SPOT-festival 2011 - Onverwachte ontdekkingen
Aarhus, Denemarken, 31 mei 2011
De eerste dag van SPOT was een geslaagde kennismaking met het schone Aarhus, het SPOT-concept en de Deense bevolking. En dan was er ook nog die bizarre afterparty geweest. Met een perfecte brunch achter de kiezen stonden onze receptoren ook op dag twee van SPOT weer scherp voor nieuwe muzikale impulsen.

De sympathieke uitstraling van My Evil Twin wekte bij het publiek heel wat goodwill op. Hun popnummers, die wat aan Cranberries of Suzanne Vega refereerden, werden met een natuurlijke flair gespeeld en vielen wel in de smaak.
De wat kinderlijk iele maar charmante stem van zangeres Cecilie Enevold Nielsen gaf de songs persoonlijkheid. Toch bleven achteraf geen nummers in het hoofd plakken, en stelden wij ons de vraag of de setlist wel sterk genoeg was om op deze belangrijke afspraak te kunnen overtuigen.
De dame werd door het publiek opgevangen en getroost, waarna zich een geacteerd vreugdetafereel ontspon met knallende slingers, confetti en luchtbellen. De grens tussen realiteit en fictie stond op het punt te vervagen. Een geslaagd experiment.
Met olielampen hadden de ambitieuze locals van Deer Bear, die laatst nog op het Texaanse SXSW stonden, een melancholisch-romantische sfeer gecreëerd waarin hun rustige popfolk perfect kon gedijen. Anne Hjort en Lars Bjørn-Hansen smeedden sterke duetten die de nummers naar een hoger plan tilden. De sobere, warme contrabas, banjo en xylofoon bepaalden mee de organische toon van de kabbelende nummers.
We genoten van wat echt een goed optreden was, al gaat het voor de jonge band uit Aarhus allemaal wat snel. Om echt te imponeren waren de songs (nog) niet voldoende uitgepuurd. Op basis van wat wij hoorden, durven wij hen echter een heel mooie toekomst toedichten.
Wij waren (en zijn nog steeds) danig onder de indruk van het debuut ‘Ghost Of Love’ van Marie Fisker. Haar prestatie in de Atlaszaal, die nog nazinderde van Deer Bear, was echter één van de ontgoochelingen van SPOT. De aanwezigen konden vaststellen hoe de karaktervolle dame niet veel verder kwam dan evidente vocale versieringen op downtempo soulgitaren. Haar aparte altstem had duidelijk ruimte nodig, maar liet zich wat onhandig overvleugelen door nogal banale akkoordenschema’s. Zonde van haar ontegensprekelijke talent.
Na deze wisselvallige dag, zetten wij ons laatste geld in op Raised Among Wolves. En met succes. De roedel jonge wolven - ze waren met zijn achten - had een verhaal te vertellen, dat ook hoofdstuk per hoofdstuk op een groot scherm werd gevisualiseerd. De set, die qua conceptuele aanpak aan ‘Where Wolves Wear Wolf Wear’ van Tomàn herinnerde, boeide van begin tot eind. De jongens blonken uit met een energieke en precieze uitvoering van hun creatieve composities in de opgewekte stijl van de laatste van Sigur Rós. Hun enthousiasme werkte aanstekelijk, en gezamenlijk buigend onder een joelend applaus sloot Raised Among Wolves onze eerste SPOT-ervaring in schoonheid af.