Snail Mail, Tomberlin - Geen twee strikes, maar een spare

Botanique, 14 juni 2019

Snail Mail, Tomberlin - Geen twee strikes, maar een spare

Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Het bleek nog maar eens vanavond. Of toch min of meer.

Nog niet zo lang geleden stond Tomberlin als hoofdact in Trix, maar toen was al bekend dat zowel zij als Snail Mail zouden spelen in de Rotonde van de Botanique en wat dachten wij? “Twee vogels in de hand is nog beter dan een!” Maar dat viel uiteindelijk een beetje tegen, want een van de vogels was nogal weerspannig.

En dat was niet Sara Beth Tomberlin, die bracht wat we konden verwachten: een sobere, maar diep kervende set vol “sad bangers” zoals ze haar songs zelf noemde. En ze startte zelfs met de song waarmee alles voor haar begon: Tornado, het liedje dat ze schreef op haar negentiende op haar moeders piano. Vanavond bracht ze het solo, zichzelf begeleidend op keyboard en meteen werd heel Brussel muisstil, of toch minstens, zij die zich in de bubbel van de Rotonde bevonden.

Wie niet in de mood was voor trieste liedjes, had pech, want iets anders had Tomberlin niet gepland. “I don’t know any other way”, zong ze zelfs in Any Other Way, maar wij maalden er niet om, want precies daarvoor waren we naar de Botanique gekomen.

Tomberlin was blij terug in België te zijn en ze hield (oh cliché) naar eigen zeggen van onze wafels, maar minder van ons bier. “Ik ben meer een wijnmeisje,” zo vertrouwde ze ons toe, maar nog meer een weedmeid, voegde ze daar giechelend aan toe. Vooral spacebread vindt ze geweldig. “The breaking of the bread” is leuk, zeker als je ouders denken dat je “communie” speelt, zo ginnegapte de domineesdochter ons toe om daar dan het intrieste Untitled 1 achter te gooien.

Helaas was Tomberlin vandaag echt maar het voorprogramma en was er geen sprak van een double bill. Tomberlins set telde slechts zes songs, maar gelukkig was daar wel I’m Not Scared bij. Begeleid door haar partner Andrew Boylan op piano bracht ze het mooiste nummer uit haar prima plaat ‘At Weddings’ met een kraakheldere stem die er elke keer weer er in slaagt om ons diep te ontroeren. Ook nu weer: ook al ontbraken de strijkers: gingen alle haartjes op onze arme in de houding staan.

Het contrast met de hoofdact kon bijna niet groter zijn. Was het omdat frontvrouw Lindsay Jordan haar nummers wat beu was, zoals ze zelf verklaarde aan het eind van de set? Feit is dat Snail Mail zich toonde van haar ruigste kant. Het leek bijna een stevige bluesrock band zoals ze het podium inpalmden met bonkende drums en ruig klinkende gitaren.

Jordan mag dan wel door Pitchfork gebombardeerd zijn tot de leider van de volgende generatie indierockbands, wij hadden daar bij het verschijnen van ‘Lush’ toch de nodige vraagtekens bij gezet. Toen Snail Mail een paar maand later in het OLT Rivierenhof stond, wist Jordan ons dan weer wel midscheeps te raken, maar vanavond ontbrak de magie een beetje.

Jordan was te boos, te bijtend, te witheet rockend naar onze zin en dat was al zo vanaf het op plaat nochtans zacht kabbelende Heat Wave dat de set mocht openen. Jordan mag dan een veel beter gitariste zijn en vocaal stevig kunnen uithalen, toch raakte Tomberlin ons een pak meer.

Jordan wisselde haar blonde haren van weleer voor een ravenzwarte coupe en zag er met haar bleke tint en haar rood gestifte lippen een beetje uit als het veel jongere zusje van Jack White en zo gedroeg ze zich ook. Gelukkig heeft Snail Mail een pak goede songs zoals Speaking Terms en uiteraard Pristine, maar alleen al de manier waarop ze het laatste woord van die song snauwde, deed ons sidderen.

Nu hebben we niets tegen een flinke dosis ruwe power, maar we hadden dit gewoonweg niet verwacht en het was dan ook herademen toen er vanaf Let’s Find An Out en Full Control meer diepte en nuance in de sound sloop. De kracht van Pristine kwam zo alleen maar meer uit de verf en doordat daarop ook nog eens Deep Sea volgde, bewees Snail Mail dat de overtuigingskracht van een song niet noodzakelijk in het volume te zoeken is waarmee die gebracht wordt.

Dat werd helemaal duidelijk toen Jordan aan het eind nog twee nieuwe nummers solo speelde (“Ik ben die oude Snail Mail nummers wat beu, dus schreef ik paar nieuwe”). Dit was de Snail Mail die wij hoopten te horen en te zien! Eindelijk kwamen de bitterzoete teksten beter uit de verf en bewees Jordan dat de wierook terecht was.

Om het in bowlingtermen te zeggen: we hadden gerekend op twee strikes, maar uiteindelijk werden het dus een spare. Tomberlin was te kort om een strike te zijn en Snail Mail slaagde er maar aan het eind in om de resterende pins om te gooien.

15 juni 2019
Marc Alenus