SPOT-festival 2011 - Cody imponeert
Aarhus, Denemarken, 31 mei 2011
Met een weinig verkwikkende, vijftien uur durende busrit en een chronisch slaaptekort in de benen gingen wij enthousiast een eerste dag muziek shoppen op het SPOTFestival van Aarhus. Zijn een topinfrastructuur en toporganisatie een garantie op topprestaties? Het eerste deel van het antwoord vindt u hieronder.

De acht jonge jongens van Waldo & Marsha - naar onze schattingen samen nog geen honderdvijftig jaar oud - brachten shoegaze met een optimistische noot. Het waren helaas vooral de valse noten in de zangpartijen die het geheel op losse schroeven zetten.
Nochtans waren de nummers niet onaardig en was de uitvoering geslaagd: nonchalant en statisch, maar accuraat, zoals het hoort. Toch kunnen we niet om de ronduit valse zangpartijen heen. Spijtig.
Let Me Play Your Guitar en Talking To Turtles speelden een duo-optreden, waarbij ze als complementaire bands elkaar ondersteunden. De zelfverzekerde kerels van Let Me Play Your Guitar betekenden met hun arrangementen een grote meerwaarde voor de kale en repetitieve songs van het wat schuchtere Talking To Turtles. Beam Me Up, Scottie werd op die manier een voltreffer.
Let Me Play Your Guitar, op hun beurt, speelde hun op Fleet Foxes en Grizzly Bear geïnspireerde nummers met veel klasse en precisie. Naast de natuurlijke finesse van de arrangementen van Let Me Play Your Guitar onthouden wij van beide bands vooral de fascinerende stemmen.
De virtuoze muzikanten van Thus: Owls speelden door fileproblemen een ingekorte, maar daarom niet minder bevreemdende set.
Het kostte het publiek heel wat moeite om toe te treden tot hun universum van lage baslijnen, fel snerpende klanken en vreemde handgebaren. Het was moeilijk in te schatten waar deze muziek om draaide en wat voor gevoel dit alles teweeg moest brengen. Een enthousiasteling daar gelaten, liep de zaal dan ook langzaam leeg.
Jenny Wilson bracht het Tensta Gospel Choir mee, samen met enkele straffe muzikanten in mooie pakjes. Met veel zelfvertrouwen en in Gaga-outfit bracht ze haar soulgerichte, dansbare pop.
Op haar wenken veerde de volle zaal (zo'n elfhonderd man) uit zijn comfortabele zitjes recht en begon spontaan mee te dansen. Een vijftigtal fans beklommen zelfs het podium. De fans tevreden, Jenny's missie volbracht.
Vreemde vlerk Mads Björn had maar twintig minuten nodig om een onuitwisbare indruk op ons na te laten. De "multi-instrumentalist" bespeelde zijn vleugelpiano, rockgitaar en synth op maniakale wijze, en daarbij spaarde hij de gimmicks hoegenaamd niet.
Meermaals viel hij op de knieën, zwaaide hij het hoofd wat spastisch in het rond en begon even zelfs te huilen. Op muzikaal gebied bleef hij echter middelmatig, met een flauwe ballad, een simpel elektronicanummertje, een uitgesponnen gitaarsolo en een cover van de Deftones.
Wij zijn blij dat de sympathieke Mads zijn energie en complexen kwijt kan in zijn (matige) muziek, want het mag duidelijk zijn dat hier een serieuze hoek af is.
De baardige songsmid met bretellen Mugison had voor het Deense publiek een tiental aangebrande, humoristische soulnummers mee. Met anekdotes over zijn moeder en porno kijken had de IJslandse bard de zaal al snel op zijn hand.
Bij al zijn spelplezier vergat hij nu en dan een flard tekst, maar gelukkig waren daar twee vrouwelijke fans die hem fluks de juiste woordjes toeriepen. Zijn gitaarspel was gevarieerd en meer dan behoorlijk, wat ook van zijn zang gezegd kon worden. Zijn plan na het optreden? Nog wat rondlopen in de hoop gratis bier te scoren.
Onze torenhoge verwachtingen voor het concert van Cody werden volledig ingelost en zelfs overtroffen. De Deense akoestische folkrockband was erg geconcentreerd en vastbesloten om een feeërieke sfeer te scheppen in het toch wat kleine ArcHauz (driehonderdvijftig toeschouwers).
Het publiek kreeg de beste nummers van de band voorgeschoteld in werkelijk sublieme versies. Met onder andere Under The Pillow, What's Behind, Another Year, Comfort and Rage... werd hun korte setlist een ware triomftocht. Met liefde en trots speelde Cody de zaal van de sokken, en liet ons ontroerd achter in het Deense duister.
Bij wijze van contrast namen we ook nog de showcase van HAM (Happy Angry Mad) mee. De vier IJslandse Vikings deden de Filuren-zaal op haar grondvesten daveren met hun simplistische maar loeiharde rockriffs.
Sociaal relevante thema's als "prostitutes in Reykjavik in the harsh winter of 1918 during the Spanish Flue" (sic)werden niet gemeden. Het overwegend dronken publiek leek het wel te smaken.
Toen de man met de stem van onbehandeld graniet echter zijn weg doorheen onze trommelvliezen probeerde te boren, werd het ons wat te veel.