Sonic City 2016 - Brein en buik

undefined, 15 november 2016

p.p1 {margin: 0.0px 0.0px 0.0px 0.0px; font: 12.0px Helvetica; -webkit-text-stroke: #000000} span.s1 {font-kerning: none}

Sonic City 2016 - Brein en buik

Na een puike eerste dag wandelen we vrolijk De Kreun binnen, er op vertrouwend dat het met de bands wel snor zit, en uitkijkend naar de finale van Savages op hun eigen festival.

Twee broers, de ene begenadigd met een rijke stem, de andere met mallets, een violiste en een boel “very long hall reverb”: A Dead Forest Index betoverde ’s middags al met intense eenvoud. De band oogde erg kalm en bezonnen, hun nummers klonken zwaarmoedig, maar vakkundig geschreven. Het minimalistische klankenpalet greep naar de keel, de prachtige harmonieën op het einde zorgden voor het eerste kippenvel van de dag.

Van Savages’ artist talk in het nabije Muziekcentrum Track* haastten we ons terug het donker van De Kreun in voor de set van Demdike Stare. Waar het toen ook echt pikkedonker was. Op het podium, slechts verlicht door de knoppen van hun controllers, zagen we duo Miles Whittaker en Sean Canty. Immense bassen stuiterden wild de zaal door, schreeuwende noise deed mensen naar hun oordoppen grijpen. Voor wie mee wilde: een intrigerende IDM-trip die op brein en buik inwerkte.

Wrangler is het nieuwe project van ex-Cabaret Voltairiaan Stephen Mallinder. Hij voorzag Kortrijk van een injectie degelijke analoge synth-funk, tot genoegen van enkele mensen die de kans schoon zagen om hun dansbenen los te gooien. Spannend werd het echter nooit, daarvoor waren de methodes te beproefd en misten de songs te veel verbeelding. 

De Russen van Motorama hadden hun zinnen gezet op de “saddest band of the evening”-titel en weken niet af van hun doel. Denk Joy Division, maar nog kouder, met een drummer die zo hard mogelijk op een drumcomputer leek te willen lijken en de rest van de band elk contact met het publiek vermijdend. We apprecieerden de esthetiek en de genre-oefening, maar raakten naar het einde toe wat verveeld.

Beak> zijn long time affiliates van Sonic City. In 2012 cureerden ze zelf, en toen nodigden ze Savages uit. Geoff Barrow en zijn kompanen waren dan ook in hun element. Tussen hun heerlijke krautrock-jams door bleven ze in het rond dollen. Dat gemoedelijke contrasteerde met het benauwde uit hun muziek: daar kronkelen half gestemde orgeltjes op en rond de pulserende ritmesectie. Dat Beak> klasse heeft, is geen geheim, hun compleet pretentieloze attitude haalde wat magie weg maar gaf daarvoor goeie vibes in ruil.

Savages mikten wel op het totaalplaatje. Wit licht en zwarte kleren, een boodschap van liefde en pokkeherrie. Leonard Cohen leidde in met een liveversie van A Thousand Kisses Deep, gevolgd door een aankomstbevestiging van de dames, I Am Here. Ze grepen ons bij het nekvel en hielden ons zo opgetild. Frontvrouw Jehnny Beth domineerde makkelijk de zaal, gitariste Gemma Thompson deed haar angstaanjagende ding en de ritmesectie gaf niet in.

Dat we geluk hadden met zo’n festival in onze buurt, hoorden we nog voor de bisronde met een potent Adore en hun bijna-anthem Fuckers. Net als Kate Tempest de dag voordien maakten Savages hun headlinerrol waar en lieten ze het publiek hoopvol en voldaan achter. Dat we geluk hebben met zo’n festival in onze buurt!

15 november 2016
Kasper Cornelus