Spinvis - Zelfrelativering
De Roma, 23 december 2023
Het voelt vreemd aan als je op een concert met je neus op de feiten wordt gedrukt. Je mag het dan belerend vinden. Het is een waarheid als een huis: We Kunnen Niet Zoveel.
Desondanks gaan wij ook nu weer de logaritmes te lijf op zoek naar likes en lezers van dit verslag en bij uitbreiding elke post, die we weer eens doen op welk medium dan ook. Want hoewel je weet dat het ook maar Facebook is, X, Instagram, Threads of welk sociaal medium dan ook, streelt het je ego dat er duimpjes verschijnen bij wat je geschreven, gefotografeerd, gedaan hebt, hoe weinig betekenend ook. Dat is menselijk. Dat je dan op je eigen beperkingen gewezen wordt tijdens een optreden, maakt je nederig.
Het mooie daaraan was ook dat de man achter de band – het muziekgezelschap, zoals de vreemde gastdichter Arjan Lieten het omschreef tijdens de pauze voor de bisronde – geen enkele pretentie uitstraalt. Ook hij relativeert zichzelf, stelt de eigen verwachtingen voortdurend bij, maar doet dat dan met liedjes, die op één of andere manier mensen weten te raken. En te zeggen dat het die teksten zijn, waarmee hij het meest worstelt.
Spinvis dus. Het podium van De Roma was niet enkel gevuld met instrumenten en muzikanten, maar ook met etalagepoppen. En de show werd geopend met een kakafonische uiteenzetting over hoe wij een menigte zijn, hetgeen in dit geval moeilijk te ontkennen viel. Erik De Jong zou er nog eens op terugkomen iets meer uitleg geven net voor Lente '22 werd ingezet. Want die menigte bestond uit individuen, mensjes, elk op zichzelf, elk met een eigen mening en gedachten, een beetje zoals die etalagepoppen, maar dan iets complexer, met eigen verstrengelingen binnen of buiten die menigte in De Roma.
En die menigte liet zich meenemen door een set, die werd opgebouwd rond liedjes, die deze band nog niet zo vaak gespeeld had. Naast uiteraard een selectie uit de uitstekende nieuwe plaat 'Be-Bop-A-Lula', die – dat bleek uit de reacties in de zaal – al erg goed was ingeburgerd. Er waren dan vooral de eerder vernoemde single en Paradijs, dat De Jong, zoals hij die avond wel vaker deed, van enige uitleg voorzag. Maar het meeste enthousiasme werd wonderlijk genoeg opgewekt door afsluiter Oogstlied, dat met de trombonesolo van Merel Junge (ook nog op viool, gitaar en trompet) de sfeer naar de hoogste toppen voerde.
Voor het eerst hoorden wij versies van het schitterende De Zevende Nacht, konden we genieten van opnieuw die relativering van iets zo indringends als liefdesverdriet in Soms Breekt Er Een Hart, Soms Blaft Er Een Hond en kregen we het pijnlijke verhaal achter Limonadeglazen Wodka voor de kiezen. Ook Aan De Oevers Van De Tijd raakte bij ons de gevoelige snaar en het leek wel of De Jong de knaap aan de rand van het podium op dat ogenblik in het oog had en zich afvroeg waar de tijd heen was. Maar misschien hebben wij dat er ook gewoon zelf op geprojecteerd.
Geen klassieke versies van Bagagedrager en Smalfilm trouwens, maar eerder uitgeklede, frisse vertolkingen, waarbij de herkenbaarheid bleef, maar de nummers een heel nieuwe dimensie kregen. Waarmee we meteen waren aanbeland bij de bissen en we met de tekst van Kom Terug (“Reis ver, drink wijn, denk na / Lach hard, duik diep, kom terug”) nog één keer midscheeps geraakt werden.
Soms maakt een mens het zichzelf gewoon te moeilijk. En dan zet een (nieuw) nummer als We Kunnen Niet Zoveel je plots met de voeten weer op de grond. Misschien doen we het nog zo slecht niet. En vooral: wat zijn we blij dat we naar De Roma zijn geweest.