St. Vincent - Diva op koers
Ancienne Belgique, Brussel, 19 februari 2014
St. Vincent wordt meer dan nodig beschreven als “barokke kunstpop”. Wie dacht dat Annie Clark - zo heet ze in het dagelijkse leven - dat ondertussen beu zou zijn zit goed fout. In een anderhalf uur durende show in de Ancienne Belgique omarmde ze het concept met grote gebaren.
Eerst waren er de jonge snaken van Glass Animals, die met een bijna bovennatuurlijk serieux stonden te musiceren. Geen enkel moment verloren ze de concentratie en hun popliedjes waren één voor één perfecte uitvoeringen van nummertjes waarin digitale geluiden hand in hand gingen met popstemmetjes en eenvoudige maar doeltreffende gitaarlijntjes. Het miste wat enthousiasme en interactie met het publiek, maar verder was dit heel mooi.
St. Vincent had drie muzikanten meegebracht: drummer Matt Johnson, gitariste/toetseniste Toko Yasuda en Daniel Mintseris op electronica. Elk van hen deden ze op gezette tijdstippen de juiste danspasjes mee terwijl ze uit hun instrumenten de blazers, bassen en engelenstemmen haalden waarmee de muziek werd opgesmukt.
Zelf had ze een pakje aan, dat wel paste bij haar nieuwe, geëxplodeerde, blonde kapsel. Dat haar zorgde voor mooie schaduwen in het zorgvuldig gemikte tegenlicht. Op de achtergrond stond een soort showbiztrap met drie grote treden en bovenaan een statig microfoonstatief. Het bleken attributen te zijn die elk hun plaats in de show zouden opeisen.
Het begon goed met Rattlesnake en Digital Witness, twee sterkhouders van de binnenkort te verschijnen plaat. De robotachtige danspasjes zorgden voor een leuk effect. Maar waarom zowel bassen als blazers uit de synthesizers moesten komen was ons een raadsel.
Hoewel de danspasjes eerst een leuke gimmick waren, werden ze gedurende de hele show herhaald en bekroop je langzaam het gevoel dat niets hier aan het toeval werd overgelaten. De bindteksten waren zorgvuldig uit het hoofd geleerd, en appelleerden aan het publiek om vergeten jeugdherinneringen te delen. Het ware mooi geweest als de conversatie meer dan een eenzijdig stukje toneel zou zijn.
Helemaal over de top werd het toen ze voor I Prefer Your Love als een diva op de trap ging liggen. Ook tijdens Prince Johnny moest de trap het ontgelden. En naar het einde van dit nummer liet Annie zich langzaam rollend van de trap vallen. Theatraal allemaal, maar ook nogal kitscherig.
Huey Newton was een hoogtepunt, omdat daar nog enigszins de schijn van chaos werd opgehouden. In de finale van het nummer werd een theremin tegen Annie Clark’s gitaar uitgespeeld en leek alles uit de hand te lopen. Maar ondertussen wisten we al dat dat slechts schijn was, een geniaal restant dat getuigde van een voor onze ogen stervende rock-’n-rollattitude.
Het publiek smulde ervan. Aan de initiële oproep om geen digitale opnames te maken werd steeds minder gehoor gegeven. Dit is het materiaal waar je populair mee wordt en St. Vincent weet dat. Met haar talent en ambitie is ze op koers om binnen tien jaar Björk op te volgen als heldin van de alternatieve pop. En geloof ons: het zal lukken!