Sonic City 2019 - Twintig bands, maar de Belgen winnen

Depart Evenementenhal, 7 november 2019 - 10 november 2019

Sonic City 2019 - Twintig bands, maar de Belgen winnen

Sonic City trok zichzelf dit jaar als een diesellocomotief op gang met een concertregistratie op het witte doek op donderdag, en vier bands als opwarmer op vrijdagavond. Vanaf zaterdag was het echt "gank" met een twintigtal bands verspreid over drie podia. Later op de eerste dag zou curator Cate Le Bon nog aantreden, waardoor we vooral artiesten kregen die Le Bon had uitgepikt.

Het eerste schot in de roos was Michele Mercure, een vergeten artieste die dertig jaar geleden een reeks ondergewaardeerde tapes en platen uitbracht. Wij sloegen helaas de spreuk, die bij de grootouders aan de schouw hing in de wind. Jaja, "de morgenstond heeft goud in de mond", maar wij arriveerden pas in Kortrijk toen Michele Mercure het slot van haar set naderde. Wat we hoorden was minimalistische, maar erg warme elektronica (met erg mooie visuals) in de geest van Asmus Tietchens of Cluster. We hopen dat iemand de Amerikaanse binnenkort nog eens naar België haalt.

Mannequin Pussy had al vroeg veel volk op de been gebracht. Met Marisa Dabice als brulboei kregen we een punkrockshow zoals een punkrockshow hoort te zijn. Soms balanceerde ze tussen kwetsbaar en genadeloos (Emotional High), maar we werden vooral overrompeld door een keelgat met de dimensies van een graanschuur. Tot ze Pledge inzette (“Ok ok! ok ok!”), dachten we dat enkel Kim Gordon zo kon hijgen. Even later schreeuwde ze alsof ze Courtney Love met haar huig verstikte. Ondertussen daverde de band als een goederentrein door de zaal, met als enige poging tot rustpunt High Horse ("Als je het niet erg vindt, gaan we het iets kalmer doen. Heb je iemand bij je om te slowen?"). Net toen we dachten dat het wel eventjes mooi geweest was, mocht Dabice’s gitaar aan de kant en ging ze een aantal nummers lang helemaal loos. Na drie kwartier waren we uitgeteld en het was nog niet eens drie uur in de namiddag. Eventjes heel sonisch, die stad!

Er was een duidelijk contrast tussen acts als Mannequin Pussy, die Shame (de andere curator dit jaar) had uitgekozen, en de artiesten die Cate Le Bon had uitgenodigd. Wilde gitaren versus ingetogen weirdo’s, zo zouden we het kort door de bocht kunnen samenvatten. Zo kregen we in de kleine zaal boven Ed Dowie voorgeschoteld. De sympathieke zonderling slungelde het podium op en schoot meteen de bal mis. Hop, even de intrede overdoen met als gevolg een glimlach in de zaal. Ongewild was het ijs gebroken en ging de zaal mee in het verhaal. Opener Bosnia & Herzegovina was een song over een afwijking waardoor je maar de helft kan zien van iets, verklapte hij. Het volgende nummer ging dan weer over eekhoorntjes. In het duo Alive en May For A Dead Queen deed de hoge, afwezige stem denken aan Sufjan Stevens ten tijde van ‘Carrie & Lowell’. De klungelige koster schrok ook van zichzelf, toen hij de laatste song aankondigde. "Heet het echt zo?", dacht hij luidop. Ontwapenende outsider art die heel wat aanwezigen tot aan de slotnoot in de bovenzaal hield.

Nog zo’n outsider was Eiko Ishibashi. De Japanse serveerde een lang elektronisch landschap, opgebouwd uit piano en dwarsfluit, bijgestaan door twee drummers (toen die dwarsfluit toch wel iets te frequent werd bovengehaald, flitsten beelden uit 'C’est Arrivé Près De Chez Vous' door onze bezoedelde geest). Het jazzy sfeertje ging een beetje richtingloos aan ons voorbij. "Hier zat meer in", zeggen we dan. Ook bij Group Listening bleven we een beetje op de honger zitten. Twee muzikanten herwerkten de eigen favoriete ambient classics, onder andere van Steve Roach. Een rustpunt ergens halfweg de middag, maar toch een beetje te vrijblijvend. Ook de slaapkamerpop van Grimm Grimm - alweer een Japanner - waaide een beetje over. De songs waren haast kinderliedjes, die veelbelovend leken, maar na afloop konden we ons ook wel vinden in de kennis die de set samenvatte als: "Geeuw geeuw".

Zoals gezegd stak vooral de selectie van Shame het vuur aan de lont. Zo zorgden Priests voor een leuke vibe met een aan Blondie schatplichtige set. Erg entertainende postpunk, maar ook wel middelmatige en onderling inruilbare songs. De twee zangeressen wisselden af aan de microfoon en achter de drumkit. Een verandering van spijs die best wel deed eten. Het meest memorabele was eigenlijk de vestimentaire keuze: de combinatie van een glittertopje met een skipak, iemand?

Sonic City sleurt elk jaar een karrenvracht te ontdekken namen naar Kortrijk om de papillen te masseren. Enigszins ironisch was het hoogtepunt van de dag voor velen een band die iedereen dit jaar al minstens twee keer had gezien. Whispering Sons verving te elfder ure Fontaines D.C. (zangeres Fenne Kuppens bedankte de Ieren laconiek om te cancellen) en speelde een enorm strakke set waarin ook twee nieuwe songs verstopt zaten. In de staart werd het even hilarisch, toen een brandalarm interfereerde met Waste.

Daarna was het weer tijd voor Cate Le Bon. Boven had ze - alweer - een Japanse uitgenodigd om enkel met de stem en een loopstation een soort Gregorische gezangen op te roepen. Het was eventjes mooi, maar het totaalconcept van Hatis Noit ontging ons enigszins. Tijd voor de gastvrouw zelf dan. Met de allures van een hoofdact had de Welshe de grote zaal aardig doen vollopen, maar toch kon Cate Le Bon die stek niet volledig waarmaken. Samen met een vijfkoppige band, loodste ze Sonic City doorheen het meest recente album ‘Reward’ met een intrigerend mooi Home To You. Een sound die laveerde tussen het verleden van Siouxsie of het heden van My Brightest Diamond en Anna Calvi. Aan het eind van de set wou ze alle bands, die ze cureerde, bedanken, maar haar band moest best wel wat gaatjes in haar geheugen helpen vullen. Ergens wel te begrijpen, want de twee bands die vlak na haar aantraden - TIMKOH en Mega Bog - zijn we intussen ook al vergeten.

Thurston Moore cureerde twee jaar geleden het festival, destijds de reden om de oude vertrouwde De Kreun in te ruilen voor een grotere locatie. Ook nu was Thurston Moore Group duidelijk de act waar iedereen naar uit keek, want ruim voor hij zou beginnen, was het al drummen voor een plaatsje aan het hoofdpodium. Onlangs bracht Moore een driedelige cd-set ,‘The Spirit Counsel’, uit en daaruit werd een moot geplukt. Alice Moki Jayne barstte na een aanloop van een kwartier uit in een compositie die aan het betere experimentele werk van zijn vroegere band Sonic Youth deed terugdenken. Af en toe gaf Moore, als was hij een dirigent, aanwijzingen aan de rest van de band om een subtiele koerswijziging door te voeren. Het werd een moeilijke oefening en na drie kwartier begon de zaal uit te dunnen. Intussen lieten Moore, tweede gitarist James Sedwards en bassiste Debbie Googe alledrie hun instrument met de versterkers flirten, maar uiteindelijk werd de draad weer opgepikt van de song die uiteindelijk tegen de zeventig minuten zou afklokken. Een uitzonderlijke set waarmee enkel een halfgod als Thurston Moore wegkomt. En dat bedoelen we positief hoor!

Het was een verademing om daarna de popdeuntjes van BITW te horen. De band uit Wales, die ook in de lokale landstaal zingt, bracht leuke indiepop die zo simpel in elkaar zat dat de toetseniste ofwel beide handen gekruist op de rug of borst kon houden of hooguit met één hand speelde, terwijl de andere in de zak van haar salopet kon blijven. Het optreden had een beetje een Belle & Sebastian-vibe met hilarische onderbrekingen als een commerciële pauze waarin een verkoopprijs voor de cd van de band werd afgesproken met het publiek. BITW-brein Gruff Ab Arwel pakte aan het eind van het optreden theatraal een blok hout vast om er met één tik een eind aan te breien.

De verrassing van Cate Le Bon zat in de staart van de dag. Het was al voorbij middernacht toen Holly Herndon het podium op mocht. Haar muziek draait rond elektronica en meerstemmigheid: de eigen stem en die van drie extra zangeressen. Waarom ze in boerenplunje opdraafden, weten we niet. Maar het gaf het geheel toch iets van een Balkan-act op het songfestival, of godbetert een nieuwe tv-format “Boer zkt. song”. De drie produceerden klanken terwijl Holly in de microfoon een onweer evoceerde. Of tijdens een ander nummer zongen twee zangeressen elkaar toe, in de achtergrond troostte Holly met enige dramatiek de derde zangeres. De diepere betekenis van de performance ontging ons zodat we met een grote vraag bleven zitten: wat zouden Beavis & Butthead denken van deze Laïs-voor-de-eenentwintigste-eeuw?

8 november 2019
Christophe Demunter