waar je de dag nadien met plezier opnieuw zou naartoe gaan. Dit was er daar één van.