Spiritual Beggars - Wachten op de roes

De Kreun, Kortrijk, 7 april 2016

Alcatraz begint naast de organisatie van het gelijknamige, jaarlijkse metalfestival ook meer en meer naam te maken als volwaardig concertorganisator. Deze keer brachten ze de psychedelische stoners van Spiritual Beggars naar de Kortrijkse Kreun, geflankeerd door de Duitse hippies van WolveSpirit. Een avondje trippen in de Leiestreek? Count us in.

Spiritual Beggars - Wachten op de roes



Het was door de kermis buiten een ware hel om aan een parkeerplaats te geraken en daarom zouden velen het begin van de openingsact WolveSpirit niet halen. Eens binnen zagen we een voorprogramma dat alle flowerpowercliché’s vakkundig bovenhaalde. Frontvrouw met bloemenkleed, die zich duidelijk net iets te hard amuseert om nog echt aanstekelijk te kunnen zijn? Check! Langgerekte passages, ingevuld door een gierend hammondorgel? Dubbelcheck. Lyricaal werd dan ook volop gedanst in het maanlicht en op een berg gezeten. Het publiek liet het zich echter welgevallen; wie zijn wij dan om te klagen?

Gitarist Michael Amott van Spiritual Beggars wilden het enthousiasme duidelijk niet verloren laten gaan en begonnen dan ook stevig aan de set, met nieuwe nummers zoals Sunrise To Sundown en Diamond Under Pressure. Ook Euphoria kwam verrassend vroeg. Het publiek was enthousiast, nog wat meer opgestookt door een hyperactieve Apollo Papathanassio. De zo minzame Amott stond ervan te kijken.

Het moet wel gezegd dat laatstgenoemde zelden zelf de spotlights opzocht. “Laat die zotte Griek maar doen”, leek hij wel te denken van achter die grote speaker waar hij vaak even ging schuilen tussen de nummers door. Hij is nu eenmaal geen Slash of Angus Young, die constant show maken en het publiek bespelen. Neen, Amott houdt het op gitaar spelen. Zonder franjes. Wanneer hij twee Arch Enemy-meisjes snel een plectrum toesteekt, doet hij dat stiekem en zonder oogcontact te maken.

Daarmee zijn we dan ook naadloos aanbeland bij het pijnpunt van de avond. Hoe hard Papathanassio ook het publiek opzweepte, de set op zich voelde meer dan eens routineus aan. Met nummers als Euphoria kan wel wat geïmproviseerd en geëxperimenteerd worden, maar dat gebeurde amper. Het was wachten op een moment om je met gesloten ogen te laten meevoeren door de muziek, maar dat moment kwam maar niet.

Met Mantra had het Zweedse vijftal nog een roesopwekkend middel achter de hand gehouden. Die keyboardintro van toetsenist Per Wiberg schreeuwt dan ook: “Hier komt een trip”. Het was een oerdegelijke en waardige afsluiter van de avond, maar hogere sferen wisten we opnieuw niet te bereiken. Waren de verwachtingen op voorhand te hooggespannen? Voor een band met ex-leden van Opeth en Firewind, en twee gangmakers van Arch Enemy kan dat toch geen probleem zijn.

7 april 2016
Nic De Schepper