SPOT festival - Kirren van plezier - Spot deel 2

Music House, , 2 juni 2010

Volgens niet vernoemde, Deense bron zijn ze “too good to be true”. Wij verzekeren u dat ze wel degelijk echt zijn en dat Efterklang met hun eclectische composities het voortouw neemt in de jaren negentig revival die Scandinavië in de ban houdt. Tegen een achtergrond van zalmroze, appelblauwzeegroene en mauve lichtschermen zette de iets te gestroomlijnde machine zich in gang, opgezweept door een allesoverheersende - hoe kan het ook anders - drummachine. De al te bombastisch uitgevoerde nummers moesten daardoor inboeten aan de schoonheid die Efterklang in hun albums wel weet te leggen. Met gesloten ogen en je concentrerend op de individuele onderdelen van de walsende machine, werd het duidelijk dat Efterklang niet zomaar de eersten de besten zijn. Een stem die elke noot loepzuiver en beheerst uitbrengt, vioollijnen die zweven tussen sterren en hemel en gitaarriffs die in al hun eenvoud de nummers voorzien van een opzwepende magie. Maar steek al die elementen in een gebloemde flanellen salopette die voortsjokt op het tempo van holle, voorgeconstrueerde drumslagen en het resultaat was een Efterklang dat niet kon overtuigen. Minstens even populair in eigen land zijn de jongens van The Rumour Said Fire en dat liet zich al snel merken toen we in de imposante grote zaal nipt de laatste van de vijftienhonderd zitjes konden bemachtigen. De zweverige indiestemmen (die opvalland veel aan Simon & Garfunkel deden denken) bleken echter tot onze blijdschap zelfs de allerlaatste rijen gemakkelijk te bereiken. Er was ons al verteld dat de band in oktober vorig jaar het land wist in te pakken met “een hit”, maar toen de drummer het opeens even voor bekeken hield om een akoestisch deuntje en harmonicaspel te begeleiden met een tamboerijn, en de stemmen van Søren Lilholt en Jesper Lidang de eerste noten van The Balcony inzetten, veerde het publiek opeens op uit hun stoel, aansteker bij de hand. De nostalgische, kampvuurachtige sfeer die de jongens van The Rumour Said Fire met hun dromerige liedjes neerzetten, is natuurlijk niet nieuw, maar hun plaat ‘The Life and Death of a Male Body’ hoeft amper onder te doen voor de anderen in dit genre. Afsluiten deden ze met Evil Son, waarbij zowel het tempo als de zang nog wat meer de hoogte in gingen. Het daverend applaus was terecht. Verrassend genoeg werd ook de Belgische dancemuziek even vertegenwoordigd op dit Scandinavische festival. Hiervoor waren de leden van het IJslandse FM Belfast (onlangs ook op Les Nuits Botanique) verantwoordelijk, en wel door een eigenzinnige remix van Pump Up The Jam uit hun speelgoed te toveren. Men kan het geheel zich misschien het best voorstellen als een omvorming van klassiekers als Killing In The Name Of en Welcome To The Jungle tot een elektronisch feest waarbij het oprichtersduo Lóa Hlín Hjálmtýsdóttir en Árni Rúnar Hlöðversson enthousiast rondspringend de vocals voor hun rekening namen. Deze formule (die iets weg heeft van de werkwijze van Soulwax) leek uitstekend te werken om een overvolle Voxhall aan het dansen te brengen. Maar ook hun eigen werk werd goed onthaald, vooral Underwear en Par Avion zijn daarbij een vermelding waard. Het laatstgenoemde nummer (dat ze lang, maar geslaagd uitsponnen) werd memorabel toen de IJslanders de hele zaal lieten neerhurken, om het publiek vervolgens allemaal synchroon weer te laten rechtspringen, terwijl de meeslepende beats opnieuw voluit door de boxen galmden. Dat het geslaagd was, werd verder geïllustreerd worden door de bende enthousiaste Denen die na het concert nog minutenlang hun deuntje bleven nazingen. Conclusie: van FM Belfast gaan we zeker nog horen. De jongens van Kiss Kiss Kiss mochten dan wel piepjong zijn, ze leken toch al genoeg ervaring vergaard te hebben om geloofwaardig op een podium te staan. Het viel op dat het –hoofdzakelijk uit even jonge meisjes bestaande  publiek in de thuisstad Århus maar wat graag hun plaatsje voor Thomas Dybdahl in gevaar bracht om deze jongens al dansend en joelend te steunen. Ook voor de –ongetwijfeld kleinere groep- mensen die nog niet eerder van de groep hadden gehoord, was dit optreden echter zeker het risico waard. De sound neeg wat naar een combinatie van de Britrock van Arctic Monkeys, Franz Ferdinand en co en de dansbare rock met licht elektronische invloed, genre Goose, waarbij het aanstekelijke drum- en gitaarspel voldoende ruimte kreeg om op het publiek in te werken. Niet echt verwonderlijk dat de jongens sinds de oprichting van de band in 2007 al snel vele hoofdpodia in Denemarken mochten bekleden. Ook het felbegeerde Roskildefestival in 2008 staat op hun palmares. Na een eerste kennismaking met The Blue Van via de desbetreffende MySpacepagina bleef vooral het catchy rocknummer ‘Man Up’ hangen. Het was dan ook een eerder kinderlijke nieuwsgierigheid dan een doorwinterde interesse die ons naar de Officerspladsen lokte. Het talent van de vierkoppige band reikte niet torenhoog, maar zorgde wel voor een fijne set van het betere rockwerk, opgeleukt door niet al te ingenieuze bluesrockgitaarsolo’s, een stem die zonder echt te kunnen duiden bekend aandeed en het beklimmen en bespringen van instrumenten en versterkers onder het motto “De wereld is een speeltuin.” Zijn de jaren zestig terug? De sound deed denken aan een gepolijste, zij het een stuk meer bescheiden versie van Ten Years After. Geen hogere, culturele ervaring, wel een brok energie die duidelijk afstraalde op het wildenthousiaste publiek en ook wij lieten ons dit muzikaal feest welgevallen. Hoewel we moeten toegeven dat de verwachtingen voor Crystal Sky Butterfly met wat scepsis gepaard gingen - mede door de verschijning van de frontvrouw in een oranje tulband met bijhorend kleed waarbij de mouwen bizar genoeg aan de onderkant van het kledingstuk bevestigd waren - kon de groep al snel alle vooroordelen van de baan vegen. De zangeres bleek namelijk niet alleen over een gezonde portie extravagantie en – zij het enkel voor Denen verstaanbare - mopjes te beschikken, ze had daarnaast vooral een zeer indrukwekkende stem. Ellebelle had er naar eigen zeggen in het verleden al wat solowerk op zitten, maar heeft zich nu omringd met een groep straffe muzikanten, waarvan in het bijzonder de drie feeën met evenveel snaarinstrumenten opvielen. Het geluid van Crystal Sky Butterfly liet zich niet makkelijk bestempelen, of zoals ze het zelf uitdrukten: “Most likely it sounds like someone you know, but just can’t remember the name of.” Als we toch een poging tot definitie ondernemen, zouden de woorden warme, vrolijke, folkachtige pop geen onaardige combinatie lijken. Het vreemdere eind van de groepen binnen The Copenhagen Collective, een eigenzinnig collectief van negen bands, moet wel Sleep Party People zijn. Het gelijkaardige, buitenaardse sfeertje  rechtvaardigt de omschrijving van deze band als “the electronic version of Sigur Rós,”  misschien enigszins, maar wij zouden de vergelijking toch niet verder trekken dan dat. De stijlmix van postrock met hier en daar een vleug elektronica werkte wel verrassend goed. Wie twijfelde over hoe te dansen op dit soort muziek, kon zich gewoon laten leiden door de bewegingen van de muizenmaskers die alle bandleden ophadden. CODY leverde met ‘Songs’ een uitstekende debuutplaat af en mocht met trillende benen het podium in de onwezenlijk grote Store Sal betreden. De uiterst sympathieke groep kon de intimiteit bewaren die nodig was om haar muziek tot zijn recht te laten komen. Op ‘Songs’ staan immers indiefolkpopnummers, een beetje in de lijn van het folkgeluid van Adrian Crowley, maar dan minder traditioneel, of de indiepop van Devastations, Sophia, noem maar op. Wij hoorden zeer sterke versies van Your Window en I Want You en noteerden dat The Light sterker staat op plaat dan live. Desalniettemin was de passage van CODY één van de hoogtepunten van dit festival, zowel qua samenspel, sound en attitude als qua intimiteit. De staande ovatie van het dankbare Deense publiek, hoefde ons dat niet in te fluisteren. En de mensen kirden van plezier. En laat dat nog altijd het belangrijkste zijn. Een verslag van Mattias Devriendt, Ellen Wirix, Tom Desoete, Bieke Willem.

SPOT festival - Kirren van plezier - Spot deel 2

2 juni 2010