St. Vincent - Gespleten persoonlijkheid

Botanique, Brussel, 29 februari 2012

In haar lederen hotpants zag ze er dan misschien niet als een punk uit en op het eerste gezicht heeft zelfs haar muziek er niets mee van doen, maar eigenlijk is Annie Clark doordrongen van de stijl. En dat blijkt bij een optreden van St. Vincent, de groep waarvan zij het uithangbord en vooral de drijfkracht is.

St. Vincent - Gespleten persoonlijkheid



Met He Died While Hunting werd een nationaal voorprogramma opgediept dat aan een lightversie van een band als Pinback deed denken. Met twee gitaren, loopstations en vogel- en andere achtergrondgeluiden werd een poging gedaan om het publiek overhoop te knallen. Helaas bleef het bij blindgangers, was het nieuwe er snel af en bleef je, ondanks alle goede wil, enkel achter met het gevoel dat het origineel toch steeds beter is dan de waterige kopie.

Ze stond al enkele keren op de Belgische podia, maar bijna altijd in haar eentje met enkel haar gitaar als begeleiding. Nu had ze dus wel haar band mee en kon het Brusselse publiek genieten van een volledige show van St. Vincent. En pas dan blijkt dat deze muziek draait rond de snaarvaardigheid van deze duistere schone.

Of Annie Clark werkelijk een heilig boontje is valt nog te bezien. Er gaat namelijk een zekere dualiteit uit van alles wat met St. Vincent te maken heeft. Dat hoorde je al aan de eerste zin van het eerste nummer Surgeon. Met een tekst als “I spent the summer on my back” kun je namelijk – ook al in de context van de titel - alle kanten uit. En Annie Clarks teksten zitten vol met dergelijke dubbelzinnigheden.

Muzikaal is die tweeledigheid er zo mogelijk nog meer. Complexe drumritmes in combinatie met lieflijke toetsenstrelingen en een gitaar die voortdurend je oren uitschraapte maakten dit voor de doorsnee luisteraar niet meteen vanzelfsprekend. Maar blijkbaar waren er meer dan genoeg liefhebbers van deze eigenzinnige muziek, want de Rotonde van de Botanique was tot de nok gevuld. Clark liet haar vingers meteen over haar gitaar fladderen en toonde aan dat zij en alleen zij het was rond wie de show draaide.

Met Cheerleader was het ook meteen raak. Hoewel de song op zich behoorlijk laidback is, werd er toch een nerveus einde aan vastgeknoopt, waarbij opnieuw die knisperende gitaar de hoofdvogel afschoot.

In Dilettante gingen gitaar en toetsen (onder de hoede van de reïncarnatie van John Belushi inclusief Blues Brothers-hoedje) gelijk op. Een trucje dat St. Vincent wel vaker toepast, zij het niet altijd met toetsen. In Neutered Fruit volgde de gitaar bijvoorbeeld gedwee de stem van de protagoniste. Maar onze voorkeur ging toch uit naar songs als Black Rainbow waarin de gitaar helemaal tot uitbarsting kwam.

Een occasioneel “Merci”, zij het dat het meer als “mercy” klonk, en enkele anekdotes waren voldoende als bindteksten. Eentje had te maken met de cover die ze speelde: met She’s Beyond Good And Evil van The Pop Group bleef ze haar punkachtergrond trouw.

Tijdens bisnummer Your Lips Are Red dook ze trouwens het publiek in, legde haar hoofd op de schouder van een verbouwereerde toeschouwer en liet haar rode gitaar mishandelen door grijpgrage handen. Het stak schril af tegen de ingetogenheid van andere nummers, maar paste allemaal perfect bij de tweeledigheid die van deze band uitgaat. Wij hebben het dan ook altijd al gehad voor gespleten persoonlijkheden. Als ze dan nog gevangen zitten in zo’n mooi lijf, krijgt u ons helemaal op de knieën.

29 februari 2012
Patrick Van Gestel